Raads­vragen vergun­ning­plicht vermaak met dieren


Indiendatum: apr. 2011

Gemeenteraadsfractie Den Haag

Den Haag, 21 april 2011

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Naar aanleiding van de komst van de Knuffelfarm naar het Wateringse Veld op 23 april stelt ondergetekende - onder verwijzing naar artikel 38 van het Reglement van Orde - de volgende vragen:

De gemeente Den Haag telt 12 stadsboederijen waar het dierenwelzijn wordt gewaarborgd door het raadsbesluit “Boeren met Beleid”.
Op 23 april komt er een knuffelfarm naar de Wateringse veld waar iedereen kennis kan maken en kan knuffelen met de dieren.

1) Bent u bekend met dit initiatief?

2) Bent u met ons van mening dat het niet zinnig is om een mobiele kinderboerderij naar Den Haag te laten komen omdat wij in onze stad al 12 stadsboerderijen hebben waar iedereen kennis kan maken met de dieren die daar leven?

3) Op de stadsboederijen is het welzijn van de dieren gewaarborgd door het raadsbesluit “Boeren met Beleid”. Op reizende kinderboerderijen is dit besluit niet van toepassing.
Bent u het met ons eens dat wij in Den Haag “Boeren met beleid” hoog in het vaandel moeten dragen en om die reden geen mobiele kinderboerderijen zouden moeten toelaten?

4) In artikel 2:25 van de APV is bepaald dat kleinschalige activiteiten in de open lucht onder bepaalde voorwaarde geen vergunningsplicht hebben.
Bent u bereid om de APV op zodanige wijze aan te passen dat activiteiten waarbij levende dieren betrokken zijn in het vervolg altijd een vergunningplicht hebben waardoor het ook voor de Landelijke Inspectie Dienst makkelijker wordt het dierenwelzijn op deze evenementen te controleren?
Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

5) Bent u bereid om bij het verlenen van de vergunning voor activiteiten waarbij levende dieren betrokken zijn in het vervolg eisen te stellen die ten minste gelijk zijn aan hetgeen in het besluit “Boeren met beleid” is bepaald?
Graag een toelichting op uw antwoord.

Met vriendelijke groet,


Marieke de Groot David Rietveld Joris Wijsmuller Ingrid Gyomorei
Partij voor de Dieren GroenLinks Haagse Stads Partij SP

Indiendatum: apr. 2011
Antwoorddatum: 24 mei 2011

sv 2011.262
RIS 180358
Regnr. DSB/2011.303 Den Haag, 24 mei 2011
Inzake: Knuffelfarm
De gemeenteraad
De raadsleden mevrouw M.J.E. de Groot, de heren M.D. Rietveld en G.H.M. Wijsmuller en mevrouw I.M. Gyömörei hebben op 21 april 2011 een brief met daarin vijf vragen aan de voorzitter
van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
De gemeente Den Haag telt 12 stadsboederijen waar het dierenwelzijn wordt gewaarborgd door het raadsbesluit “Boeren met Beleid”.
Op 23 april komt er een knuffelfarm naar de Wateringse veld waar iedereen kennis kan maken en kan knuffelen met de dieren.

1. Bent u bekend met dit initiatief?

Ja.

2. Bent u met ons van mening dat het niet zinnig is om een mobiele kinderboerderij naar Den Haag te laten komen omdat wij in onze stad al 12 stadsboerderijen hebben waar iedereen kennis kan
maken met de dieren die daar leven? Het betreft een particulier initiatief. Het staat de initiatiefnemers vrij om activiteiten, zoals in dit geval een knuffelfarm, te organiseren.


3. Op de stadsboederijen is het welzijn van de dieren gewaarborgd door het raadsbesluit “Boeren met Beleid”. Op reizende kinderboerderijen is dit besluit niet van toepassing. Bent u het met ons
eens dat wij in Den Haag “Boeren met beleid” hoog in het vaandel moeten dragen en om die reden geen mobiele kinderboerderijen zouden moeten toelaten?
Zie antwoord vraag 2.
DSB/2011.303 2


4. In artikel 2:25 van de APV is bepaald dat kleinschalige activiteiten in de open lucht onder bepaalde voorwaarde geen vergunningsplicht hebben. Bent u bereid om de APV op zodanige wijze
aan te passen dat activiteiten waarbij levende dieren betrokken zijn in het vervolg altijd een vergunningplicht hebben waardoor het ook voor de Landelijke Inspectie Dienst makkelijker wordt
het dierenwelzijn op deze evenementen te controleren? Zo ja, op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Nee, dierenwelzijn bij particuliere activiteiten is geen verantwoordelijkheid van de gemeente. Deze taak is een bevoegdheid van het Rijk, zoals is vastgelegd in de Gezondheids- en welzijnswet voor
dieren. De handhaving van de naleving hiervan is belegd bij de politie en een aantal landelijke organisaties. Iedereen kan bij de politie of deze organisaties melding doen als dierenwelzijn in het
geding is. De minister van Veiligheid en Justitie heeft in april 2011 aangekondigd dat nog dit jaar de eerste lichting dierenpolitie operationeel wordt die specifiek is belast met deze taak. Tegelijk met de komst van de dierenpolitie wordt een landelijk alarmnummer voor dieren in nood en dierenmishandeling in gebruik genomen. Het college vindt het niet nodig, in het kader van de
deregulering ook niet wenselijk, om hiervoor als gemeente extra regels te stellen.


5. Bent u bereid om bij het verlenen van de vergunning voor activiteiten waarbij levende dieren betrokken zijn in het vervolg eisen te stellen die ten minste gelijk zijn aan hetgeen in het besluit
“Boeren met beleid” is bepaald?Graag een toelichting op uw antwoord.

Nee, zie antwoord vraag 4.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

Interessant voor jou

Raadsvragen Beleid ten aanzien van circusdieren

Lees verder

Raadsvragen over meeuwen die worden verjaagd uit havengebied Rotterdam

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer