Raadsvragen Beleid ten aanzien van circusdieren
Indiendatum: apr. 2011
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Aanstaande zaterdag 16 april is het Wereldcircusdag.
Naar aanleiding hiervan alsmede naar aanleiding van het verlenen van vergunningen aan circussen die in hun acts gebruik maken van wilde dieren, stelt ondergetekende - onder verwijzing naar artikel 38 van het Reglement van Orde - de volgende vragen:
1) De gemeente heeft een voorbeeldfunctie.
Bent u met mij van mening dat entertainment met wilde dieren aan toeschouwers, en vooral kinderen, een slecht voorbeeld geeft over de omgang met dieren en de waarde van dieren?
Zo nee, graag een toelichting hierop.
Zo ja, bent u in dit kader bereid de burgers actief voor te lichten over het feit dat het gebruik van wilde dieren in circussen afbreuk doet aan de intrinsieke waarde van de dieren?
2) Is het u bekend dat steeds meer mensen, steeds meer gemeentes en ook steeds meer landen, het gebruik van wilde dieren in circussen afkeuren en dat veel gemeenten circussen met wilde dieren trachten te weren?
3) Bent u bekend met de uitspraak van de Europese Commissie waarin de commissie heeft geoordeeld dat het verbod op het gebruik van circusdieren in Oostenrijk legitiem wordt geacht?
4) U zegt in uw beantwoording van de schriftelijke vragen onder RIS 173190 het volgende: “Wij hebben echter wel zorg voor het welzijn van de circusdieren en hebben daarom in het verleden al bij de minister van LNV aangedrongen op aanvullende regelgeving met betrekking tot het welzijn van circusdieren.”
Kunt u aangeven of u voornemens bent bij de huidige minister van ELI aan te dringen op een verbod van circusdieren nu een dergelijk verbod niet in strijd is met Europese regelgeving? Zo ja, op welke termijn bent u voornemens dit te doen? Zo nee, waarom niet?
5) Bent u bekend met het feit dat de circussen Renz Berlin en Belly Wien in de bijlagen van het rapport 212 van Van Hall Larenstein met naam en toenaam worden genoemd bij geconstateerde misstanden met betrekking tot dierenwelzijn? Bent u ermee bekend dat de geconstateerde misstanden met betrekking tot de dieren zouden kunnen worden aangemerkt als overtredingen van artikel 36 lid 1 of 37 van de Gezondheids en Welzijnswet voor Dieren?
6) Acht u het, gezien het bovenstaande, acceptabel en bent u voornemens om, indien zij daarom verzoeken, een vergunning te verlenen aan de circussen Renz Berlin en Belly Wien?
7) Afgelopen jaren zijn er meerdere dieren ontsnapt uit circussen waarbij een gevaar ontstond voor de verkeersveiligheid of veiligheid van personen, dieren of goederen. Bent u met mij van mening dat de burgemeester, als verantwoordelijke voor de openbare orde en veiligheid, dit als weigeringsgrond voor een vergunning zou kunnen en mogen opvoeren?
8) In uw brief van 11 oktober 2010 (DSB/2010.414) geeft u aan dat het ontmoedigingsbeleid van de gemeente zich met name richt op het, als vergunningverlener, benadrukken van het van het belang van het dierenwelzijn.
Graag ontvangen wij een uitleg van de praktische uitvoering van dit ontmoedigingsbeleid.
Welk ontmoedigend effect heeft uw ontmoedigingsbeleid in de praktijk?
9)Bent u met mij van mening dat het dierenwelzijn van wilde dieren per definitie geschaad wordt door hen te huisvesten in krappe kooien en hen kunstjes te laten uitvoeren die tegen hun natuur indruisen?
10) In dezelfde brief geeft u aan dat u zich realiseert dat de inzichten rond dierenwelzijn aan het veranderen zijn. Bent u bereid om conform de nieuwe inzichten beleid te maken dat recht doet aan de intrinsieke waarde van de circusdieren? Zo ja, op welke termijn?
Tevens geeft u in deze brief aan mogelijkheden te willen bezien voor ander ontmoedigingsbeleid dat wordt gevoerd in collega-gemeenten.
11) De gemeente Groningen laat bij de aanvraag van vergunningen, circussen zonder wilde dieren prevaleren boven circussen met wilde dieren.
De gemeente Heemskerk is uitgeroepen tot de diervriendelijkste gemeente onder andere op grond van haar creatieve manier om circussen met dieren te weren. Zij nodigt jaarlijks zelf proactief enkele circussen uit zónder dieren. Dan zit de Heemskerkse circusjaaragenda vol en worden andere weigeringsgronden omzeild.
Wilt u overwegen één van bovenstaande constructies bij de afdeling vergunningen te gaan invoeren? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Met vriendelijke groet,
Marieke de Groot
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Gemeente Den Haag
Indiendatum:
apr. 2011
Antwoorddatum: 13 apr. 2011
sv2011.249
RIS 180273
Regnr. DSB/2011.280 Den Haag, 10 mei 2011
Inzake: Beleid ten aanzien van circusdieren
De gemeenteraad
Het raadslid mevrouw M.J.E. de Groot heeft op 13 april 2011 een brief met daarin elf vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Aanstaande zaterdag 16 april is het Wereldcircusdag. Naar aanleiding hiervan alsmede naar aanleiding van het verlenen van vergunningen aan circussen die in hun acts gebruik maken van wilde dieren, de volgende vragen.
1. De gemeente heeft een voorbeeldfunctie. Bent u met mij van mening dat entertainment met wilde dieren aan toeschouwers, en vooral kinderen, een slecht voorbeeld geeft over de omgang met dieren en de waarde van dieren? Zo nee, graag een toelichting hierop. Zo ja, bent u in dit kader bereid de burgers actief voor te lichten over het feit dat het gebruik van wilde dieren in circussen afbreuk doet aan de intrinsieke waarde van de dieren?
Het is ons niet bekend welke definitie u hanteert voor het begrip ‘wilde dieren’. In onze beantwoording gaan wij uit van de definitie zoals is vastgelegd in het zogenaamde ‘Dierentuinen
besluit’. Daarin wordt aangegeven dat het gaat om alle van nature in het wild levende diersoorten, met uitzondering van de diersoorten die voorkomen in de bijlage van het besluit aanwijzing voor productie te houden dieren en honden en katten. Het staat de bewoners van Den Haag vrij om te kiezen om een circus met al dan niet wilde dieren te bezoeken. Het college is zich er van bewust dat het gebruik van wilde dieren in circussen aan discussie onderhevig is. In de actualisatie van de nota dierenwelzijn zal worden bekeken in hoeverre het wenselijk en mogelijk is om hiervoor een restrictiever beleid op te stellen. Naar verwachting zal het college de raad daarover in 2011 informeren.
DSB/2011.280 2
2. Is het u bekend dat steeds meer mensen, steeds meer gemeentes en ook steeds meer landen, het gebruik van wilde dieren in circussen afkeuren en dat veel gemeenten circussen met wilde dieren trachten te weren?
Ja.
3. Bent u bekend met de uitspraak van de Europese Commissie waarin de commissie heeft geoordeeld dat het verbod op het gebruik van circusdieren in Oostenrijk legitiem wordt geacht?
Ja.
4. U zegt in uw beantwoording van de schriftelijke vragen onder RIS 173190 het volgende: “Wij hebben echter wel zorg voor het welzijn van de circusdieren en hebben daarom in het
verleden al bij de minister van LNV aangedrongen op aanvullende regelgeving met betrekking tot het welzijn van circusdieren.” Kunt u aangeven of u voornemens bent bij de huidige minister van
ELI aan te dringen op een verbod van circusdieren nu een dergelijk verbod niet in strijd is met Europese regelgeving? Zo ja, op welke termijn bent u voornemens dit te doen? Zo nee, waarom
niet?
Nee, het al dan niet verbieden van het gebruik van dieren in circussen is een eigen verantwoordelijkheid van de minister van ELI.
5. Bent u bekend met het feit dat de circussen Renz Berlin en Belly Wien in de bijlagen van het rapport 212 van Van Hall Larenstein met naam en toenaam worden genoemd bij geconstateerde
misstanden met betrekking tot dierenwelzijn? Bent u ermee bekend dat de geconstateerde misstanden met betrekking tot de dieren zouden kunnen worden aangemerkt als overtredingen van
artikel 36 lid 1 of 37 van de Gezondheids en Welzijnswet voor Dieren?
Nee, het college kent het rapport niet. De gemeente heeft geen toezichthoudende taak op de Gezondheids- en welzijnswet voor Dieren.
6. Acht u het, gezien het bovenstaande, acceptabel en bent u voornemens om, indien zij daarom verzoeken, een vergunning te verlenen aan de circussen Renz Berlin en Belly Wien?
Ja, de gemeente kan een vergunning aan welk circus dan ook niet weigeren op grond van dierenwelzijn.
7. Afgelopen jaren zijn er meerdere dieren ontsnapt uit circussen waarbij een gevaar ontstond voor de verkeersveiligheid of veiligheid van personen, dieren of goederen. Bent u met mij van mening
dat de burgemeester, als verantwoordelijke voor de openbare orde en veiligheid, dit als weigeringsgrond voor een vergunning zou kunnen en mogen opvoeren?
Nee, de mogelijkheid dat dieren ontsnappen is op zich geen weigeringsgrond voor een vergunning.
DSB/2011.280 3
8. In uw brief van 11 oktober 2010 (DSB/2010.414) geeft u aan dat het ontmoedigingsbeleid van de gemeente zich met name richt op het, als vergunningverlener, benadrukken van het belang van het dierenwelzijn. Graag ontvangen wij een uitleg van de praktische uitvoering van dit ontmoedigingsbeleid. Welk ontmoedigend effect heeft uw ontmoedigingsbeleid in de praktijk?
In de praktijk wordt de vergunninghouder meegedeeld dat men zich dient te houden aan alle wettelijke voorschriften. Het belang van dierenwelzijn wordt daarbij specifiek genoemd. Het effect hiervan wordt niet gemeten.
9. Bent u met mij van mening dat het dierenwelzijn van wilde dieren per definitie geschaad wordt door hen te huisvesten in krappe kooien en hen kunstjes te laten uitvoeren die tegen hun natuur
indruisen?
Circussen zijn voor de huisvesting en de verzorging van dieren gebonden aan de landelijke regels voor dierenwelzijn. Het toezicht hierop is een taak van het Rijk.
10. In dezelfde brief geeft u aan dat u zich realiseert dat de inzichten rond dierenwelzijn aan het veranderen zijn. Bent u bereid om conform de nieuwe inzichten beleid te maken dat recht doet aan
de intrinsieke waarde van de circusdieren? Zo ja, op welke termijn?
Zie beantwoording vraag 1.
11. Tevens geeft u in deze brief aan mogelijkheden te willen bezien voor ander ontmoedigingsbeleid dat wordt gevoerd in collega-gemeenten. De gemeente Groningen laat bij de aanvraag van vergunningen, circussen zonder wilde dieren prevaleren boven circussen met wilde dieren. De gemeente Heemskerk is uitgeroepen tot de diervriendelijkste gemeente onder andere op grond
van haar creatieve manier om circussen met dieren te weren. Zij nodigt jaarlijks zelf proactief enkele circussen uit zónder dieren. Dan zit de Heemskerkse circusjaaragenda vol en worden
andere weigeringsgronden omzeild. Wilt u overwegen één van bovenstaande constructies bij de afdeling vergunningen te gaan invoeren? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?
Zie beantwoording vraag 1.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen
Interessant voor jou
Raadsvragen Huisvesting en financiële nood Het Knagertje
Lees verderRaadsvragen vergunningplicht vermaak met dieren
Lees verder