Initi­a­tief­voorstel DierENzorg


30 januari 2014

PDF

DierENzorg

"Welzijn van mens en dier binnen de zorg”

Inleiding

Al meer dan 150 jaar geleden deed Florence Nightengale de volgende observatie:

‘A small pet animal is often an excellent companion for the sick, for long chronic cases especially. If he can feed and clean the animal himself, he ought always to be encouraged to do so.’[1]

Maar ook Sigmund Freud zette zijn eigen hond vaak in bij therapiesessies omdat hij geloofde dat honden een mens beter konden beoordelen dan de mens zelf. Inzet van dieren bij zorgactiviteiten en therapie is dus absoluut geen nieuwe ontwikkeling. De nieuwe ontwikkelingen in ons zorgstelsel zorgen er echter voor dat de inzet van Animal Assisted Interventions (AAI) in een rap tempo toenemen. Activiteiten (Animal Assisted Activities, AAA) en Therapie (Animal Assisted Therapy, AAT) zijn de twee meest voorkomende interventies waarbij dieren worden ingezet in de zorg- en welzijnssector.

Zorgdieren

Inmiddels hebben verschillende wetenschappelijke onderzoeken[2] aangetoond dat het hebben van huisdieren en inzetten van dieren bij activiteiten en therapieën in de zorg een zeer positief effect heeft op meerdere terreinen. Dieren kunnen voor diverse groepen zorgvragers, voornamelijk bij ouderen, lichamelijke en verstandelijk beperkte zorgvragers en mensen met een psychiatrische aandoening, van grote toegevoegde waarde zijn bij het behalen van therapeutische doelstellingen of ze kunnen de kwaliteit van leven verhogen. Zo kunnen dieren een kalmerende werking hebben waardoor stress wordt gereduceerd en stimuleren ze interactie en zorgvaardigheden. Door het aaien van dieren wordt fysieke warmte gevoeld en kan een gevoel van verbondenheid ontstaan. En niet te vergeten de vrolijkheid die ze met zich meebrengen en het plezier dat dieren geven!


Gezondheid en preventie

Het inzetten van dieren bij activiteiten en therapie in de zorg kan dus veel gunstige gezondheidseffecten met zich meebrengen. In het kader van preventie in de gezondheidszorg kan een activiteit met een dier bijvoorbeeld voor beweging zorgen en eenzaamheid tegengaan. Maar ook kunnen activiteiten met dieren depressies tegengaan omdat ze onder andere de aandacht afleiden van de problemen van de zorgvrager en een gevoel van acceptatie teweegbrengen.

Waar velen echter niet bij stil zullen staan: huisdieren en het inzetten van interventies met dieren dragen ook bij aan het reduceren van de zorgkosten. Niet alleen doordat het welbevinden van zorgvragers wordt verhoogd, maar ook bijvoorbeeld door het krijgen van beweging bij de verzorging van een huisdier. Dit biedt mooie kansen, echter zullen we ook moeten zorgen voor de juiste randvoorwaarden om welzijn en veiligheid voor mens en dier te blijven garanderen.


Mogelijkheden

De mogelijkheden voor activiteiten of therapie met dieren zijn zeer divers, zo ook de doelgroepen waarvoor deze activiteiten of therapieën worden georganiseerd. Volwassenen en kinderen met een psychiatrische aandoening, volwassenen en kinderen met een fysieke beperking en ouderen zijn op dit moment de doelgroepen waar zeer goede resultaten worden geboekt met de inzet van dieren. Naast de inzet van huisdieren kan ook het werken op zorgboerderijen of in dierenpensions van grote toegevoegde waarde zijn voor deze zorgvragers.

Voordelen contact met dieren in het kort:

- Tegengaan eenzaamheid
- Beweging
- Afleiden aandacht
- Gevoel van acceptatie
- Zingeving
- Gevoel van verbondenheid
- Fysieke warmte
- Plezier
-Reduceren stress


Extramuraal

De extramurale begeleiding is bedoeld om de zelfredzaamheid te vergroten en daarmee opname of verblijf in een instelling zo lang mogelijk uit te stellen. Het zo goed mogelijk participeren in de samenleving is hierbij een belangrijk doel. Begeleiding wordt individueel gegeven of in een groep.

Voorbeelden van het inzetten van dieren bij deze begeleiding binnen Den Haag zijn de nieuwe invulling van Hoeve Bijdorp “Pluk Den Haag” of “Dog Sense”, het dierenpension van Parnassia. In dit pension zijn tientallen cliënten werkzaam wat bijdraagt aan hun re-integratie in de maatschappij.


Intramuraal

Voor mensen die (voor langere tijd) in een instelling verblijven kunnen er door de zorginstellingen zelf activiteiten worden georganiseerd met dieren. Bijvoorbeeld een activiteit waarbij dieren kunnen worden geaaid als dagbesteding voor ouderen in een verpleeghuis.

Er zijn dus veel verschillende mogelijkheden om dieren in te zetten bij activiteiten en therapieën voor zorgvragers, geheel afgestemd op de doelgroep.


Welzijn mens en dier

Honden en katten worden het meest ingezet bij activiteiten in de zorg. Maar ook kleinere huisdieren en paarden kunnen een positief effect hebben bij zorgvragers. Helaas hebben dieren geen stem en zijn zorgvragers extra kwetsbaar. Het is dus van groot belang dat, voordat een dier wordt ingezet in de zorg, de randvoorwaarden helemaal in orde zijn, zowel voor het dier als voor de begeleider en de zorgvrager. Denk hierbij aan het welzijn van de dieren (is het dier gezond, vertoont het dier tekenen van stress?), maar ook aan het welzijn van de zorgvrager (kan de begeleider het gedrag van het dier voldoende inschatten en draagt de begeleider ten alle tijden zorg voor een veilige situatie?).

De regels over hygiëne binnen instellingen en het draagvlak van de medewerkers binnen en organisatie of instelling zijn tevens van groot belang. Bovendien zijn niet alle dieren, begeleiders of zorgvragers geschikt voor activiteiten met dieren, hoe goed de bedoelingen ook zijn! Het moge duidelijk zijn dat wij pleiten voor activiteiten met dieren voor zorgvragers in Den Haag, maar zorgvuldigheid is hierbij altijd geboden.


Opvang

Ook de opvang van huisdieren van mensen die tijdelijk opgenomen worden is een belangrijk aandachtspunt. Bij een klein aantal zorginstellingen (zoals Parnassia) is een opvang voor huisdieren ingericht. Deze opvang komt zowel ten goede van het welzijn van de dieren maar ook bij het herstel van mensen met een psychiatrische aandoening. Vanuit de opvang worden vaak reeds activiteiten en therapieën met dieren georganiseerd. Dit is dus een win-win-situatie voor zowel dier als mens. Maar het brengt ook nog eens financieel gunstige effecten met zich mee: minder zorgkosten en er is minder geld nodig voor de opvang van asieldieren.

Omdat een dierenopvang bij een zorginstellingen nog niet vanzelfsprekend is hebben de huidige opvangcentra een groot ruimtegebrek, waardoor toch veel mensen in Den Haag hun dier bij opname kwijt raken. Dit gaat dan helaas dus ten koste van de gezondheid van de cliënt (extra zorgkosten) en het welzijn van het huisdier dat in het asiel beland (kosten voor opvang asieldieren).

Wij zouden daarom graag het college willen oproepen om zorginstellingen te ondersteunen bij het inrichten van een opvang voor huisdieren van cliënten. Dit kan in de vorm van het ter beschikking stellen van ruimte maar ook, omdat dit de gezondheid en het welzijn van kwetsbare zorgvragers betreft, eventuele ondersteuning in de vorm van (project-)subsidie.


Zorgstelsel

Zoals het er nu naar uit ziet gaat er, door de op handen zijnde decentralisaties, veel veranderen in ons zorgstelsel de komende jaren. Bepaalde onderdelen, zoals bijvoorbeeld extramurale begeleiding, gaan over van de AWBZ (zorgkantoor) naar de gemeenten (WMO). De gemeenten worden straks dus verantwoordelijk voor een belangrijk deel van maatschappelijke ondersteuning van kwetsbare inwoners zoals ouderen, mensen met een lichamelijke of verstandelijke beperking of met een psychiatrische aandoening. Met de komst van de extramurale begeleiding naar de gemeenten komen er nieuwe taken en nieuwe doelgroepen bij.

Helaas wel met veel minder budget, waardoor gemeenten creatief moeten zijn in het bedenken van nieuw zorgaanbod voor deze doelgroepen, binnen de beperkte financiële kaders. Het inzetten van organisaties die met de inzet van dieren het welzijn en de gezondheid van zorgvragers kunnen verbeteren is hier, zoals in de vorige hoofdstukken beschreven, een mooi voorbeeld van. Zorgvragers kunnen helaas niet zelf kiezen voor het inzetten van (individuele)interventies met dieren indien ze in aanmerking komen voor PGB voor AWBZ-zorg[3].

Zorgverzekeraars raken door het toenemend wetenschappelijk bewijs ook steeds meer overtuigd van de toegevoegde waarde van activiteiten en therapieën met dieren. Op dit moment worden door een aantal zorgverzekeraars therapieën die gegeven worden door geregistreerde therapeuten/zorgverleners vergoed.

Professionalisering van het veld is echter noodzakelijk om zorgverzekeraars blijvend te overtuigen. Ook professionaliseren in een beroepsvereniging die kwaliteitseisen borgt is hierbij van groot belang. Hoewel het huidige aanbod van organisaties die activiteiten met dieren aanbieden toeneemt, is het kwalitatieve aanbod echter nog vrij beperkt; voornamelijk omdat de meeste aanbieders nog een grote kwaliteits- en professionaliteitslag dienen te ondergaan.

Op dit moment zijn er geen specifieke eisen gesteld aan het inzetten van dieren of het starten van een organisatie die dit verzorgt. In de praktijk wil dit zeggen dat eigenlijk iedereen die het maar wil activiteiten met dieren in de zorg kan organiseren. En dit kan leiden tot ongewenste en onveilige situaties voor alle betrokken partijen.

Huisdieren hebben een belangrijke functie in deze wereld.
Een functie die nog niet algemeen erkend wordt.
Ze zorgen dat miljoenen mensen gezond blijven.

Eckhart Tolle


Zorgvuldigheid

Bij het aanbieden maar ook bij het toestaan van activiteiten met dieren is zorgvuldigheid van zeer groot belang. In onderstaande afbeelding is weergegeven hoe de balans gemeten kan worden bij een dieractiviteit in de zorg.

We kunnen dit vertalen naar de volgende kwaliteitseisen waaraan dient te worden voldaan:

- het gedrag van het dier in verschillende situaties dient veilig te zijn;
- het gedrag van de begeleider in verschillende situaties dient kundig te zijn;
- samenwerking van het dier-begeleider “team” dient optimaal te zijn;
- welzijn, gezondheid en veiligheid van zowel dier als begeleider zijn te allen tijden gewaarborgd;
- welzijn, gezondheid en veiligheid van de zorgvragers zijn te allen tijde gewaarborgd.

Met deze kwaliteitseisen dient tevens overdracht van infectieziektes (zoönosen) te worden voorkomen, maar ook moet worden voorkomen dat mensen die angstig of allergisch zijn niet in contact komen met de dieren.

Doordat er nog geen strenge kwaliteitseisen zijn wordt er op dit moment veel intuïtief gewerkt. Nieuwe aanbieders kopiëren vaak ideeën en werkwijzen van reeds bestaande organisaties of programma’s hetgeen de kwaliteit veelal niet ten goede komt. Nieuwe initiatiefnemers dienen daarom in ieder geval bovenstaande kwaliteitseisen in acht te nemen en hun structuur en doelstellingen op te nemen in een plan[4] dat wordt gepresenteerd voor een onafhankelijke toetsingscommissie.

In Engeland hebben ze deze kwaliteitseisen reeds vastgelegd in de “ AAI Code of Practice”[5]. Bij de vaststelling hiervan zijn onder andere autoriteiten, op het gebied van dierenwelzijn, diergeneeskunde en interventies met dieren en (medische) zorg, betrokken. Hoewel het in Engeland nog gaat om een vrijwillige kwaliteitstoets, adviseren wij deze verplicht te maken bij de subsidieaanvraag.


Dierenwelzijnseisen

Naast de wettelijke dierenwelzijnseisen volgens de Wet Dieren[6], dienen er ook aanvullende eisen te worden gesteld aan de huisvesting en de materialen die gebruikt worden bij de training van de dieren. Hierbij wordt rekening gehouden met hun natuurlijk gedrag. Ook bij het transport van de dieren wordt het welzijn van de dieren optimaal gewaarborgd. Activiteiten met dieren worden daarom zo lokaal mogelijk ingericht om eventueel transport van een dier zoveel mogelijk te minimaliseren. Het dier moet in staat worden gesteld om voor en na de activiteit rust te nemen.

Daarnaast worden de vijf vrijheden van Brambell[7] te allen tijde onverminderd toegepast:

Dieren dienen te zijn gevrijwaard van:

- dorst, honger en onjuiste voeding;
- fysiek en fysiologisch ongerief;
- pijn, verwondingen en ziektes;
- angst en chronische stress;
- beperking van hun natuurlijk gedrag.

Daarbij worden niet-gedomesticeerde dieren en dieren op leeftijd niet ingezet bij interventies in de zorg.

Ook dient er zorgvuldig gekeken te worden naar de afkomst van het dier zodat genetische afwijkingen voorkomen worden en broodfok is hierbij uiteraard helemaal uit den boze. De trainingsmethodes die worden gebruikt zijn ten alle tijden positief bekrachtigend, trainingsfaciliteiten en -materialen die worden gebruikt bij het trainen van de dieren voldoen aan alle hierboven gestelde dierenwelzijnseisen. Daarnaast dient de begeleider kundig te zijn en geen onrealistische verwachtingen van het dier te hebben.


Rol van de gemeente

In het meerjarenbeleidsplan Maatschappelijk Ondersteuning heeft de gemeente Den Haag aangegeven het zeer belangrijk te vinden om initiatieven vanuit de stad te stimuleren; van mensen en van groepen die nog niet eerder subsidie bij de gemeente hebben aangevraagd.

Daarnaast dienen Hagenaars - om te kunnen participeren - snel en laagdrempelig toegang te hebben tot informatie, advies en voorzieningen. Wij willen het college dan ook vragen om de effecten en mogelijkheden van dieractiviteiten in de zorg breder kenbaar te maken onder zorgaanbieders en zorgvragers in de stad, bijvoorbeeld via het gebruik van PEP Den Haag.

Om bovengenoemde kwaliteitscriteria te kunnen toetsen - en daarmee de randvoorwaar-den voor een activiteit met een zorgdier optimaal in orde te krijgen - dient een onafhank-elijke organisatie te worden ingeschakeld. Doordat de aanvragen voor subsidies voor dieractiviteiten in de zorg ook bij de gemeente binnen kunnen komen, in het kader van de diverse subsidiemogelijkheden die de gemeente biedt, hebben wij nu de kans hier als stad een voortrekkersrol in te vervullen en zullen we zo als voorbeeldfunctie dienen voor andere gemeenten. In de praktijk betekent dit dat, indien er subsidieaanvragen worden ingediend voor activiteiten of therapieën met dieren, de gemeente hier positief tegenover zal staan door de goede resultaten die hiermee geboekt kunnen worden. Aan de andere kant dient de gemeente deze aanvragen zeer zorgvuldig te beoordelen waarbij zij onafhankelijke deskundigen betrekt om de diverse kwaliteitseisen te waarborgen.


Conclusie

Activiteiten of therapieën met dieren dragen niet alleen bij aan de fysieke en mentale gezondheid van zorgvragers, maar zorgen ook voor een verlaging van de zorgkosten. Gezien het hier draait om werken met kwetsbare groepen (mens en dier) dient er continu voor gezorgd te worden dat het welzijn en de veiligheid van alle betrokkenen gewaarborgd is. Hierin is dus zowel op beleidsmatig (goede zorg voor al haar inwoners) als financieel (reduceren (zorg)kosten) gebied een rol voor de gemeente weggelegd.

Dictum

De gemeenteraad van Den Haag, gezien het initiatiefvoorstel ‘DierEnZorg; Welzijn van mens en dier binnen de zorg’ van het raadslid De Groot van de fractie van de Partij voor de Dieren

Besluit:
Het College te verzoeken:

- Het inzetten van dieren voor interventies in de zorg- en welzijnssector te omarmen, te stimuleren en te ondersteunen waar mogelijk;

- De opvang van huisdieren bij zorginstellingen te ondersteunen;

- Bij de landelijke overheid aan te dringen op betere regelgeving, op basis van dit initiatiefvoorstel, om de beroepsgroep voor Animal Assisted Interventions (AAI) te laten professionaliseren waarmee de kwaliteit van de aangeboden interventies toeneemt en tevens geborgd wordt;

- Bij gemeentelijke subsidieaanvragen voor interventies met dieren of opvang voor dieren in de zorg- en welzijnssector, zorg te dragen voor een onafhankelijke toetsing aan vooraf gestelde kwaliteitseisen, zoals beschreven in dit initiatiefvoorstel, waaronder het borgen van welzijn en veiligheid voor mens en dier;

Ter inspiratie:

www.animallifefoundation.nl

www.dog-sense.nl

www.zorgboerderij.de

www.zorgdier.nl

www.contacthond.nl

www.oopoeh.nl

www.aaizoo.nl

www.iahaio.org


[1] Nightingale F. Notes on Nursing: What It Is and What It Is Not. New York, D. Appleton and Company, 1860. P103,
[2] Handbook On Animal-Assisted Therapy: Theoretical Foundations And Guidelines For Practice. 3rd Ed. by Aubrey H Fine. ISBN 9780123814531
[3] http://www.cz.nl/zorgkantoor/vergoedingenlijst-pgb.pdf
[4] Kintaert, K. Begeleidend werken met assistentie van dieren (2013) pag. 199-244
[5] http://www.scas.org.uk/animal-assisted-interventions/code-of-practice/?goback=.gde_4098244_member_253743846
[6] http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/31389_wet_dieren
[7] http://www.dierenbescherming.nl/faq/question/3


Status

Ingediend

Voor

Tegen