Bijdrage Cie Bestuur voorstel vermin­dering aantal raads­leden

Voorzitter, de Partij voor de Dieren kan zich niet in vinden in het voorliggende wetsvoorstel. Dat het verminderen van het aantal raadleden leidt tot een betere, effectievere en efficiënte overheid leidt is een illusie.

Afgelopen jaren is al verschillende malen onderzoek gedaan naar het raadswerk, waaruit steeds naar voren kwam dat veel gemeenteraadsleden een hoge werkdruk hebben. Ondertussen worden er steeds meer verantwoordelijkheden en taken naar de gemeente gedecentraliseerd (oa op het gebied van natuur, jeugdzorg, economie en ruimte). Hierdoor zal de werkdruk toenemen en worden de beleidsvelden steeds groter en complexer. Om dan simpelweg een streep door het aantal raadsleden te zetten en te spreken van het vervullen van een voorwaarde voor een slagvaardiger overheid vindt de Partij voor de Dieren echt te kort door de bocht.

Hoe het verminderen van het aantal raadsleden leidt tot grotere toegankelijkheid vraag ik mij af. Minder raadsleden zal niet automatisch leiden naar minder afstand tussen de burger en de politiek. Sterker nog, die afstand zal alleen naar groter worden als de werkdruk alleen maar toeneemt. Als gemeenteraad dienen wij een afspiegeling te zijn van de samenleving, hierbij vinden wij de politieke pluriformiteit dan ook van groot belang. De controle op de uitvoerende macht is een cruciaal onderdeel van onze representatieve democratie . Bezuinigen hierop is dan ook bezuiniging op het vermogen van de raad tot democratische controle. Naar mening van de Partij voor de Dieren is het daarom zinvoller om kritisch te kijken naar het functioneren van de raad. En daar gaat dit wetsvoorstel volledig aan voorbij. De kaasschaaf als wondermiddel om een effectiever en efficiëntere overheid te krijgen daar gelooft de Partij voor de Dieren niet in. Dit wetsvoorstel is dan ook symboolpolitiek.

Voorzitter, de Partij voor de Dieren zou daarom graag zien dat Den Haag in navolging van Amsterdam en Rotterdam rechtstreeks haar standpunt over dit wetsvoorstel aan de minister kenbaar maakt.

Minder raadsleden, betekent het verhogen van de kiesdeler, kleinere partijen wordt het hierdoor lastiger gemaakt. Volgens de memorie van toelichting is het verhogen van de kiesdeler gewenst om de ‘politieke verbrokkeling’ tegen te gaan. De vraag die echter niet beantwoord wordt is wat de oorzaak is van deze politieke verbrokkeling. De raad voor het openbaar bestuur heeft in een rapport geconcludeerd dat mensen gaan stemmen op niet-traditionele partijen omdat men steeds minder vertrouwen heeft in de politiek. Het vertrouwen van de burger moet weer gewonnen worden. En dat betekent dat er gestopt moet worden met het continu buiten spel zetten van de burger door lastige procedures, niet ontvankelijk verklaringen, ondoorzichtige inspraakprocedures of anderszins 'politieke' manoeuvres om de burger te snel af te zijn, als de publieke mening te veel afwijkt van de politieke richting die men uit wil.

Simpelweg de kiesdeler verhogen is niets meer dan symboolpolitiek en lost niets op. Daarnaast is het ook nog eens verre van democratisch.

Dat minder raadsleden ook nog eens een bezuiniging oplevert, vraagt de Partij voor de Dieren zich ook af. In de toelichting op het wetsvoorstel wordt deze bewering niet nader onderbouwd.

Voorzitter, de Partij voor de Dieren kan niet instemmen met dit wetsvoorstel. In plaats van alleen te kijken naar de omvang van de volksvertegenwoordiging, zou gekeken moeten worden naar het functioneren, en of dat effectiever kan. De Raad voor het openbaar bestuur heeft in 2009 een advies over slagvaardig bestuur uitgebracht. Barrières bleken gebrek aan integraliteit binnen en tussen bestuurslagen en juridisering te zijn . Laten we hier dan ook oplossingen voor zoeken in plaats met populistische maatregelen voor de bühne te komen. Daar wordt niemand beter van. Als het rijk wil naar een compactere overheid die slagvaardig en effectief kan opereren, dan zou het haar sieren met een complete, onderbouwde visie hiervoor te komen inclusief een stappenplan om dit te bereiken.