Bijdrage Binck­horst


5 juni 2024

Voorzitter,


mijn fractie hecht veel waarde aan de culturele broedplaatsen die de Binckhorst rijk is. Maar alles van waarde is weerloos. Het type broedplaats dat de Binckhorst daadwerkelijk een rauw randje geeft, is meestal niet het type onderneming dat veel geld in het laatje brengt. Niet-commerciële voorzieningen voor kunst en cultuur moeten niet hoeven opboxen tegen hippe start-ups en grote ontwikkelaars. Wij moeten als gemeente voldoende ruimte reserveren voor kunst en cultuur en daarbij rekening houden met het type ruimte dat daarvoor nodig is. Een filmhuis of dansschool passen best naast een woontoren, maar oefenruimtes, ateliers en nachtcultuur moeten een beetje herrie en rommel mogen maken. Hoe stelt de wethouder voor dat in het hele proces van het ontwikkelen van een gebiedsvisie genoeg ruimte vrij wordt gemaakt voor kunst en cultuur? En hoe wordt bepaald hoe veel ruimte nodig wordt geacht? Op welke manier en op welke momenten worden de sector en de raad ook betrokken? Kan de wethouder dit proces toelichten?

Over de kades: worden deze natuurinclusief ingericht bij onderhoud? Hoe het rijk dit aanpakt bij hofvijver in kader van renovatie binnenhof is heel goed voorbeeld.

Over een leefbare wijk, het Kwaliteitsteam geeft dit aan:
“Zo is het belangrijk te weten hoe de bewoners van Pegasus, afgelopen jaar opgeleverd en betrokken, het wonen op en tussen bedrijfjes vinden. Wat leren we daarvan voor nieuwe projecten?” Op welke manier neemt de gemeente dit advies van het kwaliteitsteam mee; komt er een soort bewonersonderzoek na een tijdje? En maken we nu al afspraken met de verhuurder om instroom/uitstroom te monitoren? Wordt er aandacht gegeven aan luchtkwaliteit?