Bijdrage Huis­vesting Isra­ë­lische Ambassade


Cie Riumte

9 januari 2019

We kunnen als Raad tevreden zijn. Door onze gezamenlijke inzet heeft Israël gekozen om zich ergens anders te vestigen. De Partij voor de Dieren is hier erg blij mee en blij dat de wethouder zich gaat inzetten om te zorgen dat Israël passende huisvesting kan vinden.

Voorzitter, een Rijksmonument gedeeltelijk slopen is niet zomaar iets en dit is voor de Partij voor de Dieren onacceptabel is. Mijn fractie hoopt dat de wethouder hier ook lessen uit zal trekken. In zijn beantwoording van de motie en onze schriftelijke vragen lees ik dat nog niet echt. Vandaar de vraag; welke lessen trekt de wethouder uit deze affaire?

Voorzitter, in elk geval is nu evident dat de wethouder niet, zoals vaak is beweerd, ‘verplicht was mee te werken’ en geen mogelijkheden had om een andere keuze te maken en de gedeeltelijke sloop tegen te houden. Juridisch klopt dit gewoon niet; dit blijkt duidelijk uit het juridisch advies van hoogleraar Blokker. Erkent de wethouder dat hij meer mogelijkheden had om in te grijpen en dat hij op basis van een eigen afweging van plan was om mee te werken? Is de wethouder het verder met mijn fractie eens dat deze casus laat zien dat er meer middelen zijn om te voorkomen dat onder het mom van een ambassade een Rijksmonument wordt gesloopt?

Dan voorzitter, ook de betrokkenheid van de Raad was in het voortraject miniem. Is de wethouder eens dat dit beter moet? Voordat een ontwerpomgevingsvergunning wordt verleend voor de gedeeltelijke sloop van een Rijksmonument past het toch om de gemeenteraad te informeren? Kan de wethouder dit voor het vervolg toezeggen?

Op deze manier kunnen we naast deze mooie uitkomst ook zorgen dat we ook in de toekomst goed voor onze monumenten zorgen.