Dieren in het wild


Den Haag is niet alleen verantwoordelijk voor zijn inwoners, maar ook voor de in het wild levende dieren. Toch wordt hun leefgebied ingeperkt en worden ze verjaagd of bejaagd. Jagers en vissers verstoren het evenwicht in de natuur en veroorzaken dierenleed. De Partij voor de Dieren wil dat in het wild levende dieren met rust gelaten worden en de mogelijkheid hebben om in vrijheid te leven.

De gemeente zorgt dan ook voor het verbinden en uitbreiden van leefgebieden van in het wildlevende dieren. Bij drukke wegen zorgt de gemeente voor de aanleg van groenstroken, veilige oversteekplaatsen voor dieren en gaat maximum snelheid omlaag.

Ook wordt Het leefgebied van dieren in het Haagse Bos wordt vergroot door het overkluizen van de Utrechtsebaan en versmallen en vergroenen van de Laan van NOI en de Benoordenhoutseweg. Ook wordt het Westbroekpark beter met de Scheveningse Bosjes verbonden door overkluizing van de Teldersweg. Ook de Nieboerweg, de President Kennedylaan, de Van Alkemadelaan en de Machiel Vrijenhoeklaan vormen belangrijke barrières voor dieren en worden anders ingericht.

Bij de inrichting van de openbare ruimte wordt rekening gehouden met in het wild levende dieren. Bij elke ingreep of herinrichting van de ruimte wordt rekening gehouden met de klimaatopgave en het versterken van de biodiversiteit. In Nieuw Waldeck heeft een succesvolle proef plaatsgevonden met duurzame (biobased) verkeers-en straatnaamborden met aan de achterkant vogelhuisjes of een insectenhotel. Dit verdient navolging op andere plekken in Den Haag.



  • Conflicten tussen mens en dier

    Sommige mensen ervaren overlast van bepaalde diersoorten, zoals duiven, meeuwen en ratten. Een aantal beschermde diersoorten die in het hele land veelvuldig schade aanrichten zijn door de Minister aangemerkt, de zogenaamde landelijke schadesoorten. Bestrijding van deze soorten is onder voorwaarden toegestaan zonder ontheffing.

    Bestrijding door middel van doding is onwenselijk. De gemeente moet inzetten op preventief beleid, daardoor is uiteindelijke bestrijding vaak niet eens meer nodig. Als bestrijding wel nodig is, dient dit op de meest diervriendelijke manier te gebeuren. Methoden die dieronvriendelijk zijn en die nodeloos lichamelijk en psychisch lijden bij dieren veroorzaken moeten worden vermeden. Hierbij valt te denken aan verdrinkingsvallen, lijmplanken, klemmen en chemische bestrijding.

    Over het algemeen kan worden gesteld dat dieren afkomen op voedsel dat makkelijk te bemachtigen is. Hierop hebben de inwoners van de stad zelf invloed. In de aanpak van vermeende overlast moet dit gedrag van inwoners worden aangepakt. Zo kan in de APV een voederverbod worden opgenomen voor bepaalde diersoorten in de gehele stad, waar dat nu alleen maar in bepaalde delen van de stad geldt. In de afvalstoffenverordening kan ook een verbod worden opgenomen op het achterlaten van straatafval. Handhaving hierop is noodzakelijk.

    Ook moet de gemeente bewoners actief adviseren over diverse manieren om de overlast die mensen ervaren met meeuwen te beperken. Daarbij kan gedacht worden aan het aanpassen van daken, het gratis beschikbaar stellen van extra stevige gele vuilniszakken en het niet voeren van meeuwen. Wij zijn tegen het insmeren van meeuweneieren met olie, waardoor de kuikens stikken.

    Meer informatie
  • Diervriendelijke oevers, wateren en afrasteringen

    Diervriendelijke kades

    Veel grachtengordels, en ook de Haagse, kenmerken zich door de steile en stenige kades. Ieder jaar komen in het broedseizoen jonge watervogels in de problemen doordat zij niet op het droge kunnen komen. De gemeente moet dieronvriendelijke steile kades inventariseren. Er komt een actieplan om knelpunten op te lossen en nieuwe te voorkomen. Om nieuwe knelpunten aan te pakken moet een meldpunt komen waar de inwoners van de stad locaties kunnen melden.

    Uitklimvoorzieningen

    Landelijk is geschat dat 1 tot 3 miljoen dieren per jaar in putten terechtkomen. Door uitklimvoorzieningen kunnen de dieren de situatie ontvluchten. De gemeente kan de voorzieningen plaatsen als andere werkzaamheden moeten worden uitgevoerd, in het kader van werk met werk. Tijdens schoonmaakwerkzaamheden van putten kunnen uitklimvoorzieningen worden beschadigd. Het is dus van belang dat bij onderhoud daar rekening mee wordt gehouden.

    Baggeren

    Het baggeren zorgt voor een gevaar voor de aanwezige dieren. Voordat overgegaan wordt op baggeren moet een inventarisatie plaatsvinden van aanwezige diersoorten. Daarna moeten maatregelen genomen worden om de aanwezige soorten te ontzien van leed. De beste periode om te baggeren is in september of oktober. Dit is tussen de voortplanting en de winterrust. Van belang is dat de werkzaamheden gefaseerd worden uitgevoerd, zodat dieren de kans hebben om zich te kunnen verplaatsen. Wanneer vissen moeten worden overgezet is het van belang dat dit op een deskundige manier gebeurt, met zo min mogelijk stress en pijn.

    Vismigratie

    Sommige vissoorten leven deels op zee en deels in zoet binnenwater. In hun trektocht komen zij obstakels als stuwen, gemalen, sluizen en waterkrachtcentrales tegen. Daardoor worden soorten als de paling en zalm nu met uitsterven bedreigd. Den Haag moet zich samen met het waterschap inzetten om vismigratie te bevorderen. Toepassingen in het water hebben als harde voorwaarde dat vissen kunnen passeren.

    Afrasteringen

    Deugdelijke afrasteringen kunnen een hoop dierenleed voorkomen. Iedere diersoort gaat op een andere manier om met afrastering. In natuurgebieden vormen de aanwezigheid van prikkeldraad, glad schrikdraad en schriklint een bedreiging voor dieren. Tijdens een schrikreactie kunnen dieren zich hieraan verwonden. De gemeente moet prikkeldraad of glad schrikdraad in of aan de rand van natuurgebieden niet gebruiken.

    Meer informatie
  • Geen jacht op gemeentegrond

    In een ecosysteem hebben alle dieren en planten een rol. Het natuurlijke evenwicht hierin wordt verstoord door dieren van een bepaalde diersoort te doden. Daarnaast volgt de dood van een dier na een schot niet altijd even snel. Dieren vluchten soms met hagel in het lijf, waarna ze langdurig lijden tot ze uiteindelijk sterven. Wanneer een ouderlijk dier wordt afgeschoten bestaat de kans dat de jongen ook overlijden, omdat zij verhongeren en zichzelf niet kunnen redden. Daarom is de Partij voor de Dieren tegen de jacht.

    De regels voor de jacht en schadebeheersing zijn opgenomen in de Wet natuurbescherming. Er liggen hier geen bevoegdheden voor de gemeente tenzij de gemeente grondeigenaar is. De gemeente moet daarom een jachtverbod invoeren op eigen grondgebied. Den Haag spreekt zich uit tegen de jacht.

    Zwanendrifters

    Helaas zijn er ook signalen dat in de gemeentegrenzen van Den Haag zwanendrifters actief zijn. Deze vorm van stropen is sinds 2017 verboden. De gemeente moet daarom bevorderen dat wijkagenten en BOA’s meer samenwerken met de (dieren)politie bij signalen van vermeende zwanendrifters om de in het wild levende dieren te beschermen in hun leefgebied.

    Meer informatie
  • Geen verstoring van de natuur

    Heel Den Haag wil kunnen genieten van de rust en schoonheid van de natuur om ons heen. Ook de Haagse dieren. Daarom is het belangrijk ook voor hen ruimte te reserveren. Natuurgebieden, zoals Natura 2000-gebieden, zijn hier expliciet voor bedoeld. Het is dan ook belangrijk om in beschermde natuurgebieden heel terughoudend om te gaan met recreatie. Die mag nooit ten koste gaan van de natuur.

    Ook andere menselijke activiteiten kunnen de natuur verstoren. Denk aan (wegen)bouwwerkzaamheden, vuurwerkshows, of evenementen tijdens het broedseizoen. De gemeente moet terughoudend zijn met het verlenen van vergunningen voor zulke activiteiten.

    In Den Haag worden er steeds vaker in het wild levende zeehonden gesignaleerd op drukbezochte stranden zoals het Zuiderstrand. De gemeente informeert mensen met borden om afstand te houden en hun honden hier aan de lijn te houden.

    Verlichting

    Verlichting is voor veel (nacht)dieren een stoorzender. Nachtdieren zoals vleermuizen raken door verlichting gedesoriënteerd en kunnen hierdoor verongelukken tijdens hun vlucht. Vleermuizen mijden niet alleen daglicht, maar ook kunstmatige verlichting. De verstoring kan leiden tot een negatieve populatieontwikkeling.

    Op plaatsen waar verlichting toch noodzakelijk is en die zich in het leefgebied van vleermuizen bevinden, kan daarom beter gebruik worden gemaakt van vleermuisvriendelijke lampen. Daarnaast moet Den Haag een plan opstellen om lichtvervuiling in de ecologische verbindingszones, groengebieden en parken terug te dringen en nieuwe lichtvervuiling te voorkomen. Ook moet de gemeente plekken in de stad waar dimbare verlichting met sensoren kan worden geplaatst inventariseren.

    Meer informatie
  • Hitteplan voor dieren

    Soms kunnen in het wild levende dieren het moeilijk hebben met bepaalde weersomstandigheden. Den Haag kent een aantal hitte-eilanden waar de temperaturen flink op kunnen lopen. Extreme droogte en hitte kunnen ervoor zorgen dat dieren niet genoeg vocht binnenkrijgen en uitdrogen. Eenvoudige maatregelen zoals het onder water zetten van een stuk groen kunnen de dieren aanzienlijk helpen. Ook moet de gemeente een lokaal hitteplan opstellen voor de dierenverblijven in eigendom van de gemeente, zoals de stadsboerderijen maar bijvoorbeeld ook in vijvers en parken.

    Meer informatie
  • Langer broedseizoen

    Voor het broedseizoen geldt geen vaste periode. Iedere soort heeft een eigen broedperiode en door de onvoorspelbare weersinvloeden en klimaatverandering is de broedperiode flexibeler geworden. Ook de wet legt geen begin- of einddata van het broedseizoen vast. Sommige vogels, zoals de blauwe reiger en de bosuil, beginnen al in februari met broeden en bepaalde (zang)vogels broeden nog in augustus. Veel vogels broeden ongeveer tussen 15 maart en 15 juli. Moerasvogels en andere watervogels broeden meestal tussen 1 april en 15 augustus. Het broedseizoen zou in beleidsstukken van de gemeente daarom moeten gelden tussen 15 februari en 31 augustus, de periode die de provincie hanteert. Ook moet het broedseizoen in warme zomers langer doorlopen, zodat geen verstoring van nesten en jonge dieren wordt veroorzaakt.

    Meer informatie
  • Natuurinclusief bouwen

    Dieren hebben een haat-liefdeverhouding met gebouwen. Sommige gebouwen kunnen een gevaar vormen voor dieren, met name voor vogels. Gebouwen bieden anderzijds ook kansen voor vogels en vleermuizen, wanneer er gelegenheden worden gecreëerd waar zij een nest kunnen bouwen.

    Bij het ontwerpen en bouwen van grootstedelijke voorzieningen en projecten kunnen preventieve maatregelen worden genomen om de risico’s voor dieren te verminderen. Basisinformatie over wildgeleiding, faunapassages, wilduitstapplaatsen, glasmarkering bij doorzichtige geluidsschermen en glas in gebouwen dient overzichtelijk in een handleiding te worden samengebracht.

    Natuurinclusief bouwen houdt in dat bij bouwen, verbouwen of renoveren van woningen of bedrijfspanden de natuur integreert in de bouw. Bij natuurinclusief bouwen worden bijvoorbeeld voorzieningen in gevels en daken gerealiseerd voor vogels. Voor het natuurinclusief bouwen gelden nu nog geen strikte eisen, waardoor aannemers al voldoen door het aanleggen van een mussendakpan. Het is nu tijd voor de volgende stap om natuurinclusief bouwen uit te breiden, waardoor strengere voorwaarden moeten worden gesteld om te kunnen spreken over natuurinclusief bouwen bij een bouwproject.

    In Engeland is een publieksactie gestart: de egelsnelweg. Inwoners helpen mee door een gat in hun schutting te maken waardoor de egels de tuin kunnen betreden. Deze egelsnelwegen zorgen ervoor dat egels een groter en veiliger leefgebied tot hun beschikking krijgen. De gemeente kan in haar groenbeheer ook rekening houden met egels door onder andere ook egelsnelwegen te realiseren, maar ook inwoners oproepen hetzelfde te doen door het op haar website te vermelden. Daarbuiten kan de gemeente ook bij nieuwbouw of renovatieprojecten ervoor zorgen dat tuinen aan elkaar verbonden zijn middels de egelsnelweg.

    Meer informatie
  • Niet vissen in gemeentewater

    De belangen van de sportvisserij en dierenwelzijn zijn tegenstrijdig. Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vissen alle eigenschappen hebben om prikkels die mensen als pijn ervaren te ontvangen, en daarop te reageren met een vluchtreactie. Ze zijn zich bewust van hun omgeving en kunnen stress ervaren en lijden.

    Het vangen van vissen gaat altijd gepaard met stress, pijn, leed en angst. Bij de sportvisserij lopen vissen verwondingen op bij het op het land brengen, verwijderen van haken, wegen en terugzetten. Dit is vooral het geval als er weerhaken worden gebruikt. Dierenwelzijnsorganisaties stellen daarom dat sportvissen in strijd is met dierenwelzijn.

    De gemeente moet sportvissen daarom niet faciliteren, promoten of subsidiëren. De pachtovereenkomsten tussen de gemeente (als grondeigenaar) en de hengelsportvereniging GHV/Groene Hart (als huurder) moeten worden beëindigd. Ook worden geen nieuwe overeenkomsten gesloten met hengelsportverenigingen. De gemeente kan Hagenaren op de website informeren over diervriendelijke alternatieven voor de visserij. Ook promoot de gemeente de visserij niet op de website.

    In overleg met de gemeente en bijvoorbeeld de Vissenbescherming kunnen lessen voor scholen worden ontwikkeld waarbij het vissenwelzijn centraal staat.

    Meer informatie
  • Verkeersveiligheid voor mens en dier

    In het verkeer kom je van a naar b. Helaas is b soms het ziekenhuis, of erger. In Den Haag raken jaarlijks ruim duizend mensen gewond in het verkeer. Om de verkeersveiligheid te bevorderen moet de snelheid op wegen die niet essentieel zijn voor hulpdiensten omlaag naar 30 kilometer per uur. Wegen waar 50 kilometer per uur gereden wordt, moeten altijd voorzien zijn van vrijliggende fietspaden.

    Ook dieren kunnen slachtoffer worden van het verkeer. De gemeente moet dan ook zorgen dat dieren en mensen waar mogelijk worden beschermd tegen de gevaren die het gebruik van (gemotoriseerd) vervoer met zich meebrengt. De gemeente moet in kaart brengen welke knelpunten bestaan tussen verkeer en fauna en lost deze met spoed op. Ook moet de gemeente voorkomen dat bij wegaanpassingen en aanleg van nieuwe wegen of fietspaden nieuwe ecologische knelpunten ontstaan.

    In een aantal gemeenten zoals Utrecht worden waarnemingen bijgehouden over welke dieren waar verongelukken om het knelpunt aan te pakken. In Den Haag gebeurt het in kaart brengen van verkeersongevallen nu alleen nog bij ongevallen met mensen. Ook de oorzaken van ongelukken met dieren kunnen inzichtelijker worden door een kaart.

    Meer informatie

Het standpunt Dieren in het wild is onderdeel van: Dierenrechten

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer

Gerelateerd

Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws
Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws