Bijdrage Half­jaar­rap­portage 2023 WMO


7 maart 2024

Voorzitter,

Ik deel mijn bijdrage op in een drietal onderwerpen.

Ik start met het vervoer. De signalen dat het vervoer niet functioneert worden er nog altijd niet minder om. Het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning is dat mensen zo lang mogelijk thuis moeten blijven wonen. We investeren daarnaast in het voorkomen van eenzaamheid onder ouderen te voorkomen en aan te pakken. Maar zonder vervoer geen bezoek aan de huisarts, familie of een gezellige activiteit. Inmiddels hebben we al heel wat debatten over dit onderwerp gevoerd, zowel het leerlingenvervoer als het doelgroepenvervoer. De aanbieder van onder andere het leerlingenvervoer heeft niks voor niks een boete gekregen voor de tekortkomingen. De PvdD wil dan ook weten van de wethouder wat de huidige stand van zaken is. De VVD vraagt hiernaar in de technische vragen, maar er blijven nog veel vragen voor mijn fractie onbeantwoord.

Want hebben alle maatregelen tot beter vervoer geleid? Is er inmiddels meer personeel aangenomen? Lukt het Noot om personeel te werven? Mijn fractie is toch wel echt verbaasd om in deze halfjaarrapportage terug te lezen dat Noot bezig is met het optimaliseren van de planning en het inzetten van groter vervoermaterieel. Dit maatregelen die in deze commissie vaak al langs zijn gekomen. Deze voortgangsrapportage dateert van voor de boete aan Noot. Wat voor urgentie en extra stappen heeft Noot nadien genomen?

Dan zetten we als gemeente in op het ondersteunen van vrijwilligers, maar voorzitter vrijwilligers zijn er natuurlijk niet om de gaten te dichten van waar de commerciële aanbieder tekortschiet. Een jaar geleden vroeg de PvdD de wethouder wat zij eraan gaat doen om te voorkomen dat vrijwillig vervoer wordt ingezet voor mensen die een WMO-aanvraag hebben gedaan bij de gemeente en nog wachten op een indicatie bijvoorbeeld. Ook cliëntondersteuners beamen dat vrijwillig vervoer regelmatig als alternatief voor Noot wordt ingezet. Dat kan niet de bedoeling zijn. Graag een reactie hierop van de wethouder.

Dan ga ik verder met huishoudelijke ondersteuning.

Bij mijn fractie zijn signalen binnengekomen dat er veel wisseling van huishoudelijke hulp binnen organisaties zijn. Wat natuurlijk gevolgen heeft voor cliënten. Daarom een aantal vragen hierover. Op welke wijze wordt er wel maatwerk toegepast, dus worden bijvoorbeeld inwoners die meer behoefte hebben aan vastigheid sneller gekoppeld aan een vaste medewerker? En welke maatregelen nemen we voor goede arbeidsomstandigheden voor huishoudelijke hulp? Om dat verloop te voorkomen.

Dan sluit ik af met de ondersteuning van mantelzorgers

Bij dit debat is de Actielijn informele zorg betrokken. Daarin wordt genoemd dat er altijd een onderzoek en keukentafel gesprek plaatsvindt met de mantelzorger om te kijken wat nodig is om mantelzorgers te ontzien en wat een mantelzorger wel en niet kan.

Maar helaas krijgt de PvdD wel signalen binnen dat WMO maatwerkvoorzieningen soms worden geweigerd omdat er al een mantelzorger in beeld is. Bijvoorbeeld huishoudelijke hulp. Terwijl niet iedere mantelzorger alle zorgtaken op zich kan nemen. Als een mantelzorger aangeeft dat de zorg te belastend is hoe wordt daar dan naar geluisterd? Hoe zorgen we ervoor dat in de praktijk hier echt maatwerk op wordt toegepast? Want wij krijgen andere signalen. Graag een reactie van de wethouder.