Bijdrage Raads­voorstel Voorlopig ontwerp Karperdaal en Steurdaal, Kraay­en­stein


Commissie Leef­om­geving

7 februari 2019

Voorzitter, vandaag is een bijzondere dag. Vele jongeren komen vandaag in actie en eisen een beter klimaatbeleid. Niet alleen in Den Haag maar over de hele wereld trekken jongeren nu aan de bel. Klimaat is niet iets dat alleen ver weg is, het is ook dichtbij. U zult denken wat heeft dit te maken met het voorliggende plan. Nou voorzitter, het plan gaat over groen dat een bijdrage levert aan het klimaat en de leefbaarheid. Zoals we in de werkbespreking over de bomen hebben gehoord leveren grotere en oudere bomen meer winsten op voor het ecosysteem. Zo vangen ze meer co2 af, vangen ze meer water op en zorgen ze voor verkoeling in de hete zomers.

De bomen dreigen te verdwijnen door scheve klinkers, vallende bladeren en belemmering van licht. Volgens het college zijn deze kleine natuurrampen niet in lijn met de ‘residentiekwaliteit’ die voor deze wijken is voorzien. Het gevolg: de prachtige, grote bomen worden gekapt en vervangen door nieuwe, verse sprietjes. Sprietjes waar dieren nauwelijks wat aan hebben, en die ook nooit meer zo groot mogen worden als de bomen die ze vervangen. Deze sprietjes vangen vele malen minder co2 af en water op. Maar ook in de toekomst wortelopdruk zullen veroorzaken, want de oorzaak van de wortelopdruk wordt niet weggenomen. Waarom kiest de wethouder niet voor het groen en de natuur en kiest hij voor de grootschalige kap?

Ziet de wethouder dit plan echt als een vergroeningsplan? Kan de wethouder aangeven waarom dit plan deels wordt bekostigd door geld uit het extra groen budget? Er komen kleinere bomen en dus minder groen; hoe kan dit worden gezien als extra groen?

De Partij voor de Dieren wil een omgekeerde aanpak voorstellen. Waar wortelopdruk plaatsvindt wil de Partij voor de Dieren juist ruimte voor de grote bomen scheppen. Vergroot de boomspiegels. Maak de groene wijk nog veel groener. Heeft de wethouder dit overwogen?

Tot zover mijn bijdrage.