Schrif­te­lijke vragen Bescherm het demon­stra­tie­recht


Indiendatum: 24 feb. 2025

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Woensdagavond 15 januari ontving de gemeenteraad verschillende experts op het gebied van het demonstratierecht. Deze bespreking heeft nieuwe, nuttige inzichten opgeleverd over de werking van het demonstratierecht en de tekortkomingen van de gemeente Den Haag in het maximaal faciliteren van dit grondrecht.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Robin Smit, Partij voor de Dieren, Fatima Faïd, Haagse Stadspartij en Hera Butt, GroenLinks de volgende vragen:

Omgang met vreedzame demonstraties

Den Haag heeft elk jaar te maken met een grote hoeveelheid demonstraties. Een demonstratie is in beginsel vreedzaam. De experts in de werkbespreking gaven ook aan dat hier altijd vanuit moet worden gegaan wanneer een demonstratie plaatsvindt, tenzij er concrete zaken plaatsvinden die het tegendeel bewijzen. Vanuit het uitgangspunt dat een demonstratie “within sight and sound” moet kunnen plaatsvinden, zal dit gepaard kunnen gaan met zogenaamde ‘overlast’. Bijvoorbeeld wanneer een demonstratiemars over de openbare weg loopt.

  1. Is het college het met de indieners eens dat ‘overlast’ of hinder voor het verkeer op zichzelf geen reden mag zijn voor het opleggen van een beperking van de demonstratie?
  2. Kan het college toelichten hoe zij het verschil bepalen tussen een vreedzame demonstratie en een demonstratie die (grootschalig) optreden van politie of beperkingen vereist?
  3. Hoe reflecteert het college op het gevoel dat leeft bij demonstranten en in de samenleving dat demonstraties niet gelijk worden beoordeeld en behandeld?
  4. Is het college het met de indieners eens dat meer terughoudendheid met het (grootschalig) inzetten van politie en opleggen van beperkingen bij demonstraties wenselijk is?

Naar aanleiding van de demonstratie op de A12 van 11 januari j.l., schreef een politieambtenaar een uitgebreide analyse over de gevolgen van de politie inzet [bijlage 1]. Deze ambtenaar verwees onder andere op de uitzonderlijke verkeershinder, die een stuk groter was dan de andere 39 keer dat op de A12 gedemonstreerd werd. Hij concludeert dat deze uitzonderlijke verkeershinder een gevolg was van de politie inzet bij het afzetten van de A12.

  1. Hoe reflecteert het college op de politie inzet van de demonstratie op de A12 op 11 januari 2024?

Standaard voorwaarden versus individuele afwegingen

De ene demonstratie is de andere niet. Een demonstratie kan een reactie zijn op actuele gebeurtenissen, of juist een terugkerende manifestatie om aandacht te vragen voor maatschappelijke kwesties. Daarom moet elke demonstratie individueel beoordeeld worden, zonder daarbij de inhoud van de demonstratie - mits niet strafbaar - mee te wegen. Toch staan op de website van de gemeente maar liefst 15 standaardvoorschriften voor organisatoren van een demonstratie. Tijdens de werkbespreking plaatsten diverse experts vraagtekens bij de rechtsgeldigheid van deze standaardvoorschriften.

  1. Is het college bekend met de kritische kanttekeningen bij de lijst van standaardvoorschriften die de gemeente oplegt bij demonstraties?
  2. Is het college het met de indieners eens dat het maximaal faciliteren van demonstraties ook betekent dat voorschriften vanuit de gemeente geen drempel mogen opwerpen voor (vaak kleine) organisaties van demonstraties?
  3. Is het college bereid om de lijst van 15 standaardvoorschriften kritisch onder de loep te nemen, met als doel zo veel mogelijk van die voorschriften te schrappen en alleen op te leggen wanneer de individuele situatie daarom vraagt? Zo ja, kan het college per behouden voorschrift motiveren waarom deze niet afgeschaft kan worden? Zo nee, waarom niet?

Naast de standaardvoorschriften op de website, bevat het Haagse demonstratiebeleid ook standaard beperkingen met betrekking tot het aantal demonstranten op verschillende locaties in de stad. Dit strookt niet met het uitgangspunt dat beperkingen op een demonstratie de uitzondering moet zijn en niet de regel.

  1. Is het college het eens met de indieners dat deze beperking in aantal demonstranten niet strookt met het uitgangspunt dat demonstraties maximaal gefaciliteerd moeten worden?
  2. Kan het college toelichten waarom er niet is gekozen om de getallen aan te houden als richtlijn en per demonstratie te beoordelen of de richtlijn past bij de gemelde demonstratie?
  3. Heeft het college deze standaard beperkingen in aantal demonstranten sinds het opstellen van het huidige demonstratiebeleid geëvalueerd? Zo nee, waarom niet?

 Drie trends omtrent demonstraties

Tijdens de werkbespreking besprak de hoogleraar Sociale verandering en conflict drie trends in het kader van demonstraties: verharding, groeiend wederzijds wantrouwen en grotere onvoorspelbaarheid. Ook constateerde zij dat er sprake is van groeiend politiegeweld. Niet alleen in cijfers, maar ook in heftigheid.

  1. Herkent het college de drie genoemde trends door de hoogleraar?
  2. Herkent het college de constateringen van de hoogleraar met betrekking tot de ontwikkelingen rondom politiegeweld? Welke acties onderneemt het college om deze ontwikkelingen een halt toe te roepen?

De opkomst van sociale media en de werking van reguliere media dragen bij aan de onvoorspelbaarheid van demonstraties, de verharding en het wederzijds wantrouwen. Bijvoorbeeld doordat er tijdens demonstraties specifieke beelden en situaties worden gedeeld, waar zowel burgers als politici hun reacties op baseren zonder de hele context te kennen. Ook de gemeente en de politie maken gebruik van social media om tijdens sommige demonstraties mededelingen te doen over de ontwikkelingen.

  1. Kan het college toelichten hoe wordt beslist bij welke demonstraties gebruik wordt gemaakt van de social mediakanalen van de gemeente om mededelingen te doen met betrekking tot een demonstratie? Welke criteria worden hiervoor gehanteerd?
  2. Hoe reflecteert het college op de gemeentelijke communicatie rondom demonstraties met het oog op de eerdergenoemde trends van verharding en wederzijds wantrouwen?
  3. Hoe reflecteert het college op hun eigen communicatie in zowel de media als de debatten met het oog op diezelfde trends?

Klachtenprocedure

In debatten over demonstraties hebben de indieners meerdere keren aandacht gevraagd voor de zorgen omtrent de klachtenprocedure bij de politie. Het doen van een klacht bij de politie vergt veel tijd, doorzettingsvermogen en energie - soms duurt het jaren voordat een klacht afgehandeld is. Demonstranten hebben het gevoel dat een klacht weinig effect heeft. Zelfs als klachten gegrond worden verklaard, is het onduidelijk hoe dit doorwerkt in de procedures en werkinstructies binnen de politieorganisatie.

  1. Heeft het college al een gesprek gevoerd binnen de driehoek over deze klachtenprocedure? Zo ja, wat is hier uitgekomen? Zo nee, waarom niet?
  2. Is het college het met de Partij voor de Dieren, Haagse Stadspartij en GroenLinks eens dat een functionerende klachtenprocedure tegen de politie een belangrijk onderdeel is van onze rechtstaat? En dat het doen van een klacht daarom altijd maximaal gefaciliteerd moet worden?

De burgemeester heeft meermaals aangegeven dat de klachtenprocedure ordentelijk en transparant verloopt. Toch is voor de raad niet inzichtelijk welke opvolging er aan (gegronde) klachten wordt gegeven binnen de organisatie.

  1. Kan het college uiteenzetten hoe de behandeling van een klacht verloopt, met daarbij specifiek aandacht voor de wettelijke termijnen van reactie en behandeling en of deze gehaald worden?
  2. Is het college bereid om samen met politie, demonstranten en belangenorganisaties te bekijken hoe hier meer transparantie over kan worden gegeven? Zo nee, waarom niet?

Robin Smit

Partij voor de Dieren

Fatima Faïd

HSP

Hera Butt

GroenLinks

[1]