Bijdrage commissie - PvdD kritisch op co2 compensatie door gemeente
Voorzitter,
Afgelopen weekend deden vele tienduizenden mensen wereldwijd mee aan de People’s Climate om aandacht te vragen voor klimaatverandering en de wereldleiders aan te zetten tot daden tijdens de klimaatconferentie die momenteel plaatsvindt in New York. De wereld staat terecht op z’n kop. De huidige internationale verdragen op het gebied van biodiversiteit en klimaat worden niet of nauwelijks nageleefd, terwijl onze aarde op het spel staat. Klimaatverandering en de opwarming van de aarde vormen een bedreiging voor miljarden mensen, dieren en planten. We hebben nu al te maken met ongewone weersomstandigheden als gevolg van de verandering van het klimaat, zoals droogte, overstromingen, orkanen en onberekenbaar geworden regenseizoenen. De kosten zijn inmiddels wereldwijd al opgelopen tot 380 miljard euro.
De Partij voor de Dieren wil dat Den Haag voorop loopt in de opdracht om de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal 2 graden Celsius. Daarvoor is het van grootste noodzaak om de eigen ambitie van de gemeente om koplopergemeente voor een CO2-neutrale stad te zijn, binnen afzienbare tijd in daad waar te maken en ervoor te zorgen dat de gemeentelijke organisatie met energiebesparing en gebruik van duurzame energie echt klimaatneutraal wordt.
In de rapportage spreekt het college over groene stroom. Groene stroom is een verzamelterm waarachter verschillende energiebronnen schuilgaan, zoals zonne-energie, windenergie en biomassa. Het gebruik van biomassa, zoals mais en palmolie, bedreigen de voedselvoorziening, zorgen voor ontbossing en dragen zelfs bij aan de opwarming van de aarde. Kan de wethouder aangeven wat hij onder groene stroom verstaat? Wordt het verstoken van biomassa ook gezien als een vorm van het opwekken van groene stroom?
De Partij voor de Dieren is voorstander van duurzame energie en warmte. Gezien het feit dat bij het verwarmen van de gebouwen van de gemeente veel gas wordt gebruikt, zouden wij van de wethouder willen weten in hoeverre hij heeft gekeken naar alternatieven voor gas en stadsverwarming die wel een bijdrage leveren aan het verduurzamen van de gebouwen. Graag een reactie van de wethouder.
De gemeente gebruikt de compensatie grotendeels om haar tekortkomingen in het verduurzamen van de gebouwen op te vangen. De compensatie wordt nu uitgedrukt in termen geld, een bedrag van 20 euro per ton CO2. Graag ontvangt de PvdD een overzicht van waar dit compensatiebedrag aan wordt besteed en hoeveel co2-uitstoot er daadwerkelijk met dit bedrag wordt gecompenseerd. Kan de wethouder daarin voorzien?
Een belangrijk punt waar duurzaamheidswinst valt te behalen is het wagenpark van de gemeente en het woon-werk verkeer van ambtenaren. In hoeverre heeft de wethouder gekeken naar de mogelijkheden om andere modaliteiten in te zetten en het gebruik van de fiets en het openbaar vervoer te stimuleren? Een andere mogelijkheid is het wagenpark te verduurzamen. Ziet de wethouder mogelijkheden om meer met elektrische auto’s te rijden en te zorgen voor oplaadpunten in gemeentelijke parkeergarages?
In 2013 zijn meer dienstvluchten gemaakt dan in 2012 en de Co2-uitstoot door vliegreizen is daardoor gestegen. De PvdD gaat ervan uit dat bij dienstreizen buiten Den Haag, binnen acceptabele afstanden de trein wordt gebruikt. Zo reizen Kamerleden binnen een straal van 750 km met de trein. De PvdD vraagt zich af in
hoeverre dit geldt voor de gemeentelijke dienstreizen. Kan de wethouder een overzicht geven van het gebruik van de verschillende modaliteiten bij een dienstreis? Heeft de gemeente hier regels voor? Tot hoeveel kilometer wordt gebruik gemaakt van de trein en wanneer wordt gekozen voor het vliegtuig?
Het college verstaat onder de CO2 bronnen van de gemeentelijke organisatie de huisvesting, openbare verlichting en gemalen en mobiliteit. Echter, ook de inkoop van de gemeente, zoals kantoorartikelen, straatverlichting en voedsel veroorzaken CO-uitstoot. Landbouw en voedselproductie draagt bijvoorbeeld voor ruim 18% bij aan CO2-uitstoot in de wereld. Dat is meer dan alle treinen, auto’s, schepen en vliegtuigen samen. Mijn vraag aan de wethouder is, waarom is duurzame inkoop van voedsel door de gemeentelijke organisatie buiten beschouwing gelaten in deze rapportage? Kan de wethouder toezeggen dat hij alsnog in een overzicht voorziet van de Co2-uitsoot die de gemeentelijke inkoop veroorzaakt?
Dan tot slot voorzitter, een vraag over bodemenergie. In het onlangs verschenen jaarlijkse rapport over milieugezondheidsrisico’s noemt het RIVM (Rijksinstituut voor volksgezondheid en Milieu) dit jaar expliciet de risico’s van warmte-koudeopslag voor de bodem. Het gaat dan vooral om de chemicaliën die worden gebruikt bij het boren in de bodem, maar ook om de risico’s van verzakking, inklinking en bodemafdekking.
Bij het beleidsterrein bodem vragen de experts aandacht voor verontreiniging door chemicaliën die worden gebruikt bij warmte-koudeopslag.
De Partij voor de Dieren wil graag dat de wethouder zowel in de voortgangsrapportage energievisie als in het beleidskader bodemenergie de risico’s en kansen voor milieu en gezondheid van de verschillende vormen van bodemenergie betrekt. Graag een reactie.
Dank u wel.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage commissie - PvdD op de bres voor de fietser
Lees verderBijdrage commissie - Verdediging initiatiefvoorstel DierENZorg
Lees verder