Bijdrage Ziens­wijze Bedrij­ven­schap Harna­schpolder


Maiden­speech

3 april 2024

Geachte voorzitter, leden van de raad, en iedereen die meeluistert,

Allereerst veel beterschap gewenst aan mijn collega Hanneke Schmeets, die ik tijdelijk mag vervangen.

Dan, voorzitter. Vandaag, precies negen jaar geleden, maakte ik een bijzondere voettocht. Op de eerste lentedag startte ik vanuit Frankrijk mijn pelgrimstocht naar Santiago de Compostela. En als je deze tijd van het jaar veel buiten bent dan heb je het plezier dat je de natuur ziet ontwaken. Ik liep tussen bloeiende bomen, langs het kabbelende smeltwater, en zag de dieren die na een lange winter weer tevoorschijn kwamen. Maar, niet alles was mooi. Ik zag ook dieren gruwelijk lijden, zoals koeien die gewelddadig vrachtwagens ingedreven werden, hun levenseinde tegemoet. En dat raakte me diep. Want helaas zijn dit geen uitzonderingen. Geen enkele koe verkiest een donker hok op wielen, vol angstige soortgenoten, boven de buitenlucht. En geen enkele koe kiest het slachthuis boven het opgroeien met haar kinderen. Het zijn mensen die hen op gewelddadige wijze daartoe dwingen. En het zijn afschuwelijke praktijken, vol leed en onrecht. En hoewel ik al langer lid van de Partij voor de Dieren was, wist ik toen: ik moet meer doen. Want ik wil niet accepteren dat we als mensheid wegkijken van het onnodige leed dat we andere levende wezens aandoen.

Voorzitter, de verleiding van een maidenspeech is om over allerlei interessante zaken uit te wijden, zo ook over een pelgrimsroute. Maar ik zal daar nu over ophouden. Gelukkig zijn we als Partij voor de Dieren fractie hier op het stadhuis gezegend met uitstekende buren zoals de ChristenUnie/SGP, bij wie ik altijd met plezier langs ga en waar altijd ruimte is om zonder tijdsdruk over levensbeschouwelijke thema's te reflecteren.

Met onze andere buren, de fractie van de SP, deel ik een hobby die ik aan mijn studie filosofie heb overgehouden. Dit betreft: etymologie, de studie van de herkomst van woorden. Want voorzitter, woorden vertellen ons veel, over ons verleden en over ons heden. Bijvoorbeeld: Made, zoals in Madestein, verwijst net als het Engelse ‘meadow’ naar hooiland. In het verleden hadden we veel hooilanden. Maar helaas zijn veel van deze kruidenrijke vochtige polders verdwenen, wat voor vogel- en vlindersoorten een ramp is. Mijn oproep aan u allen is dan ook om niet laatdunkend te denken over natuur als het 'maar een grasveld' is. Juist in het Haagse landschap, als trotse thuisstad van de ooievaars, zijn graslanden onmisbaar. Maar gras heeft meer te bieden, als scharrelplek voor egels en als voedselbron voor bijen en vlinders, zoals nu met schitterende pinksterbloemen. En wie meer leert over de paardenbloem, die weet dat het eigenlijk een prachtige plant is.

Voorzitter, nog meer etymologie. Bij het woord broek denkt u wellicht aan een kledingstuk. Maar hoe zit dat dan met het Haagse Segbroek, het Westbroekpark, en de Tedingerbroekplas? Het OudNederlandse woord broek betekent vochtig laagland, een moeras. En het seg van 'Segbroek' komt van 'zegge', een plant. Segbroek was dus een moerassig gebied met veel zegges. Wat prachtig is aan de inheemse zegge is niet alleen dat het een groenblijvend siergras is dat het praktisch overal goed doet, maar ook dat het een belangrijke voedselbron is voor veel rups-soorten. Te vaak zetten we planten neer omdat een felle kleur van een bloem er leuk uitziet voor ons mensen, maar vergeten we dat inheemse planten de voedselbron zijn voor diersoorten. Laten we ook hierbij wat vaker aan de dieren denken.

Voorzitter, ik sla de etymologie van de Harnaschpolder voor nu even over. Maar wat bijzonder is aan de Harnaschpolder is dat hier in de zomer van 2003 de oudst bekende permanente nederzetting van Nederland opgegraven werd. 3500 jaar voor Christus woonden hier al mensen op een duin van 150 bij 50 m, dat één tot twee meter hoog was. De polder bestond lange tijd uit rietland en ook weer uit zeggemoeras, net als Segbroek dus. Uiteindelijk ontwikkelde zich hier een veenlandschap met een berkenbroekbos.

Voorzitter, dan de orde van de dag. De Partij voor de Dieren steunt het voorstel van het college om geen zienswijze kenbaar te maken. We constateren dat deze verbonden partij nu echt richting het einde gaat en kijken uit naar de evaluatie. Maar wat vaststaat is dat het moerasbos inmiddels ook hier verdwenen is.

Voorzitter, dit brengt mij bij mijn laatste oproep. Wanneer de Partij voor de Dieren pleit voor de bescherming van bijzondere natuur, zoals graslanden en moerasbossen, en wanneer we bij bebouwing aandacht vragen voor ecologische verbindingszones, voor bijzondere bomen en voor het broedseizoen, dan vraag ik alle partijen om te staan voor behoud van natuur. Er is een hoop natuur verloren, en dat kan ook niet anders in de loop der eeuwen in een stedelijk gebied. Maar we kunnen niet door blijven gaan met het opofferen van de natuur. En voor de natuur die nu nog over is, hebben we een gezamenlijke taak om deze goed te verzorgen en te beschermen. En denk dan niet alleen aan de waarde voor ons als mensen, maar ook aan de dieren die er hun thuis hebben. Laten we samen werken aan een stad waarin we niet alleen bouwen met stenen, maar ook met groen. Opdat Den Haag een voorbeeld zal zijn van hoe mens en natuur kunnen samenleven.