Bijdrage Nota voor­raad­beleid 2020


Cie Ruimte

17 maart 2021

Voorzitter,

Dank aan de wethouder voor dit document. Hierover een aantal vragen en kan me aansluiten bij veel van de al gestelde vragen.

Allereerst over de wijken waar geen kamerbewoning wordt toegestaan. Nu we de gevolgen zo zien vraag ik me af of de met het initiatiefvoorstel gevraagde 5% verkamering wel een goed idee is. Oorspronkelijk leek het een proxy te zijn voor leefbaarheidsgevolgen, maar dat is het eigenlijk niet. Als een wijk bijvoorbeeld al zeer verdicht is door splitsing kan er veel kamerverhuur daarbovenop plaatsvinden. Zo worden wijken, zoals het Belgisch Park en Ypenburg, die het beter kunnen hebben ontzien, terwijl wijken zoals Bezuidenhout en Vruchtenbuurt juist meer kunnen worden verkamerd. Op basis van welke leefbaarheidseffecten is dit een redelijk uitgangspunt vraag ik aan de wethouder? Is het niet beter om bij de indicator ook te kijken naar de verdichting in de wijk of toch volledig te kijken naar een hogere WOZ-waarde?

Voorzitter, verder vraagt mijn fractie zich af hoe wordt omgegaan met wijken waar veel verdichting plaatsvindt, zoals rond het CID? Zowel de WOZ-waarde als het aantal woningen neemt namelijk toe na de hoogbouw en dat betekent dat meer woningen kunnen worden verkamerd. Dit betekent juist dat wijken in het CID nog meer onder druk komen.

Dan nog een vraag over toeristische verhuur. Hoe is op de 30 nachten gekomen? De problemen in Den Haag wat dit betreft zijn toch niet vergelijkbaar met Amsterdam? Waarom wordt in tegenstelling tot Amsterdam zelfs de beperking gesteld op 5 verhuringen? Is dit echt nodig? Klopt het verder dat sociale woningen zijn uitgesloten van toeristische verhuur?

Kan de wethouder verder ingaan op het verschil tussen verhuur wanneer je aanwezig bent en wanneer dat niet het geval is? Ik begrijp dat mensen die nu via Airbnb een kamer jaarrond verhuren dit niet meer zouden mogen tenzij ze B&B-vergunning krijgen. Klopt dit? In veel bestemmingsplannen is dit überhaupt niet toegestaan. Wil de wethouder dit wel toestaan, bijvoorbeeld via een parapluherziening? Kan de wethouder specifiek ingaan op de inspraak?

Dan nog een vraag over shortstay. Hoe kijkt de wethouder naar dit fenomeen? Wil hij meer van dit soort plekken laten bouwen? Of zet hij juist in op woningbouw? De laatste tijd zijn namelijk veel plannen langsgekomen met meer shortstayplekken en meer hotels.