Bijdrage Ziens­wij­ze­pro­cedure IPP ontwerp-program­ma­be­groting 2024-202


21 juni 2023

Voorzitter,

De Partij voor de Dieren heeft twee zorgen, over economische sturing en over integrale ontwikkeling. Allebei gaat het over aangenomen moties en amendementen van de raad.

Over economische sturing: in september 2022 vroeg de raad via een motie van de SP vrijwel unaniem om ontwikkeling van een eigen beheer- en exploitatiemaatschappij voor kleinschalige bedrijfshuisvesting. Een onderzoek en antwoord zou in het tweede kwartaal van 2023 naar de raad komen. Hier wachten we nog op. Heeft de wethouder zicht op wanneer we hier meer over horen?

Voorzitter, tegelijkertijd wordt in de begroting van IPP wordt Westvlietweg nu genoemd als “kansenzone” voor nieuwe bedrijvigheid. Er wordt ook gesproken over verdere intensivering van de inzet, waar ook extra financiële middelen vanuit het IPP noodzakelijk worden geacht, met de verwachting dat het ook leidt tot cofinanciering van andere partijen. Ook wordt gekeken naar business cases voor uitbreiding.

Het risico is dat IPP al vanalles uitwerkt, contacten legt en toezeggingen doet en het nieuwe bedrijventerrein al vorm gaat krijgen, inclusief samenwerking met cofinanciering, en dat IPP een plan in gang heeft gezet terwijl de raad in september 2022 juist vroeg om de mogelijkheden van een eigen beheer- en exploitatiemaatschappij voor kleinschalige bedrijfshuisvesting in te kunnen zetten.

Voorzitter, dit is niet hoe we met verbonden partijen en gemeenschappelijke regelingen om moeten gaan. Gekeken moet worden of er geen andere instrumenten zijn die deze taak beter kunnen uitvoeren. In dit geval mist mijn fractie dus een bredere afweging en onderbouwing dat IPP het meest geschikt is om specifieke doelen van de gemeente te realiseren, zeker omdat de raad nadrukkelijk gevraagd heeft een ander instrument in te zetten. Is de wethouder bereid de zienswijze aan te passen zodat wordt aangegeven dat Den Haag de mogelijkheid heeft om bedrijventerreinen te herontwikkelen met de instrumenten die de raad kiest, en dat mogelijk de inzet van beheer- en exploitatiemaatschappij voor kleinschalige bedrijfshuisvesting aan de orde is.

Dan, voorzitter, over integrale ontwikkeling. Ik had begrepen dat de wethouder bereid is de zienswijze zo aan te passen zodat die in lijn is met de zienswijze van de raad, conform de aangenomen amendementen over het IPP in de raad van 25 mei jongstleden. Kan de wethouder bevestigen dat het college dit gaat doen?