Bijdrage Woningzoekendenraad
Ruimte
Voorzitter,
Altijd feestelijk om een initiatiefvoorstel vanuit de raad te bespreken. Dank aan D66 en specifiek aan de heer Noorlander voor dit voorstel over de oprichting van een Haagse woningzoekendenraad. De Partij voor de Dieren waardeert het streven naar betere participatie, maar heeft ook fundamentele zorgen.
Allereerst vraagt mijn fractie zich af hoe dit voorstel ervoor zorgt dat de woningzoekendenraad écht een goede afspiegeling van alle woningzoekenden wordt? De huidige opzet leunt op vrijwillige deelname. Dit roept dan ook gelijk de vraag of je niet een selectie krijgt van een type woningzoekenden. Niet iedereen heeft namelijk de mogelijkheid om actief te worden voor iets dat veel vergadertijd vergt. Zo dreigt een grote groep – degenen die financieel of praktisch niet de ruimte hebben – buiten de boot te vallen. Hoe eerlijk is de stem van de woningzoekendenraad dan nog? Wij horen graag hoe D66 dit wil voorkomen.
Daarnaast vragen wij ons af of het voorstel niet uitgaat van een premisse die onjuist lijkt - namelijk dat woningzoekenden specifiek onderbelicht blijven. Rondom de woonvisie hebben we bijvoorbeeld veel voorbeelden gezien van inbreng namens woningzoekenden, zowel bij de participatie als in de inspraak hier in de raad. Hoe verhoudt de woningzoekendenraad zich tot deze bestaande structuren, en voegt deze echt iets substantieels toe? We zijn benieuwd hoe de indiener hier tegenaan kijkt.
Een andere vraag: wie is eigenlijk woningzoekende? En wat bindt een student die een kamer zoekt met iemand die droomt van een huis met een tuin? Het idee dat uiteenlopende groepen samen onbetaald gaan vergaderen om coherent advies te geven over complexe bouwplannen klinkt, eerlijk gezegd, lastig voorstelbaar en als iets wat risico voor zanderigheid en efficiëntie in zich heeft. Dit brengt me op de belangrijkste zorg van mijn fractie: top-down versus bottom-up.
De Partij voor de Dieren vraagt zich af of dit voorstel werkelijk gedragen wordt vanuit de stad. We horen graag de visie van de indiener hierop. Hebben organisaties hier bijvoorbeeld om gevraagd? En als dat al zo is, hoe kijken zij tegen de praktische organisatie aan en in welke mate is die randvoorwaardelijk? Wie gaat er tijd vrijmaken, waar vergaderen ze, en willen bestaande organisaties dit extra gremium eigenlijk wel - zonder dat de invulling duidelijk is? Zonder antwoorden op deze vragen vindt de Partij voor de Dieren een streven tot invoering op dit moment voorbarig.
Dan ook twee vragen aan het college. Het college erkent in haar preadvies dat een woningzoekendenraad idealiter ‘bottom-up’ ontstaat, zoals bewonersorganisaties.Waarom adviseert het college dan toch om aan te sturen om dit ‘top-down’ initiatief in het derde kwartaal van 2025 al actief te krijgen? Waarom ziet het college dit niet als voorbarig?
Aan het college wil ik ook vragen te reflecteren op de stelling in het pre-advies dat ‘op dit moment het vooral belangenorganisaties en individuen die negatief worden geraakt door nieuwbouwplannen die zich laten horen’; mijn fractie vraagt zich af of dit de manier is waarop het college over betrokken inwoners wil spreken? Zijn zij negatief geraakt of zetten zij zich juist ook in voor een evenwichtige buurt? Zijn belangenorganisaties persoonlijk ‘negatief geraakt’ of zetten zij zich in voor het maatschappelijk belang dat juist verdiend gehoord te worden? Waarom lukt het het college steeds niet om met een meer waarderende en constructieve stem over deze groepen te spreken.
Tot zover.
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Bijdrage Visie op de ondergrond
Lees verderBijdrage Vaststelling bestemmingsplan Zichten 2, 3 en 7 en Sportpark Escamp
Lees verder