Dieren­welzijn in de gemeen­te­lijke orga­ni­satie


Den Haag is (mede)verantwoordelijk voor de bescherming van alle dieren binnen zijn gemeente grenzen: huisdieren, landbouwdieren, en in het wild levende dieren. De opvang van zwerfdieren is bovendien een wettelijke taak van de gemeente.

Veel dierenopvangcentra in Den Haag, zoals de Dierenambulance Den Haag en omgeving, het Haags Dierencentrum, het Knagertje, het Knaaghof, de Egelopvang, Vogelopvang De Wulp en Vereniging Kattenzorg, verrichten belangrijk werk en hebben soms moeite om het hoofd financieel boven water te houden. Nog te vaak worden belangen van dieren niet goed meegewogen in beslissingen van de gemeente. Den Haag moet juist een voortrekkersrol spelen bij de bewustwording over en gedragsverandering in de omgang met dieren. Bij vragen of problemen rond dierenrechten consulteert de gemeente altijd een dierenrechtenorganisatie of dierenwelzijnsorganisatie.

  • Adviesraad Dierenwelzijn

    Er komt een adviesraad dierenwelzijn met onafhankelijke experts uit het Haagse dierenwelzijnsveld. Deze adviesraad adviseert het stadsbestuur gevraagd en ongevraagd over de uit te voeren wettelijke taken, gemeentelijk beleid en bij ontwikkelingen in de openbare ruimte waarbij het leefgebied van alle dieren wordt beïnvloed. Hierdoor wordt het dierenwelzijnsbeleid gemonitord en kunnen deze experts worden betrokken bij ontwikkelingen die betrekking hebben op dierenwelzijn. Denk bijvoorbeeld aan ontwikkelingen naast ecologische verbindingszones of gebouwen waar dieren nestelen.

    Meer informatie
  • Dieren bij de politie

    Het gebruik van politiepaarden- en honden bij rellen is zorgelijk. Hierbij krijgen paarden te maken met beangstigende situaties en zijn ze het doelwit vanuit het publiek. Het komt hierbij voor dat de paarden gewond raken. Paarden zijn van nature vluchtdieren en dat maakt hen snel angstig. Het lichaam van paarden is daar ook op gebouwd. De ogen staan aan de zijkant van het hoofd, wat ervoor zorgt dat paarden een breed gezichtsveld hebben om gevaren vroegtijdig te signaleren. Naast de paarden kunnen ook omstanders en de berijders gewond raken.

    De gemeente moet bij het ministerie van Binnenlandse Zaken oproepen tot meer onderzoek naar oproerbeheersing waarbij geen dieren worden gebruikt. De politie kan hierdoor toewerken naar methodes waarbij dieren niet worden blootgesteld aan onnodige stress en pijn.

    Ook faciliteert de gemeente niet meer de Haagse trainingscentra voor politie met dier zoals, trainingscentrum De Levende Have. De gemeente gaat samen met de politie alternatieven zoeken die de inzet van politiedieren kunnen vervangen.

    Meer informatie
  • Dierenpolitie

    Het is belangrijk dat de overheid kan optreden bij geconstateerde overtredingen en misstanden op dierenwelzijnsgebied. Daarom is het belangrijk dat ook de gemeente Den Haag beleid heeft ten aanzien van de dierenpolitie en BOA’s. Hoewel er taakaccenthouders zijn in de politiekorpsen blijkt in praktijk de tijd vooral op te gaan aan reguliere politiezaken.

    De gemeente heeft in het lokale integraal veiligheidsplan 2019 - 2022 het tegengaan van dierenmishandeling als ambitie opgenomen. Hierbij is het doel om de integrale samenwerking tussen LID, NVWA, dierenpolitie (ofwel taakaccenthouders dierenwelzijn) en de gemeentelijke handhavers te bevorderen op het gebied van vroegtijdige signalering van dierenmishandeling. Het is daarom goed om het kennisniveau rond dierenwelzijn bij de handhavers op te schroeven zodat de handhavers beter weten waarop te handelen.

    De BOA’s en taakaccenthouders dierenwelzijn moeten minimaal 50% van hun tijd kunnen besteden aan het verbeteren van dierenwelzijn. Zo kunnen zij honden uit auto’s bevrijden op warme zomerdagen, of de aanwezigheid van dieren bij geweldsdelicten toetsen. De gemeente dient er zorg voor te dragen dat de BOA’s en taakaccenthouders een gelijkwaardige positie krijgen met een duidelijk omschreven budget, taken en bevoegdheden binnen het politionele apparaat.

    Toezicht moet effectief zijn en de strafmaat passend voor het delict. De gemeente moet daarom in G4-verband bij de landelijke overheid pleiten voor een houdverbod in gevallen van verwaarlozing.

    Meer informatie
  • Duurzaam en diervriendelijk voedsel

    De gemeente moet inzetten op plantaardig en duurzaam voedsel. De productie van dierlijke producten zoals vlees en kaas heeft namelijk een grote impact op klimaat, milieu en dierenwelzijn.

    Den Haag heeft als doel om in 2030 klimaatneutraal te zijn. Om dit te bereiken moeten we ook anders gaan eten. De productie van ons voedsel veroorzaakt namelijk klimaatverandering, omdat tractoren, vrachtwagens en zelfs koeien broeikasgassen uitstoten.

    Maar niet alleen het klimaat is gebaat bij een goed gemeentelijk voedselbeleid. Met ons huidige voedingspatroon zijn de dieren het haasje. De Partij voor de Dieren wil dieren bevrijden uit de voedselketen en wil daarom plantaardig voedsel stimuleren.

    Daarnaast veroorzaakt onze omgang met dieren ook verschillende gezondheidsrisico’s. Veehouderijen stoten veel fijnstof uit en van op de mens overgesprongen dierziekten, zoals COVID-19, kunnen we goed ziek worden of zelfs overlijden.

    Ook het bodemleven heeft te lijden onder kunstmestgebruik en insecten- en vogelstanden dalen dramatisch door gifgebruik. Boeren moeten niet meer tegen de natuur werken, maar mét de natuur. De Partij voor de Dieren wil daarom overschakelen op biologische landbouw.

    Voedsel dat van ver moet komen, is niet goed voor het klimaat. De Partij voor de Dieren zet daarom in op meer lokaal voedsel. Door lokaal met ons eigen eten bezig te zijn, worden we ook bewuster van waar het vandaan komt en wat de landbouw doet met de omgeving.

    Catering

    De gemeente heeft een voorbeeldrol als het gaat om duurzaam voedsel. Het is daarom van belang dat in gemeentelijke gebouwen of bij gemeentelijke evenementen geen vlees van bedreigde diersoorten, zoals paling, wordt geserveerd. Ook dient geen vlees of producten te worden aangeboden dat op dieronvriendelijke manier wordt geproduceerd, zoals foie gras of kalfsvlees.

    Meer informatie
  • Ingrijpen bij calamiteiten

    In tijden van een ramp zijn er naast mensen helaas ook slachtoffers onder dieren. Ook deze groep heeft behoefte aan hulp, opvang en de nodige zorg. Ten tijde en na afloop van een ramp of calamiteit moeten dieren worden opgevangen en verzorgd voor de periode dat zij nog niet terug kunnen keren naar huis. Zij moeten worden opgenomen in het draaiboek van hulpdiensten en in het rampenplan.

    Dierenambulances krijgen nu geen voorrang bij noodgevallen. Hierdoor komen dierenambulances ten tijde van een calamiteit niet tijdig op locatie. Helaas overlijdt het dier in deze gevallen vaak. Dierenambulances moeten in noodgevallen gebruik kunnen maken van bus- en trambanen, zoals in Rotterdam.

    Eigenaren van huisdieren doen er goed aan om naast hun voordeur met een sticker aan te geven dat er huisdieren in de woning aanwezig zijn. In geval van brand of andere calamiteiten is dan voor hulpdiensten in één oogopslag duidelijk wat de situatie is. De gemeente kan dat communiceren via haar website, maar bijvoorbeeld ook stickers verstrekken op de diverse stadsdeelkantoren.

    Ten slotte kunnen dieren dakloos worden bij gedwongen ontruiming of ziekenhuisopname van de eigenaar. Het is dan van belang dat voor alle betrokkenen duidelijk is wat er met deze dieren gebeurt en dat er tijdelijke opvang gefaciliteerd is.

    Meer informatie
  • Jaarlijkse evaluatie

    Op andere beleidsterreinen wordt het gemeentelijke beleid jaarlijks geëvalueerd of komt er een voortgangsrapportage om de voortgang van het beleid te kunnen controleren. Helaas gebeurt dat niet met het dierenwelzijnsbeleid van de gemeente. Ook over de voortgang van het gemeentelijke dierenwelzijnsbeleid zou ieder jaar moeten worden gerapporteerd. Hiermee kan de gemeenteraad beter controleren hoe het ervoor staat met het realiseren van gestelde doelen voor dieren in de stad.

    Het is daarnaast belangrijk dat dierenwelzijnsorganisaties jaarlijks een moment krijgen om aan de gemeenteraad te laten zien wat de vele medewerkers en vrijwilligers allemaal doen voor de dieren. Zo kunnen deze organisaties het voor de gemeenteraadsleden en het college inzichtelijk maken wat voor taken zij hebben en hoe zij die taken uitvoeren in opdracht van de gemeente. Maar ook bevordert een jaarlijkse bijeenkomst de onderlinge samenwerking.

    Meer informatie
  • Voorlichting over dierenwelzijn

    Voorlichting en educatie behoren tot de belangrijkste middelen die de gemeente kan inzetten om het welzijn van dieren te bevorderen, dierenleed te voorkomen en bewustwording omtrent dierenwelzijn te vergroten.

    Het onderwijs mag niet voorbijgaan aan dierenwelzijn. Veel scholieren komen niet in aanraking met productiedieren, terwijl zij later wel keuzes maken die het welzijn van dieren beïnvloeden. De gemeente moet scholen daarom stimuleren om lessen aan te bieden die een representatief beeld geven van hoe het is gesteld met het dierenwelzijn. De gemeente moet een lespakket voor scholen (lagere en middelbare) ontwikkelen dat gaat over duurzaam (plantaardig) voedsel en de maatschappelijke effecten van voedselproductie. Op de gemeentelijke website voor natuur- en milieueducatie moet aandacht worden besteed aan dieren(welzijns)lessen in de klas.

    Ook is het belangrijk om stil te staan bij huisdieren, waar kinderen veelvuldig mee in aanraking komen. Bijtincidenten komen ook voor in huiselijke omgeving waar kinderen aanwezig zijn. Om slachtoffers onder kinderen te verminderen is het nodig dat kinderen meer leren over het gedrag en lichaamstaal van dieren.

    Daarnaast geeft Den haag voorlichting over de waarde van in het wild levende dieren en over hun natuurlijke gedrag.

    Meer informatie

Het standpunt Dierenwelzijn in de gemeentelijke organisatie is onderdeel van: Dierenrechten

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer

Gerelateerd

Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws
Bijdragen Moties Initiatiefvoorstellen Vragen Nieuws