Schrif­te­lijke vragen - Aanpak misstanden met honden 


Indiendatum: aug. 2015

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Uit cijfers van Localfocus, via de Wet openbaarheid bestuur opgevraagd bij de landelijke politie, blijkt dat de Dierenpolitie het afgelopen half jaar al ruim tweeduizend meldingen van misstanden met honden heeft ontvangen. In de regio Zuid-Holland zijn alarmerend veel misstanden gemeld, waarbinnen de gemeente Den Haag de lijst aanvoert met 55 meldingen. De Partij voor de Dieren vindt dat dierenleed moet worden voorkomen en misstanden zo streng mogelijk moeten worden aangepakt.

Onder verwijzing naar artikel 30 van het Reglement van Orde stelt ondergetekende de volgende vragen:

1. Heeft u kennis genomen van het bericht over het aantal meldingen van misstanden met honden in Den Haag?[1] Zo ja, kunt u uiteenzetten wat uw beleid is om deze misstanden tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?

Landelijk ging het in meer dan de helft van de gevallen om verwaarlozing van honden (55,5 procent), gevolgd door mishandeling (14,7 procent).[2]

2. Kunt u specificeren welke misstanden in Den Haag zijn geconstateerd? Kunt u daarbij uiteenzetten of het aantal misstanden met honden in Den Haag is toe of afgenomen? Kunt u tevens aangeven of er sprake was van malafide hondenhandel en broodfok? Zo nee, waarom niet?

3. Misstanden ten aanzien van dieren wordt niet altijd gemeld en geregistreerd bij de Dierenpolitie. Hoe vaak wordt dierenleed en dierenmishandeling geregistreerd door Haagse diereninstellingen zoals de Dierenbescherming, de Dierenambulance, dierenartsen en door gemeentelijke instellingen zoals BOA’s?

4. Heeft u het aantal misstanden met dieren in Den Haag in kaart gebracht? Zo ja, om hoeveel misstanden met huisdieren en in het wild levende dieren gaat het? Zo nee, waarom niet?

Uit eerdere antwoorden van het college[3] bleek dat in Den Haag een tiental politiefunctionarissen is belast met de handhaving op gebied van dierenleed, waarbij in voorkomende gevallen strafrechtelijk wordt opgetreden en in sommige gevallen ook bestuursrechtelijk gehandhaafd.

5. Wat is er met de meldingen van misstanden met honden gedaan? Heeft het huidige aantal politiefunctionarissen voldoende handhavingscapaciteit om de misstanden op te sporen en aan te pakken? Zo nee, waarom niet en bent u bereid de capaciteit uit te breiden?

Na een aangenomen motie van de Partij voor de Dieren is het college door de gemeenteraad gevraagd een voorlichtingscampagne rondom verantwoord huisdierenbezit te starten. Voorlichting aan burgers over een goede verzorging van honden en over een verantwoorde aankoop van dieren kan bijdragen aan het terugdringen van impulsaankopen en daarmee aan het terugdringen van verwaarlozing, broodfok en malafide hondenhandel. Gezien de eerdere berichtgeving over het toegenomen aantal gedumpte dieren en het aantal meldingen van misstanden van honden in Den Haag, is het hoog tijd om deze campagne te starten.

6. Hoe en binnen welke termijn gaat u invulling gegeven aan de voorlichtingscampagne over verantwoord huisdierenbezit?

7. Bent u bereid om misstanden met honden nader onder de loep te nemen en beleidsmaatregelen te treffen voor het voorkomen van deze misstanden? Bent u tevens bereid om in gesprek te gaan met het verantwoordelijke ministerie van Economische Zaken over een effectieve aanpak om misstanden met honden tegen te gaan?

Met vriendelijk groet,

Christine Teunissen
Gemeenteraadslid
Partij voor de Dieren Den Haag

[1] http://www.omroepwest.nl/nieuws/14-08-2015/ruim-2000-meldingen-over-misstanden-met-honden-meeste-uit-zuid-holland

[2] http://www.nu.nl/binnenland/4106465/meer-dan-tweeduizend-misstanden-met-honden-gemeld.html

[3] RIS 274440, http://www.denhaag.nl/home/bewoners/gemeente/document/Dierenhandel-in-Den-Haag-PvdD.htm

Indiendatum: aug. 2015
Antwoorddatum: 19 aug. 2015

De gemeenteraad,

Het raadslid mevrouw Teunissen heeft op 18 augustus 2015 een brief met daarin zeven vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Uit cijfers van Localfocus, via de Wet openbaarheid bestuur opgevraagd bij de landelijke politie, blijkt dat de Dierenpolitie het afgelopen half jaar al ruim tweeduizend meldingen van misstanden met honden heeft ontvangen. In de regio Zuid-Holland zijn alarmerend veel misstanden gemeld, waarbinnen de gemeente Den Haag de lijst aanvoert met 55 meldingen. De Partij voor de Dieren vindt dat dierenleed moet worden voorkomen en misstanden zo streng mogelijk moeten worden aangepakt.

1. Heeft u kennis genomen van het bericht over het aantal meldingen van misstanden met honden in Den Haag?* Zo ja, kunt u uiteenzetten wat uw beleid is om deze misstanden tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Het college heeft kennis genomen van het bericht. Voor wat betreft het beleid in dezen wordt verwezen naar het antwoord op vraag 3.

Landelijk ging het in meer dan de helft van de gevallen om verwaarlozing van honden (55,5 procent), gevolgd door mishandeling (14,7 procent)**.

2. Kunt u specificeren welke misstanden in Den Haag zijn geconstateerd? Kunt u daarbij uiteenzetten of het aantal misstanden met honden in Den Haag is toe of afgenomen? Kunt u tevens aangeven of er sprake was van malafide hondenhandel en broodfok? Zo nee, waarom niet?
Het college heeft alleen zicht op de meldingen bij de politie. De meldingen die daar binnen komen zijn divers van aard en betreffen bijvoorbeeld ook bijtincidenten. Omdat bij het aantal meldingen verder tevens valse meldingen worden meegeteld is het voor een indicatie van de misstanden beter om de processen verbaal te bezien.

In 2015 zijn tot en met juli in Den Haag door de politie in totaal rond dit onderwerp 31 processen-verbaal (pv’s) opgemaakt, waarvan 13 pv’s voor verwaarlozing, 15 pv’s voor mishandeling, 2 pv’s voor het te vroeg scheiden van pups van de moederhond en 1 pv voor illegale import van honden.

Verder zijn in samenwerking met de Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming 30 bestuurlijke maatregelen getroffen in verband met misstanden met honden. Het aantal meldingen van misstanden met honden is ten opzichte van dezelfde periode in 2014 nagenoeg gelijk gebleven.


3. Misstanden ten aanzien van dieren wordt niet altijd gemeld en geregistreerd bij de Dierenpolitie. Hoe vaak wordt dierenleed en dierenmishandeling geregistreerd door Haagse diereninstellingen zoals de Dierenbescherming, de Dierenambulance, dierenartsen en door gemeentelijke instellingen zoals BOA’s?
De gemeente heeft geen wettelijke taak bij toezicht en handhaving op dierenwelzijn en de BOA’s houden zich hier niet mee bezig. Het is primair aan landelijke toezichthoudende instanties, zoals Landelijke Inspectiedienst Dierenbescherming, de (dieren)politie en de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit om op dit vlak actie te ondernemen. Bij het college is dan ook niet bekend hoeveel meldingen van dierenleed en dierenmishandeling door Haagse diereninstellingen worden geregistreerd.

4. Heeft u het aantal misstanden met dieren in Den Haag in kaart gebracht? Zo ja, om hoeveel misstanden met huisdieren en in het wild levende dieren gaat het? Zo nee, waarom niet?
Zie de beantwoording van vraag 3.

Uit eerdere antwoorden van het college*** bleek dat in Den Haag een tiental politiefunctionarissen is belast met de handhaving op gebied van dierenleed, waarbij in voorkomende gevallen strafrechtelijk wordt opgetreden en in sommige gevallen ook bestuursrechtelijk gehandhaafd.

5. Wat is er met de meldingen van misstanden met honden gedaan? Heeft het huidige aantal politiefunctionarissen voldoende handhavingscapaciteit om de misstanden op te sporen en aan te pakken? Zo nee, waarom niet en bent u bereid de capaciteit uit te breiden?
In antwoord 2 is aangegeven hoe vaak de politie proces verbaal heeft opgemaakt. Dit gebeurt vooral in de meest schrijnende gevallen. In andere gevallen wordt bijvoorbeeld gewaarschuwd of advies gegeven over de verzorging.
De verdeling van politiecapaciteit over de verschillende taakvelden is in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van de nationale politie en het college heeft geen eigen mogelijkheden om de politiecapaciteit op dit punt uit te breiden.


Na een aangenomen motie van de Partij voor de Dieren is het college door de gemeenteraad gevraagd een voorlichtingscampagne rondom verantwoord huisdierenbezit te starten. Voorlichting aan burgers over een goede verzorging van honden en over een verantwoorde aankoop van dieren kan bijdragen aan het terugdringen van impulsaankopen en daarmee aan het terugdringen van verwaarlozing, broodfok en malafide hondenhandel. Gezien de eerdere berichtgeving over het toegenomen aantal gedumpte dieren en het aantal meldingen van misstanden van honden in Den Haag, is het hoog tijd om deze campagne te starten.

6. Hoe en binnen welke termijn gaat u invulling gegeven aan de voorlichtingscampagne over verantwoord huisdierenbezit?
De start van de campagne heeft op 1 oktober 2015 plaatsgevonden. De Commissie Leefomgeving is reeds over de campagne dierenwelzijn geïnformeerd.

7. Bent u bereid om misstanden met honden nader onder de loep te nemen en beleidsmaatregelen te treffen voor het voorkomen van deze misstanden? Bent u tevens bereid om in gesprek te gaan met het verantwoordelijke ministerie van Economische Zaken over een effectieve aanpak om misstanden met honden tegen te gaan?
Zie de beantwoording van vraag 3.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen

*** RIS 274440, http://www.denhaag.nl/home/bewoners/gemeente/document/Dierenhandel-in-Den-Haag-
PvdD.htm