Falend voor­keurs­beleid circussen zonder wilde dieren

De Partij voor de Dieren heeft vandaag een teleurstellende reactie ontvangen van wethouder Revis (VVD) op haar vragen over het beleid om circussen zonder wilde dieren voorrang te geven in Den Haag. Het voorkeursbeleid zou een diervriendelijk beleid moeten zijn, waarbij de gemeente actief circussen zonder wilde dieren uitnodigt. Helaas blijkt het gemeentelijk voorkeursbeleid in de praktijk niets voor te stellen.

De gemeente voert sinds 2011 officieel een voorkeursbeleid voor circussen zonder wilde dieren. Na schriftelijke vragen van de Partij voor de Dieren blijkt nu dat slechts eenmalig aan acht circussen zonder wilde dieren is gevraagd naar Den Haag te komen.

Ook werd bij de registratie van circussen tot nu toe geen onderscheid gemaakt in circussen met en zonder wilde dieren.

Op aandringen van de Partij voor de Dieren gaat het college nu wel bij alle vergunningverleningen bijhouden of circussen wilde dieren gebruiken.

Verder wil het college het landelijke verbod op wilde dieren in circussen afwachten. De Partij voor de Dieren vindt een afwachtende houding onacceptabel en wil dat Den Haag net als enkele andere Nederlandse gemeenten circussen zonder dierenleed actief uitnodigt. Daarmee kan de stad tevens een signaal afgeven naar het kabinet dat er haast gemaakt moet worden met het aangekondigde landelijke verbod.

Teunissen: “We laten het hier niet bij zitten. Een stad die de kunstjes van een gekooide tijger verwelkomt, vertoont alles behalve compassie voor dieren. Dat Den Haag als gemeente een voorbeeldfunctie zou kunnen vervullen, wordt niet eens door de wethouder overwogen. Het wordt hoog tijd dat Den Haag die afwachtende houding aanpast.”