Bijdrage Evaluatie vast came­ra­toe­zicht 2016 – 2020


Cie Bestuur

8 december 2021

Voorzitter,

Deze evaluatie van het vast cameratoezicht in Den Haag zou moeten gaan over veiligheid en privacy. Privacy is in Nederland een recht, verankerd in de grondwet. Toch zijn er de afgelopen jaren steeds meer maatregelen genomen om dit recht in te perken. Identificatieplicht, het verzamelen van metadata, maar zeker ook de hoeveelheid beveiligingscamera's in de openbare ruimte.

Ik weet dat er in deze raad partijen zijn, die privacy ondergeschikt achten aan veiligheid. “Als je niets te verbergen hebt, heb je ook niets te vrezen.” Maar ​​onze vrije persoonlijke levenssfeer maakt ons tot wie we zijn, en is een basisrecht. Ook als je niets te verbergen denkt te hebben, kunnen gegevens in verkeerde handen terecht komen als we er niet voorzichtig mee omgaan.

Daarom vindt de Partij voor de Dieren fractie het eigenlijk vreemd dat deze evaluatie alleen gaan over veiligheid, en niet over privacy.

Afgezien van wat verwijzingen naar de Privacywet, lezen we niet terug dat de gemeente ook haar best doet om privacy en het gevoel van privacy te versterken. Is er bijvoorbeeld als eens onderzocht of we als gemeente nog wel voldoen aan onze eigen criteria voor cameratoezicht in het publieke domein?

Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan Criterium 10: cameratoezicht in het publieke domein dient kenbaar te zijn. Is het voor mensen eigenlijk wel duidelijk wanneer zij een gebied betreden waar cameratoezicht wordt gehouden? Vinden mensen dit belangrijk? Kan dit beter?

Of Criterium 8: het middel cameratoezicht dient selectief te worden toegepast. Hierbij valt te denken aan de afweging of ergens daadwerkelijk 24-uurs bewaking moet zijn, of dat het voldoende is om camera’s alleen in de avonduren actief te stellen.

Al deze zaken komen niet terug in deze evaluatie, en is daarmee eigenlijk incompleet, wat mijn fractie betreft.

Het enige criterium wat wel genoemd wordt, is Criterium 5: cameratoezicht in het publieke domein moet noodzakelijk zijn. Dit wordt expliciet genoemd, omdat er niet wordt voldaan aan dit criterium. In het voorstel van de burgemeester staat: “De cameragebieden in het Centrum en Scheveningen voldoen niet aan de door de raad gestelde voorwaarde dat voor heroverweging van het vast cameratoezicht er gedurende vijf aaneensluitende jaren een positieve trend aanwezig moet zijn.” Als ik het goed begrijp, stelt dit stuk dus voor om dat criterium te schenden. Is dat wat de burgemeester hier voorstelt? Als dat het geval is, wat is hier dan de onderbouwing van? In het stuk staat dat vanwege de corona maatregelen, de cijfers van 2020 niet goed vergelijkbaar zijn met die van vorige jaren. Is dat de enige reden dat de burgemeester deze voorwaarde naast zich neer wil liggen? Want mijn fractie is van mening dat dat dan heel duidelijk in het voorstel zou moeten staan en beter onderbouwd zou moeten worden.

Voorzitter, ik spreek me nogmaals uit namens alle inwoners van Den Haag die wel waarde hechten aan hun privacy en verzoek de burgemeester om privacy als volwaardig onderdeel mee te nemen in deze evaluatie. De werkinstructie met haar 10 uitgangspunten zouden hier als leidraad gebruikt kunnen worden. Graag een reactie van de burgemeester.

Dan heb ik nog een aantal vragen die bij mij opkwamen tijden het lezen van dit stuk.

Eerst iets over flexibele camera’s, al weet ik dat deze evaluatie daar niet om draait. We lezen hier dat, sinds de aanpassing van de artikel 151c Gemeentewet het onderscheid tussen vast- en flexibel cameratoezicht in strikt juridische zin niet meer bestaat, maar dit verschil in type cameratoezicht wordt landelijk en in de praktijk nog wel gehanteerd. Kan de burgemeester uitleggen wat dat precies betekent? Ook is mijn fractie benieuwd naar wat het afwegingskader is voor het plaatsen van flexibele camera’s. Als dit bijvoorbeeld in woonwijken gebeurt, worden bewoners hier dan bij betrokken of op zijn minst goed over geïnformeerd? Wordt met borden duidelijk gemaakt wanneer mensen een gebied betreden waar camera’s hangen, en dus niet alleen een bordje onder de camera zelf? Graag een reactie.

Tot slot een aantal vragen over ‘sensing data’. Waarom wordt hier gebruik van gemaakt? Privacy experts laten weten dat sensing data serieuze privacy schendingen met zich mee kan brengen. Sensing data maakt onderdeel uit van the Internet of Things, een concept wat voor veel mensen nog erg abstract is, maar waar al volop gebruik van gemaakt wordt. Privacy is hierbij nog onvoldoende geborgd. Valt de pilot met smart camera's voor geweldsdetectie hier ook onder? Of is dat een los project? Welke onafhankelijke privacy experts zijn hierbij betrokken? En hoe zit het met de camera’s van initiatieven zoals Living Lab Scheveningen en Smart City? Die worden niet ingezet bij de handhaving van de openbare orde, maar waarvoor dan wel? Waar staan ze? Waar worden ze voor gebruikt? Hoe wordt privacy geborgd? Ik ben benieuwd naar de beantwoording van de burgemeester.