Bijdrage LER rapportage en advies
Voorzitter,
De Leefbaarheidseffectsrapportage. U kent de Partij voor de Dieren als voorstander, net als vele bewonersorganisaties. Goed dat we het daarom vandaag bespreken. Ik begin met een aantal bevindingen uit het evaluatierapport van Antea uit mei 2022.
Allereerst, de LER heeft een breed scala aan ruimtelijke en milieuaspecten in kaart gebracht, vanuit een integrale benadering die door gemeente, bewoners en stakeholders zeer gewaardeerd wordt. Dit heeft geleid tot een duidelijk inzicht in de status van diverse thema's die onze inwoners na aan het hart liggen. Het brengt de kwesties naar voren waarover men zich zorgen maakt en waarvoor men actie wil zien.
De agenderende functie van de LER heeft ruimte gecreëerd voor open gesprekken over de toekomst van onze wijken. Het stimuleert interactie en betrokkenheid onder bewoners en dient als een effectief communicatiemiddel richting ons, de gemeenteraad. De LER past goed bij de achterliggende doelen van de Wet Open Overheid en de Omgevingswet, die transparantie en betrokkenheid willen bevorderen, geeft Antea aan.
De LER wordt gezien als een waardevolle bron van kennis en als een middel dat de kwaliteit van onze discussies kan verhogen. Het maakt een datagedreven aanpak mogelijk. Daarnaast erkennen zowel de gemeente als professionele stakeholders de meerwaarde dat de LER vanuit bewoners is ontwikkeld en bijdraagt aan een betere samenwerking en integrale gebiedsontwikkelingen.
Voorzitter, je zou denken dat dit precies is wat men zou willen faciliteren als gemeente, samen met bewoners, en dat het college daarom enthousiast de LER zou omarmen.
Wat de praktische uitvoerbaarheid betreft, suggereert het Antea rapport dat de gemeente een actievere rol zou moeten nemen, in samenwerking met een klankbordgroep van bewoners. Dit benadrukt het belang van gedeeld eigenaarschap en ondersteuning in het gebruik en de ontwikkeling van de LER. Mijn fractie vraagt zich af: is het college hier al mee aan de slag? Hoe staat het hier nu mee?
In het coalitieakkoord, staat dat het college onder andere de leefbaarheidseffectrapportage inzet als middel om participatie vorm te geven. Om dit te kunnen bereiken moet de leefbaarheidseffectrapportage vanuit de gemeente natuurlijk wel aandacht krijgen: het is een systeem dat je in de basis juist voor de stad beschikbaar wil hebben en alleen dan kan het ook per gebied ingezet worden voor participatie. Als je pas bij de start van participatie gaat overwegen of de LER nuttig is terwijl er geen nulmeting klaarligt en geen expertise in de ambtelijke organisatie, zal altijd blijken dat het op dat moment veel geld en moeite kost om het te gebruiken. Het coalitieakkoord benadrukt wat de Partij voor de Dieren betreft hoe belangrijk het is dat de LER aandacht krijgt vanuit de gemeente, zodat het effectief ingezet kan worden voor participatie. Hoe is het college hiermee aan de slag gegaan?
Mijn fractie was dan ook verbaasd te lezen in de brief uit februari dat er op dit moment hard gewerkt wordt aan een eigen Haagse applicatie, een geografisch
Informatiesysteem, waarmee een actueel inzichtelijk worden gemaakt wat het
voorzieningenniveau is bij bestaande en toekomstige ontwikkelingen in Den Haag." Dat leest alsof het college het wiel opnieuw wil uitvinden. Hoe verhoudt dit zich tot de LER? Graag een reactie van de wethouder.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Raadsvoorstel richtinggevende normen voorzieningen en groen
Lees verderBijdrage Houd grip op subsidieregelingen
Lees verder