Bijdrage Woon­wa­gen­debat

Voorzitter,

Nog altijd worden woonwagenbewoners in Den Haag ongelijk behandeld. Dat zelfs een rechterlijke uitspraak, die duidelijk oordeelt dat de gemeente Den Haag in strijd handelt met het discriminatieverbod, nog niet geland lijkt te zijn, is voor de Partij voor de Dieren onbegrijpelijk.

Voorzitter, ik begin met de nota. Daarin zijn wat ons betreft helaas een aantal zaken problematisch. Over verticale uitbreiding is al het één en ander gezegd, maar wat mijn fractie mist is een besef van waar het over gaat. En dat heeft ook veel te maken met het vreselijk beperkende bestemmingsplan uit 2009 en de context van het vreselijke uitsterfbeleid en wat daar allemaal door de gemeente als dwangmiddel is gebruikt. En met die voorgeschiedenis kan je nu absoluut geen omstreden teksten in een nota zetten, maar moet je juist zorgvuldig en samen met de gemeenschap tot een tekst komen waarmee mensen echt geholpen worden en begrepen zijn. Het voorstel om deze passages bij een toekomstige actualisatie te corrigeren is daarom onbegrijpelijk. Graag een reactie hierop.  

Ten tweede het Be-Flex onderzoek. De rechter is daar vernietigend over geweest. Het onderzoek sloot veel mensen onterecht uit en gaf een onvolledig beeld van de woonbehoefte. Eigenlijk verwachtte mijn fractie een analyse van het vonnis en wat er mis was gegaan, en niet een herhaling van dit onbruikbare woonbehoefteonderzoek. Wat onze fractie betreft is het hoofdstuk over de woonbehoefte dus onbruikbaar in deze vorm en moet de insteek veel meer gericht zijn op het analyseren van het vonnis en uitwerken wat er nodig is om daaraan te voldoen. Heeft het college dit al in beeld? Want het vonnis uit mei 2024 stelt ook een duidelijke deadline: binnen 5 jaar moet de discriminerende ongelijkheid verholpen zijn. We missen een plan om hieraan te voldoen. Kan het college aangeven hoe ze hier tegenaan kijkt?

Ten derde de financiële paragraaf. Die lijkt inmiddels achterhaald, zeker gezien de informatie die we nu ook horen over de Henri Faasdreef. De overkoepelende vraag bij al deze punten is of het college bereid deze nota op dit moment in te trekken, en te werken aan een verbeterde, meer gedragen versie – met een nieuwe financiële paragraaf, en een hoofdstuk woonbehoefte dat recht doet aan het vonnis van de rechter.

Voorzitter, dan het tweede grote onderwerp. De verhuizing van de gezinnen en de woonwagens van de Energiestraat naar de Henri Faasdreef. Een project dat door de raad is aangemerkt als topprioriteit. Maar voorzitter, eerlijk gezegd is het schokkend wat er vorige week aan het licht kwam.

De Partij voor de Dieren was totaal verrast door een konijn uit de hoge hoed dat er opeens sprake is van een grondexploitatie met een financieel tekort. In november 2023 is daar bij het raadsbesluit niets over gezegd. In juni 2024, bij de afdoening van de motie over de planning, evenmin. Ook de nota zelf rept hier niet over. En dan ineens lezen we in een brief dat er een financieel tekort is. Kan de wethouder vertellen wat hier nu aan de hand is en gebeurd is? Waarom komt deze informatie pas nu boven tafel? En klopt de lezing dat de raad en de betrokken bewoners hierdoor dus maandenlang onjuist geïnformeerd zijn? Graag een reactie.

Voorzitter, dan een tweede punt: de tijdelijke huisvesting. Uit de brief blijkt dat dit niet gaat om een paar weken, maar om een langdurige periode. Maar wat ook duidelijk is, is dat die tussentijdse huisvesting alleen mogelijk is als er overeenstemming is met de gezinnen zelf. 
Maar hoe realistisch is dat, gegeven wat er nu allemaal gebeurt lijkt te zijn qua beloftes die niet nagekomen zijn? Hoe ziet het college voor zich dat hier draagvlak voor kan ontstaan?

Een derde vraag gaat over de planning tot dusver. Hoe kan het zijn dat bij het besluit eind 2023 onder deze wethouder de verwachting was dat eind 2024 mogelijk lijkt voor realisatie van de standplaatsen en nu deze zelfde wethouder eind 26 zegt? Zo’n planning is toch onnavolgbaar?

Voorzitter, de tijd dringt. Niet alleen juridisch, maar ook gewoon om het juiste te doen voor de gemeenschap van woonwagenbewoners. Zodat de gemeente echt laat zien te breken met het verleden.