Bijdrage Struc­tuur­visie CID


Cie Ruimte

27 januari 2021


Voorzitter,

Waar stemmen we mee in en wat zijn de gevolgen van ons besluit? Zelfs na goed lezen heeft de raad geen flauw idee. En hoe gaan we het betalen? Ook daar hebben we geen enkel zicht op. De eerste vraag van mijn fractie aan de wethouder is om in te gaan op wat de belangrijkste keuzes zijn die we maken en hoe we het gaan betalen. Ook vraag ik de wethouder in te gaan op de waardevolle inspraak van de prachtwijken CID. Ik hoop dat de wethouder zijn stuk terugtrekt en met een beter plan komt.

Want voorzitter, de vaagheid en veelheid aan stukken probeert te verhullen dat de helft mist. Het college blijkt vooral goed in vooruitschuiven. Ten aanzien van de participatie, voorzieningen, de beeldkwaliteit, de circulariteit, het groen, de stikstof en de mobiliteit. Ik loop ze allemaal na.

Allereerst de participatie. Hier is het credo wegschrijven en vooruitschuiven. Wat mijn fractie betreft is dit niet hoe participatie zou moeten gaan. Ook omdat veel zienswijze gelijkluidend zijn. Kan de wethouder hierop ingaan? Waarom wordt niks met de zienswijze van de vele wijkorganisaties gedaan? Kan de wethouder verder ingaan op hoe de raad en bewoners bij de verdere uitwerkingen worden betrokken, bijvoorbeeld in de deelgebieden? Heeft het vaststellen van dit document gevolgen voor de Verklaring van geen bedenkingenprocedure?

Ten tweede, de voorzieningen. We hebben nu eindelijk een LER-nulmeting, maar nog steeds niet de meting na voltooiing van de structuurvisie. Terwijl dit juist interessante cijfers kunnen opleveren. Waarom is hier niet voor gekozen? Volgt dit nog?

Wat de Partij voor de Dieren opvalt is dat het college heel concreet wordt als het over woningen gaat, maar vaag over het realiseren van voorzieningen. Bijvoorbeeld in de stukken over Laak worden allerlei plannen gepresenteerd, maar geen van de plannen bevat voorzieningen. Hoe kan dit goed gaan? Als we zien dat er van alle torens al artist-impressions zijn, maar geen enkel concreet plan is er voor voorzieningen. Die komen dan toch nooit op tijd? Waarom wordt er niet expliciet ruimtes gereserveerd in de plinten van gebouwen?

Veel lijkt dus vooruit te worden geschoven. Er wordt gezegd dat er nader moet worden bepaald welke voorzieningen nodig zijn en waar deze precies moeten komen. Maar voorzitter, dat komt dan rijkelijk laat. Eerst met duizenden extra woningen instemmen en dan later bedenken dat een basisschool en middelbare school nodig zijn is niet de juiste gang van zaken. Voorzitter, wanneer worden deze zaken concreet? Wanneer wordt bijvoorbeeld vastgelegd waar de voorzieningen bij Laakhaven komen? En waarom is niet het uitgangspunt van de huidige situatie, bijvoorbeeld weergegeven in de LER, genomen?

Ten derde, de beeldkwaliteit. Als mijn fractie de artist-impressions ziet, bijvoorbeeld in Laakhavens dan is het wel even schrikken. Is dit het beste wat Den Haag heeft te bieden? Een voorbeeld is de Verheeskade. Daar wordt hoog gebouwd omringd door asfalt, asfalt en nog meer asfalt. En ergens staat nog een verdwaalde boom waarbij het de vraag is of hij er uiteindelijk komt. Is dit het beste wat we kunnen bouwen? Wel wordt nog gezegd dat de kwaliteit moet worden gemonitord; maar dan zijn we te laat.

Ten vierde, de circulariteit. Er staat ‘een strategie ten aanzien van circulair bouwen ontbreekt nog, waaronder de wijze waarop materialen uit bestaande bebouwing en infrastructuur in het gebied hergebruikt kunnen worden.’ Komt deze strategie er? Welke eisen zullen aan circulariteit worden gesteld?

Ten vijfde het groen. Het college zegt te mikken op 8m2 per woning. Dat is nu nog 16m2. Waarom zo’n lage norm? En dan zegt het college er nog bij dat ‘vooral de ambitie voor groen onder druk’ komt te staan. Ook hier blijft dus vaag hoe we concreet gaan zorgen dat er voldoende groene ruimtes zijn. Nu lijkt elk plot te worden volgebouwd, maar dan blijft er geen ruimte over voor een parkje bijvoorbeeld. Graag een reactie. Waarom niet meer doen voor onze groene longen? Ook hier lijkt het mantra vooruitschuiven.

Ten zesde de natuur en stikstof. Hier past het college de stikstofsystematiek toe die juist tot problemen heeft geleid. Gokken op de toekomst. Letterlijk zegt het college “Voor de uiteindelijke uitvoering van de Structuurvisie CID kan het al dan niet inzetbaar zijn van de dan beschikbare maatregelen echter wel van invloed zijn op de fasering van de uitvoering en mogelijk ook op de uiteindelijke uitvoerbaarheid van de Structuurvisie CID.” En dit terwijl in de MER men duidelijk zeg ‘het stoplicht staat op rood’. Bij deze onzekerheid; waarom nu dan in strijd met het MER-advies de visie vaststellen?

Tot slot, de mobiliteitstransitie. Hier hangt veel vanaf. Naast groen hangt de verlaging van de stikstof, luchtkwaliteit en het geluid hiervan af. En ook hier is er vaagheid alom. Er is zelfs een geraamd tekort van € 340 mln in de aankomende 20 jaar. Ook wordt te weinig ruimte gereserveerd voor het OV; vele insprekers noemden het al. De kans is dus best groot dat de mobiliteitstransitie wegens een tekort aan middelen zo’n vaart niet zal lopen. Denkt de wethouder gelijk aan de vorige; na mij de zondvloed?

Tweede termijn

Voorzitter,

Ik vraag me af of we vanavond wijzer zijn geworden. De wethouder laat een heel pak papier pontificaal zien, maar de vaagheid en veelheid aan stukken heeft niet kunnen verhullen dat het stuk beter kan en moet. En dit zien de insprekers en de hele raad. Wij hebben een deja vu naar de Binckhorst en in het CID lijkt het college het er nog slechter vanaf te brengen.

Dit dossier voelt als het sturen van een mamoettanker in de mist. Mijn fractie heeft geen vertrouwen dat de wethouder dit goed oppakt als hij niet bereid is om het raadsvoorstel aan te passen. Waarom nu een vaag document vast stellen, terwijl er ook een goed document kan liggen waar we wat aan hebben? Waarom niet de voorzieningennorm in de structuurvisie opnemen? Kan de wethouder daarbij specifiek ingaan op het verschil tussen de normen in beide documenten? Dat alleen al rechtvaardigt toch een aanpassing?

De wethouder heeft verder in de beantwoording niet ingegaan op hoe het groen nou echt geborgd wordt. Mijn fractie vreest dat we daarvoor te laat zullen zijn. Ook rond stikstof is het antwoord onbevredigend; de MER is duidelijk. Wat we nu doen kan niet.

Dan de gebiedsuitwerkingen waar steeds naar vooruitgeschoven wordt. Worden die aan de raad ter vaststelling gestuurd? Is dat wanneer groen wordt vastgelegd?

Voorzitter, ik hoop oprecht dat de wethouder gelijk krijgt en zijn laconieke houding terecht blijkt. Hier heeft mijn fractie op basis van de beantwoording echter geen vertrouwen in.