Bijdrage Binck­horst


8 december 2021

Voorzitter, als ik de brief van de wethouder over de evaluatie naast het volledige rapport van de evaluatie houdt, moet ik toch concluderen dat de wethouder een beetje selectief heeft zitten shoppen in de conclusies die getrokken worden. Daarom wil ik beginnen met een aantal punten benoemen die de wethouder weg heeft gelaten.

  1. Het Omgevingsplan Binckhorst is in crisistijd opgesteld. Veel omstandigheden zijn inmiddels veranderd, maar omdat afspraken, zoals het reserveringssysteem, in planregels ipv beleidsregels zijn vastgelegd, konden die niet meer worden bijgesteld aan nieuwe omstandigheden. In praktijk is de raad hiermee buitenspel gezet. Net nadat het Omgevingsplan Binckhorst van start ging, veerde de markt weer op. Neemt de wethouder dit mee in de doorontwikkeling van de Binckhorst en hoe?

  2. Het ontwikkelen van plangebieden grotendeels overlaten aan marktpartijen kwam voort uit crisistijd, de gemeente had een faciliterende rol. Maar het is niet zo dat vanzelf en vanzelfsprekend dat marktpartijen de handschoen oppakken van het ontwikkelen van publieke belangen als maatschappelijke voorzieningen en openbare ruimte. Dat was ons als raad inmiddels ook wel duidelijk geworden, maar in deze evaluatie komt dat ook weer duidelijk naar voren. Wat gaat de wethouder concreet anders doen om dit op te vangen?

  3. De Binckhorst is eigenlijk te groot om als 1 gebied te benaderen. De wethouder zegt in zijn brief dat er afwegingen op deelgebiedsniveau afwegingen zullen worden gemaakt op functieniveau, maar hoe ziet dat er uit? Komt er echt een volledig nieuw omgevingsplan?

  4. Het salderen. In de brief van de wethouder komt niet terug dat dit instrument tot nu toe gewoon misbruikt is. Het wordt nu vooral ingezet om plannen haalbaar te maken ipv een bredere afweging te maken in het kader van de fysieke leefomgeving. ‘Fietsenrekken toezeggen om hoger te kunnen bouwen,’ lezen we terug. Wat vindt de wethouder daarvan?

  5. Ook het monitoren is niet goed uitgewerkt. Is dit inmiddels beter? Wat wordt er gemonitort en door wie?

  6. De organisatie. Wat mijn fractie echt mist in de brief van de wethouder, is een reflectie op het gebrek aan organisatie. Dit is een punt dat erg duidelijk naar voren komt in het evaluatierapport. Oorzaken die genoemd worden zijn dat de pilot vooral werd aangegrepen als juridisch instrument om ontwikkelaars tegemoet te komen. Pas later werd het opgepakt als organisatievraagstuk. Pas dan volgt een plan en een programmaorganisatie, maar die is verre van effectief. We lezen over weinig samenwerking, geen overkoepelende visie, onvoldoende participatie aan de voorkant. We lezen dat de raad beperkt betrokken was en dat niet alle beleidsdomeinen goed zijn verankerd in de pilot.


De conclusie van de evaluatie is duidelijk: er is echt een andere manier van werken nodig. Deze urgentie lees ik echter niet terug in de brief van de wethouder. Mijn fractie wil weten wat de doorontwikkeling Binckhorst, dus het nieuwe omgevingsplan, gaat inhouden. Welke aanbevelingen worden meegenomen en hoe worden die uitgevoerd? Op welk moment wordt de raad hierbij betrokken? En, zeer belangrijk, kunnen planregels nog worden omgezet in beleidsregels?

Kasteeltuin. Dit stuk had nog niet naar de raad gemoeten, want de zienswijze is nooit gepubliceerd. Ook is de termijn van 6 weken nergens genoemd. Dit is bijzonder slordig, benieuwd hoe de wethouder dit ziet. Krijgt deze procedure nog een herkansing?

Complimenten aan de Haagse Vogelbescherming voor hun zienswijze. Het Mijn fractie is het met hen eens dat de kasteeltuin zoals hij nu gepland staat van lage ecologische waarde is, zeker met het oog op de vogelpopulaties. Er worden in hun brief goede suggesties gedaan om dit onderdeel van de zogenaamde groene long ook daadwerkelijk van ecologische meerwaarde te laten zijn. Ik ben erg benieuwd hoe deze suggesties zijn ontvangen door het college en of de adviezen van de Haagse Vogelbescherming mee worden genomen. Graag een reactie.