Bijdrage Bestuurlijk Kanni­ba­lisme


27 maart 2024

Voorzitter,

Allereerst dank aan de heer Martini voor het werk dat geleid heeft tot deze bundeling. Mijn fractie kan de stelligheid van zijn betoog op punten niet volgen, neemt afstand van de hyperbolische uitlatingen en ‘negatief verwijtende termen’ richting de ambtelijke dienst die ook door de PvdA en VVD genoemd werden. Maar de Partij voor de Dieren is wel van mening dat er veel belangrijke thema’s en problemen worden aangesneden. We vinden het wenselijk dat we met meer regelmaat spreken over zaken als de kwaliteit van besluitvorming, over informatievoorziening, en uitdagingen waar het ambtelijk apparaat tegenaan loopt, zoals het blijkbaar niet kunnen voldoen aan wettelijke taken uit de Wet Open Overheid.

Voorzitter, mijn fractie vindt het signaal dat het college rechterlijke uitspraken niet naleeft door dan maar dwangsommen te betalen zorgwekkend. Dit gaat ten koste van publieke middelen, maar schaadt ook het vertrouwen in onze gemeentelijke overheid. Daarom zou het goed zijn als het college dit serieus oppakt en met de raad over communiceert. Ligt dit puur aan capaciteitsproblemen? Ligt dit aan de informatiehuishouding? (SP noemde het collectieve geheugen van de organisatie versterken, maar ook mondelinge afspraken; verbeterprogramma) We missen de aandacht hiervoor vanuit het college.

Een ander belangrijk punt is de informatievoorziening aan de raad. Als raadsleden kunnen wij onze controlerende en kaderstellende rol niet uitvoeren zonder correcte en volledige informatie. Hierover twee vragen: over de werkwijze met 'parafen' en over de verantwoordelijkheidsvraag.

Over de werkwijze met parafen. Vorige week kwam er een raadsvoorstel naar de commissie bestuur over het bedrijvenschap harnaschpolder. In het dictum van het raadsvoorstel ging het echter opeens niet over harnaschpolder, maar over het IPP: een hele andere verbonden partij. Fouten maken zijn menselijk maar juist al die parafen zouden dit moeten voorkomen. Dit soort voorvallen roept bij mijn fractie de vraag op: is het nog wel effectief? Mijn fractie is ook benieuwd wat die parafen betekenen: is het bijvoorbeeld een check dat een brief juridisch en financieel klopt? Is het college bereid in te gaan op het functioneren van de werkwijze met parafen, bijvoorbeeld bij de afdoening van de moties van het Amare debat over opleggers en de kwaliteit van informatievoorziening?

Daarnaast is een interessante vraag: wie is verantwoordelijk voor de informatievoorziening aan de raad en wie is daarop aanspreekbaar? Is dit een taak van de burgemeester zoals in het stuk over bestuurlijk kannibalisme gesteld wordt? Zo ja, hoe wordt hier invulling aangegeven?

Zoals gezegd, naar aanleiding van het Amare rapport is mijn fractie van mening dat het college de kwaliteit van beleid, verslaglegging en transparantie prioriteit moet geven. Kan het college aangeven hoe het staat met de opvolging van de toezeggingen en aangenomen moties uit december. Komt er bijvoorbeeld een brief met een uitvoeringsagenda of worden moties individueel afgedaan? En wanneer kunnen we dit tegemoet zien?