Schriftelijke vragen Stel paal en perk aan plaagdierenoverlast met voederverbod
Indiendatum: 31 okt. 2022
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Rondslingerend afval en voedsel op straten dat ratten-, muizen- en meeuwen en andere plaagdieren aantrekt is in sommige wijken van Den Haag aan de orde van de dag. Dat is niet alleen hinderlijk voor bewoners, het bedreigt ook de waterkwaliteit en fauna en zet de leefbaarheid van onze stad onder druk. In Leidschendam-Voorburg is om dezelfde redenen een voederverbod ingesteld voor de gehele gemeente.
Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Judith Klokkenburg (ChristenUnie/SGP) en Robin Smit (Partij voor de Dieren) daarom de volgende vragen:
1) Is het college bekend met het besluit van de gemeente Leidschendam-Voorburg om in de gehele gemeente een voederverbod in te stellen?
De overlast van ratten-, meeuwen en plaagdieren is, zeker in sommige wijken van Den Haag, groot. De belangrijkste oorzaak van de hoeveelheid aanwezige plaagdieren en de daarmee gepaarde overlast, is het veelvuldig dumpen van brood en voedsel in de openbare ruimte. In sommige wijken geldt daarom een voederverbod.
2) Is het college het met de ChristenUnie/SGP en de Partij voor de Dieren eens dat het effectiever is om ook de bron (voedseldumping) van de overlast aan te pakken, dan om alleen plaagdieren te bestrijden?
3) Kan het college aangeven welke effecten het heeft waargenomen bij de wijken waar momenteel een voederverbod geldt volgens de APV?
4) Op welke manier wordt op dit moment het voederverbod in de APV gehandhaafd? Hoeveel boetes zijn er reeds uitgedeeld voor overtreding van het voederverbod?
5) Kan het college aangeven wat er naast het voederverbod in bepaalde wijken verder preventief wordt gedaan om plaagdieren in geheel Den Haag te voorkomen?
6) Beschouwt het college de preventieve aanpak, het voorkomen van overlast, als effectief? Zo nee, wat kan er beter? En zo ja, waarom?
7) Kan het college aangeven wat er reactief gebeurt om plaagdieren in geheel Den Haag te bestrijden?
8) Beschouwt het college de reactieve aanpak, het handhaven op overlast, als effectief? Zo nee, wat kan er beter? En zo ja, waarom?
Onlangs is op het Paul Krugerplein een campagne gestart tegen het voeren van vogels.
9) Heeft de campagne effect gehad op de overlast van vogels? Als er positieve effecten zijn, is het college dan voornemens om een voederverbod in te stellen?
Het dumpen van voedsel, zoals rijst en brood, heeft een negatieve impact op de waterkwaliteit vanwege het hoge zout- en vetgehalte van brood.
10) Is het college het met de ChristenUnie/SGP en Partij voor de Dieren eens dat een
voederverbod kan bijdragen aan een betere waterkwaliteit van het Haagse open water? Zo
nee, waarom niet?
Europees is de Kaderrichtlijn Water (KRW) afgesproken. Die richtlijn is erop gericht de kwaliteit van
watersystemen te verbeteren. De verwachting is dat Nederland in 2027 nog niet overal aan deze
richtlijn zal kunnen voldoen.
11) Erkent het college dat een voederverbod bij zou kunnen dragen aan het halen van de KRWdoelstellingen in 2027? Zo nee, waarom niet?
12) Erkent het college dat een voederverbod ook bij zou kunnen dragen aan het verminderen van
het aantal botulisme-slachtoffers onder watervogels?
In Leidschendam-Voorburg is het voederverbod opgenomen in de APV.
13) Kan het college aangeven of het voornemens is een voederverbod voor heel Den Haag op te
nemen in de APV? Zo nee, waarom niet?
Judith Klokkenburg ChristenUnie/SGP | Robin Smit Partij voor de Dieren | |
Indiendatum:
31 okt. 2022
Antwoorddatum: 6 dec. 2022
Het raadslid mevrouw Klokkenburg-Reedeker heeft met het raadslid Smit op 31 oktober 2022 een brief met daarin dertien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
Rondslingerend afval en voedsel op straten dat ratten-, muizen- en meeuwen en andere plaagdieren aantrekt is in sommige wijken van Den Haag aan de orde van de dag. Dat is niet alleen hinderlijk voor bewoners, het bedreigt ook de waterkwaliteit en fauna en zet de leefbaarheid van onze stad onder druk. In Leidschendam-Voorburg is om dezelfde redenen een voederverbod ingesteld voor de gehele gemeente.
1. Is het college bekend met het besluit van de gemeente Leidschendam-Voorburg om in de gehele gemeente een voederverbod in te stellen?
Ja.
De overlast van ratten-, meeuwen en plaagdieren is, zeker in sommige wijken van Den Haag, groot. De belangrijkste oorzaak van de hoeveelheid aanwezige plaagdieren en de daarmee gepaarde overlast, is het veelvuldig dumpen van brood en voedsel in de openbare ruimte. In sommige wijken geldt daarom een voederverbod.
2. Is het college het met de ChristenUnie/SGP en de Partij voor de Dieren eens dat het effectiever is om ook de bron (voedseldumping) van de overlast aan te pakken, dan om alleen plaagdieren te bestrijden?
Ja.
3. Kan het college aangeven welke effecten het heeft waargenomen bij de wijken waar momenteel een voederverbod geldt volgens de APV?
De wijken Morgenstond, Moerwijk (Escamp) en Mariahoeve (Haagse Hout) zijn door het college aangewezen als locaties waar het verboden is dieren te voeren. Op grond van het aantal meldingen rattenoverlast in de stadsdelen Escamp en Haagse Hout leidt het college af dat het aantal meldingen over rattenoverlast in de drie wijken waar het voederverbod van kracht is niet sterk afwijkt met de trend in het totaal van de stad. Een uitgebreide rapportage over onder andere de ontwikkeling van meldingen van rattenoverlast is terug te vinden in de voortgangsrapportage Programma voor een Schone Stad 2021-2022 (RIS311561). In Q2 2023 volgt een rapportage over de ontwikkeling van rattenoverlast voor het jaar 2022.
4. Op welke manier wordt op dit moment het voederverbod in de APV gehandhaafd? Hoeveel
boetes zijn er reeds uitgedeeld voor overtreding van het voederverbod?
Handhavers die constateren dat het voederverbod wordt overtreden, kunnen handhavend optreden. In de praktijk constateren handhavers nauwelijks overtredingen op heterdaad. Er zijn twee waarschuwingen gegeven en geen boetes uitgeschreven. Om ervoor te zorgen dat mensen minder voeren, flyeren handhavers geregeld tijdens integrale handhavings- of leefbaarheidsacties en gaan zij hierover in gesprek met bewoners en ondernemers tijdens hun surveillancerondes. Het grotere bereik en de persoonlijke benadering hebben naar verwachting meer positieve invloed. Ook de komende tijd zullen flyeracties plaatsvinden.
5. Kan het college aangeven wat er naast het voederverbod in bepaalde wijken verder preventief
wordt gedaan om plaagdieren in geheel Den Haag te voorkomen?
Om overlast van ratten te voorkomen wordt ingezet op een combinatie van voorkomen, opruimen en bestrijden. Het voorkomen van overlast is een belangrijk onderdeel van de aanpak om plaagdieren te voorkomen. De bestrijding van ratten of het schonen van de buurt heeft immers weinig zin wanneer er binnen de kortste keren weer etensresten en afval in de buitenruimte worden achtergelaten. Wanneer ratten worden waargenomen kan daarvan een melding worden gemaakt. We zien dat de meldingsbereidheid aanwezig is. Naar aanleiding van meldingen worden maatregelen uitgevoerd om rattenoverlast tegen te gaan. Om rattenoverlast tegen te gaan is het voor de effectiviteit van belang dat verschillende interventies aan elkaar gekoppeld worden. De keuze voor interventies hangt af van factoren zoals het type overlast, de oorzaken, de locatie en de ervaringen met de werking van interventies in vergelijkbare situaties. De maatregelen kunnen variëren van aanpassingen in het openbaar groen, het plaatsen van extra afvalbakken tot aan de inzet van communicatie en participatie in de wijk.
Om de aanpak rattenoverlast succesvol te laten zijn in een gebied is een goede samenwerking nodig tussen de verschillende partijen zoals de gemeente, bewoners, ondernemers, woningbouwcorporaties en maatschappelijke partijen. Als maatregelen onvoldoende effect hebben, worden aanvullende maatregelen genomen of wordt het bestrijdingsproces opgestart.
De door meeuwen veroorzaakte overlast is maar deels terug te voeren op de aanwezigheid van voedsel in de openbare ruimte. Deze overlast gaat dan met name om het opentrekken van vuilniszakken, het stelen van voedsel van mensen en de overlast die optreedt als gevolg van voedseldumpingen. Het opentrekken van vuilniszakken wordt tegengegaan door het gratis beschikbaar stellen van meeuwenbestendige vuilniszakken. Het voorkomen dat meeuwen voedsel stelen is een verantwoordelijkheid van mensen zelf.
6. Beschouwt het college de preventieve aanpak, het voorkomen van overlast, als effectief? Zo nee, wat kan er beter? En zo ja, waarom?
De aanpak rattenoverlast is gericht op het beheersbaar houden van de omvang van de rattenpopulatie. In sommige wijken zijn de omstandigheden voor aanwezigheid van ratten groter dan in andere wijken. Deze omstandigheden hebben betrekking op de aanwezigheid van groen, water en de aanwezigheid van voedsel in de openbare ruimte. Met name in die wijken is een continue voortzetting van preventieve maatregelen noodzakelijk om de overlast beheersbaar te houden en de aanpak effectief te houden. In bepaalde wijken lukt het ook om de overlast te beheersen, in andere wijken heeft de aanpak wel tot vermindering van de overlast geleid, maar is de overlast nog niet beheersbaar.
Dat is o.a. de reden dat het college voor de aanpak van dierenplagen eenmalig een bedrag van 1
miljoen in het coalitieakkoord heeft opgenomen. Ook de overlast van meeuwen, voor zover deze
voedselgerelateerd is, wordt hiermee aangepakt. Op basis van ervaringen in de uitvoering worden
interventies toegevoegd aan de aanpak. In 2022 zijn bijvoorbeeld nieuwe communicatiemiddelen
ontwikkeld en is de samenwerking met woningcorporaties verstevigd. Hoewel we zien dat maatregelen effect hebben, zo worden bijvoorbeeld broodcontainers goed gebruikt, constateren we ook dat in sommige wijken nog meer inzet nodig is om overlast door plaagdieren beheersbaar te houden.
7. Kan het college aangeven wat er reactief gebeurt om plaagdieren in geheel Den Haag te
bestrijden?
Het aanpakken van ongewenst gedrag met betrekking tot afval maakt een belangrijk deel uit van de werkzaamheden van de Handhavingsorganisatie Tijdens de surveillance zijn de handhavers alert op bijplaatsen en er worden kosten voor het opruimen van bijgeplaatst afval verhaald op overtreders. Het college is van mening dat handhaving door toezicht, waarschuwen en beboeten als onderdeel van de integrale aanpak voor een schone stad een effectief en noodzakelijk instrument is. Bewustwording en naleving bevorderen op andere manieren, opruimen en bestrijden worden in samenhang met handhaving beschouwd om tot een effectieve aanpak tegen plaagdieren te komen.
8. Beschouwt het college de reactieve aanpak, het handhaven op overlast, als effectief? Zo nee, wat kan er beter? En zo ja, waarom?
Zie antwoord vraag 7.
Onlangs is op het Paul Krugerplein een campagne gestart tegen het voeren van vogels.
9. Heeft de campagne effect gehad op de overlast van vogels? Als er positieve effecten zijn, is het
college dan voornemens om een voederverbod in te stellen?
Bij het Paul Krugerplein is samen met woningcorporatie Staedion, welzijnsorganisatie Wijkz,
bewoners en ondernemers een actie gestart gericht op overlast door duiven, meeuwen en ratten. De actie was voornamelijk gericht op het voorlichten van bezoekers en omwonenden met als doel om het bewustzijn te vergroten over de schadelijke gevolgen van het voeren van dieren. In een artikel op de website van ´Schoon, doen we toch gewoon´ is een artikel geplaatst met meer informatie over de aanpak op het Paul Krugerplein (Posters en een rattenkunstwerk tegen ongedierte op het Paul Krugerplein). Het is nog niet geheel duidelijk wat de effecten zijn van de aanpak, maar de eerste signalen zijn positief. Het behoort vooralsnog niet tot de opties om een voederverbod voor het gebied in te stellen. Het college is namelijk van mening dat de inzet op gedragsverandering op de lange termijn betere resultaten oplevert met betrekking tot de overlast van plaagdieren.
Het dumpen van voedsel, zoals rijst en brood, heeft een negatieve impact op de waterkwaliteit
vanwege het hoge zout- en vetgehalte van brood.
10. Is het college het met de ChristenUnie/SGP en Partij voor de Dieren eens dat een voederverbod kan bijdragen aan een betere waterkwaliteit van het Haagse open water? Zo nee, waarom niet?
Het voeren van watervogels zorgt voor een extra aanvoer van voedingsstoffen naar het
oppervlaktewater wat kan bijdragen aan extra alg- en kroosgroei, wat negatief is voor de
waterkwaliteit. Om ervoor te zorgen dat er minder gevoerd wordt is een aanpak gericht op het
voorkomen van het voeren van dieren effectiever dan het instellen van een voederverbod. Daarom
worden er op plekken waar gevoerd wordt broodcontainers geplaatst. Daarnaast worden bewoners
geïnformeerd over de schadelijke gevolgen van het voeren van dieren.
Europees is de Kaderrichtlijn Water (KRW) afgesproken. Die richtlijn is erop gericht de kwaliteit van
watersystemen te verbeteren. De verwachting is dat Nederland in 2027 nog niet overal aan deze
richtlijn zal kunnen voldoen.
11. Erkent het college dat een voederverbod bij zou kunnen dragen aan het halen van de KRWdoelstellingen in 2027? Zo nee, waarom niet?
Wanneer er minder voedsel in het water komt, zal dat invloed hebben op de waterkwaliteit. Of een
voederverbod daaraan bijdraagt hangt vooral af van het naleven van dit verbod. Zie ook het antwoord op vraag 4.
12. Erkent het college dat een voederverbod ook bij zou kunnen dragen aan het verminderen van
het aantal botulisme-slachtoffers onder watervogels?
Botulisme is een voedselvergiftiging die ontstaat wanneer gezonde dieren in aanraking komen met
kadavers waarin de botulismebacterie zich heeft ontwikkeld en/of wanneer de gezonde vogels
insectenlarven eten die zich hebben gevoed met het (giftige) kadaver. Als gevolg van het voeren van vogels treden ter plaatse (tijdelijk) onnatuurlijk hoge concentraties aan vogels op, die mogelijk met een nog niet opgeruimd kadaver in aanraking komen en zo vergiftigd raken. Het ontstaan van botulisme op een locatie heeft dan ook geen relatie met het voeren van watervogels. Het voeren van watervogels kan wel de omvang van een al ontstane botulisme-uitbraak vergroten.
In Leidschendam-Voorburg is het voederverbod opgenomen in de APV.
13. Kan het college aangeven of het voornemens is een voederverbod voor heel Den Haag op te
nemen in de APV? Zo nee, waarom niet?
Het college ziet geen reden om meer locaties aan te wijzen waar het voederverbod van toepassing moet zijn. Het college vindt dat het effectiever is om overlast door plaagdieren als gevolg van het voeren van dieren te voorkomen door de huidige aanpak voort te zetten en waar nodig te intensiveren. Deze aanpak bestaat uit een mix van voorkomen, opruimen en bestrijden waarbij er speciale interventies mogelijk zijn voor overlast door het voeren van dieren.
Het college legt de focus op duurzame gedragsverandering ter voorkoming van het voeren van dieren in de openbare ruimte. Er kunnen verschillende maatregelen worden ingezet. Zo kan een
broodcontainer worden geplaatst die bewoners kunnen gebruiken als alternatief voor het voeren van dieren. Verder wordt ingezet op het geven van voorlichting over de schadelijke effecten van het achterlaten van brood en andere voedselresten in de openbare ruimte. Deze communicatie kan
plaatsvinden via flyers, posters en bordjes of zoals in stadsdeel Escamp en Laak door het aanbrengen van krijtverf op de stoep met de tekst ‘Voer geen vogels, dit trekt ratten aan’. In het artikel Helemaal gehad met de rat? worden tips gegeven hoe overlast door ratten voorkomen kan worden. Ook zijn er verschillende educatieve programma´s, zoals de broodlessen of het lespakket ´de Klieners’, waarin aandacht wordt gevraagd voor het niet voeren van dieren.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
Ilma Merx Jan van Zanen
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Bewoners Zorgvliet solidair met Oekraïne
Lees verderSchriftelijke vragen Daadkrachtige aanpak dierenmishandeling
Lees verder