Schrif­te­lijke vragen Laat wijk­beraad niet met de gebakken peren zitten


Indiendatum: 7 feb. 2024


Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Afgelopen week werd duidelijk dat na 40 jaar het Wijkberaad Vruchtenbuurt het pand aan de Abrikozenstraat in Den Haag waarschijnlijk vanaf 30 april moet verlaten. Het Wijkberaad Vruchtenbuurt organiseert in de wijk veel verschillende activiteiten voor de wijk, ook kunnen buurtbewoners er een ruimte huren. Aangeboden alternatieve locaties bieden niet voldoende ruimte om de aangeboden activiteiten voor de buurt in dezelfde omvang aan te bieden.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Robin Smit , Partij voor de Dieren, de volgende vragen:


1. Heeft de gemeente contact met de particuliere verhuurder van het pand aan de Abrikozenstraat over de opzegging van de huur?
2. Welke stappen onderneemt het college om het wijkberaad Vruchtenbuurt aan een (nieuwe) locatie te helpen?


De huidige situatie van het wijkberaad Vruchtenbuurt staat niet op zichzelf. Steeds meer bewonersinitiatieven en -organisaties verliezen hun fysieke onderkomen in de stad.


3.Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat bewonersinitiatieven en - organisaties van groot belang zijn voor de stad en daarom behouden moeten blijven?

4. In Rotterdam is het streven om in elke wijk een plek te hebben waar bewoners elkaar laagdrempelig kunnen ontmoeten en waar initiatieven zich kunnen vestigen. Ziet het college net als de Partij voor de Dieren een kans om dit ook in Den Haag te doen? Zo nee, waarom niet?

5. Is het college met bijvoorbeeld woningcorporaties of eigenaren van meerdere panden in de stad in gesprek om te kijken of daar mogelijkheden zijn voor het realiseren van wijkcentra?

6. Welk streven heeft het college met betrekking tot de hoeveelheid en bereikbaarheid van wijkcentra in Den Haag?


Robin Smit
Partij voor de Dieren


Indiendatum: 7 feb. 2024
Antwoorddatum: 24 apr. 2024

Het raadslid de heer Smit heeft op 5 februari 2024 een brief met daarin zes vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Afgelopen week werd duidelijk dat na 40 jaar het Wijkberaad Vruchtenbuurt het pand aan de Abrikozenstraat in Den Haag waarschijnlijk vanaf 30 april 2024 moet verlaten. Het Wijkberaad Vruchtenbuurt organiseert in de wijk veel verschillende activiteiten voor de wijk, ook kunnen buurtbewoners er een ruimte huren. Aangeboden alternatieve locaties bieden niet voldoende ruimte om de aangeboden activiteiten voor de buurt in dezelfde omvang aan te bieden.

1. Kan het college aangeven of de gemeente contact heeft met de particuliere verhuurder van het pand aan de Abrikozenstraat over de opzegging van de huur?

Nee, de gemeente heeft geen contact met de particuliere verhuurder.

2. Welke stappen onderneemt het college om het wijkberaad Vruchtenbuurt aan een (nieuwe) locatie te helpen?

De verantwoordelijkheid voor het vinden van nieuwe huisvesting ligt primair bij het wijkberaad. Vanuit het stadsdeel wordt uiteraard meegedacht over mogelijke alternatieven en waar nodig worden er verbindingen gelegd. Het wijkberaad heeft inmiddels een ander onderkomen gevonden bij HKV Achilles.

De huidige situatie van het Wijkberaad Vruchtenbuurt staat niet op zichzelf. Steeds meer bewonersinitiatieven en – organisaties verliezen hun fysieke onderkomen in de stad.

3. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat bewonersinitiatieven en -organisaties van groot belang zijn voor de stad en daarmee behouden moeten blijven?

Ja, het college deelt deze mening.

4. In Rotterdam is het streven om in elke wijk een plek te hebben waar bewoners elkaar laagdrempelig kunnen ontmoeten en waar initiatieven zich kunnen vestigen. Ziet het college net als de Partij voor de Dieren een kans om dit ook in Den Haag te doen? Zo nee, waarom niet?

Dit uitgangspunt heeft Den Haag ook. Wanneer een (bewoners)initiatief een ruimte zoekt, wordt er actief meegekeken naar ruimte, bijvoorbeeld door verbindingen te leggen met partners met het oog op slimme combinaties/ gecombineerd ruimtegebruik. Hierbij wordt breed gekeken naar de mogelijkheden bij bestaande locaties, waaronder wijkcentra, buurthuizen, bibliotheken en andere locaties die kunnen voorzien in een ontmoetingsruimte. De verantwoordelijkheid ligt, zoals eerder genoemd, bij de organisatie zelf. Tevens wordt momenteel gewerkt aan het Integraal Huisvestingsplan (IHP) Zorg en Welzijn (RIS318416). Hierbij wordt op stadsdeelniveau bekeken hoe we de fysieke infrastructuur van welzijnsvastgoed optimaal houden en waar nodig verbeteren voor de komende 10 jaar.

5. Is het college met bijvoorbeeld woningcorporaties of eigenaren van meerdere panden in de stad in gesprek om te kijken of daar mogelijkheden zijn voor het realiseren van wijkcentra?

Ja, het college is bereid om gesprekken te voeren met partners in het kader van ontmoetingsplekken. Het realiseren van wijkcentra is in dit kader niet van toepassing. In wijkcentra staat dienstverlening centraal, niet ontmoeting, zoals bij buurthuizen. Waar mogelijk worden ruimtes van wijkcentra beschikbaar gesteld voor (bewoners)initiatief en ontmoeting.

6. Welk streven heeft het college met betrekking tot de hoeveelheid en bereikbaarheid van wijkcentra in Den Haag?

Het streven is om de bestaande wijkcentra optimaal te benutten, met het oog op integraliteit van dienstverlening. Zowel in het IHP als het beleid voor de sociale basis (waar momenteel aan wordt gewerkt) zal dit terugkomen. Over de bereikbaarheid van de wijkcentra worden afspraken gemaakt met de hoofdhuurders (professionele welzijnsorganisaties). Het streven is dagelijkse openstelling op doordeweekse dagen.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,
Ilma Merx

de burgemeester,
Jan van Zanen