Schrif­te­lijke vragen Licht­ver­vuiling


Indiendatum: apr. 2017

Aan de voorzitter van de gemeenteraad, mevrouw P.Ch. Krikke,
Vorige week zaterdag, op 25 maart, deden mensen over de hele wereld een uur lang het licht uit: voor de tiende keer was het Earth Hour, om aandacht te vragen voor klimaatverandering en de kwetsbaarheid van onze planeet.1 We zijn er trots op dat het Vredespaleis voor de tweede keer het decor was van het nationale ‘switch-off’ moment.

Het mooie aan Earth Hour is dat je je ook bewust wordt van de lichtvervuiling in onze stad: ’s nachts blijven in honderden bedrijfs- en kantoorpanden in onze stad de lichten aanstaan. Bovendien is het slecht voor de energierekening en het milieu. Voor de verlichting van de openbare ruimte, straatverlichting en het uitlichten van historische gebouwen is dit begrijpelijk, maar voor panden die ’s nachts niet gebruikt worden is dit onnodig.

Op grond van artikel 30 van het Reglement van orde, stellen wij het college daarom de volgende vragen:

1. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat er in haar eigen panden ’s nachts geen onnodig licht brandt?

2. Heeft de gemeente beleid en/of doelstellingen op het tegengaan van lichtvervuiling door bedrijfs- en kantoorpanden? Zo ja, wat voor beleid?
Zo nee, waarom niet? Spreekt de gemeente hier zelf bedrijven en instellingen bijvoorbeeld op aan?

3. Geeft de gemeente in het eventuele beleid of de doelstellingen een prioriteit aan panden aan de rand van natuurgebieden in parken, omdat lichtvervuiling daar de meest negatieve invloed heeft op de natuur?

4. Is het onnodig laten branden van lichten onderwerp van gesprek in de relevante duurzaamheidskringen?

5. Welke rol heeft de Omgevingsdienst Haaglanden in het tegengaan van lichtvervuiling? Handhaven zij of spreken zij bedrijven en instellingen aan op lichtvervuiling in het kader van de omgevingsvergunning of de omgevingswet?

Lobke Zandstra Christine Teunissen Arjen Kapteijns Anne Toeters Joeri Oudshoorn Michel Rogier
PvdA Partij voor de Dieren GroenLinks D66 Haagse Stadspartij CDA

Pieter Grinwis
CU/SGP

Indiendatum: apr. 2017
Antwoorddatum: 9 mei 2017

De raadsleden de dames Zandstra, Toeters en Teunissen en de heren Kapteijns, Oudshoorn, Rogier en Grinwis hebben op 3 april 2017 een brief met daarin vijf vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Vorige week zaterdag, op 25 maart, deden mensen over de hele wereld een uur lang het licht uit: voor de tiende keer was het Earth Hour, om aandacht te vragen voor klimaatverandering en de kwetsbaarheid van onze planeet. We zijn er trots op dat het Vredespaleis voor de tweede keer het decor was van het nationale ‘switch-off’ moment.

Het mooie aan Earth Hour is dat je je ook bewust wordt van de lichtvervuiling in onze stad: ’s nachts blijven in honderden bedrijfs- en kantoorpanden in onze stad de lichten aanstaan. Bovendien is het slecht voor de energierekening en het milieu. Voor de verlichting van de openbare ruimte, straatverlichting en het uitlichten van historische gebouwen is dit begrijpelijk, maar voor panden die ’s nachts niet gebruikt worden is dit onnodig.

1. Hoe zorgt de gemeente ervoor dat er in haar eigen panden ’s nachts geen onnodig licht brandt?

In alle panden voor ambtelijke huisvesting wordt de verlichting in principe automatisch door gebouwbeheerssystemen gedoofd. Bij overwerk of andere werkzaamheden wordt het tijdstip door de gebouwbeheerders handmatig aangepast. Overigens kunnen er altijd omstandigheden ontstaan, die het noodzakelijk maken de verlichting wel aan te laten.

2. Heeft de gemeente beleid en/of doelstellingen op het tegengaan van lichtvervuiling door bedrijfs- en kantoorpanden? Zo ja, wat voor beleid? Zo nee, waarom niet? Spreekt de gemeente hier zelf bedrijven en instellingen bijvoorbeeld op aan?

Nee. Het onderwerp is geregeld in landelijke wetgeving zie antwoord op vraag 5. Voor het aanspreken zie het antwoord op vraag 4.

3. Geeft de gemeente in het eventuele beleid of de doelstellingen een prioriteit aan panden aan de rand van natuurgebieden in parken, omdat lichtvervuiling daar de meest negatieve invloed heeft op de natuur?

In de groene gebieden, zoals Natura 2000-gebieden en ecologische verbindingszones, heeft natuur prioriteit. Lichtvervuiling dient zoveel mogelijk te worden voorkomen. Zo zijn in de lichtmasten in de Bosjes van Pex groene lampen aangebracht. De verantwoordelijkheid voor het al dan niet uit doen van de verlichting in panden blijft bij de eigenaar c.q. huurder van een pand liggen.

4. Is het onnodig laten branden van lichten onderwerp van gesprek in de relevante duurzaamheidskringen?

Het onnodig laten branden van verlichting en andere zaken zoals het uitdoen van printers en koffiezetapparaten wordt besproken in de duurzaamheidskringen en aan de orde gesteld in horecascans. Oplossingen passeren de revue om onnodig energieverbruik te voorkomen. Eigenaren en verhuurders worden er langs deze weg ook op gewezen dat het uit doen van verlichting niet alleen duurzaam is, maar ook kan leiden tot het verlagen van bedrijfskosten.

5. Welke rol heeft de Omgevingsdienst Haaglanden in het tegengaan van lichtvervuiling? Handhaven zij of spreken zij bedrijven en instellingen aan op lichtvervuiling in het kader van de omgevingsvergunning of de omgevingswet?

In het Activiteitenbesluit zijn voor een beperkt aantal activiteiten specifieke voorschriften opgenomen. Dit zijn voorschriften met betrekking tot het toepassen van assimilatieverlichting in de glastuinbouw en voorschriften met betrekking tot het verlichten van sportterreinen. Alle overige activiteiten waarbij lichthinder kan optreden vallen onder de zorgplicht van artikel 2.1 lid 2, onder h van het Activiteitenbesluit, “het voorkomen dan wel voor zover dat niet mogelijk is het tot een aanvaardbaar niveau beperken van lichthinder”.

Met deze zorgplicht wordt beoogd het beschermen van de omgeving, zijnde gevoelige objecten (o.a. woningen) tegen lichthinder. Lichtvervuiling wordt hier in beperkte mate mee voorkomen. Toezicht vindt plaats naar aanleiding van klachten.

In het kader van duurzaamheid wordt door de Omgevingsdienst Haaglanden bij elke reguliere milieucontrole aandacht besteed aan energieverbruik. Op grond van artikel 2.15 van het Activiteitenbesluit zijn bedrijven verplicht aandacht te besteden aan duurzaamheid. Onderdeel van duurzaamheid is o.a. het gebruik van verlichting. Naast energiezuinige verlichting wordt ook gewezen op het voorkomen van onnodig gebruik van verlichting.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Annet Bertram

de burgemeester,
Pauline Krikke


Interessant voor jou

Schriftelijke vragen na politiek debat Zeeheldenkwartier

Lees verder

Schriftelijke vragen toegankelijkheid tram- en OV-haltes voor rolstoel- en scootmobielgebruikers

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer