Raadsvragen over aanlijngebod in Ockenburgh
Indiendatum: nov. 2011
Den Haag, 2 november 2011,
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Naar aanleiding van de berichtgeving van Westonline dat honden ineens aangelijnd zouden moeten worden in Ockenburgh, stelt ondergetekende - onder verwijzing naar artikel 38 van het Reglement van Orde - de volgende aanvullende vragen:
1. Klopt het dat het hondenbeleid is aangepast waardoor een losloopgebied in Ockenburgh is opgeheven? Zo ja, welk gebied betreft dit en waarom mogen honden hier niet meer loslopen? Zo nee, hoe kan het dat die indruk bij burgers wel is ontstaan?
2. Is het college ervan op de hoogte dat hondenbezitters het betreffende gebied in Ockenburgh gebruiken en waarderen als losloopgebied? Zo ja, op welke wijze neemt u deze informatie mee in uw afweging om een gebied al dan niet aan te merken als losloopgebied?
3. Sinds wanneer geldt de aanlijnplicht in Ockenburgh? Zijn hondenbezitters bij die beslissing geraadpleegd? Zo ja, op welke wijze heeft deze inspraak plaatsgevonden en wat was daarvan de uitkomst? Zo nee waarom niet?
4. Heeft het college - ten tijde van de beslissing om Ockenburgh niet (langer) aan te duiden als losloopgebied - in aanmerking genomen dat in een stad als Den Haag gebieden waar honden kunnen loslopen, schaars zijn en dat een gebied als Ockenburgh dus in een belangrijke behoefte voorziet wat betreft het welzijn van de Haagse honden? Waaruit blijkt dat het college dat in aanmerking heeft genomen?
5. Begrijpt het college dat hondenbezitters het als een grote beperking ervaren/voelen van hun vrijheid wanneer in de stad veel gebiedsverboden en aanlijnverplichtingen gelden? Is het college zich er daarbij van bewust dat dit een zeer gevoelig onderwerp is aangezien honden als onderdeel van het gezin worden ervaren? Graag een toelichting.
6. In het kader van een zich terugtrekkende overheid, het streven naar minder bureaucratie en betuttelende regels en mede in het kader van de nadruk die wordt gelegd op de eigen verantwoordelijkheid van de burger: Hoe verklaart dit college de regelgeving die tot in het absurde de handel en wandel wil regelen van honden en hun bezitters?
Met vriendelijke groet,
Marieke de Groot
Fractievoorzitter Partij voor de Dieren
Gemeente Den Haag
Indiendatum:
nov. 2011
Antwoorddatum: 30 nov. 2011
Den Haag, 29 november 2011
Inzake: Aanlijngebod Ockenburgh
De gemeenteraad
Het raadslid mevrouw M. de Groot heeft op 2 november 2011 een brief met daarin zes vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
1. Klopt het dat het hondenbeleid is aangepast waardoor een losloopgebied in Ockenburgh is opgeheven? Zo ja, welk gebied betreft dit en waarom mogen honden hier niet meer loslopen? Zo
nee, hoe kan het dat die indruk bij burgers wel is ontstaan?
Nee, het losloopgebied rond het crematorium in Ockenburgh is onveranderd. De indruk dat het losloopgebied aangepast zou zijn, heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de nieuwe beheerder van het Landgoed Ockenburgh, Stichting Het Zuid-Hollands Landschap, de aanlijnplicht die in de rest van het gebied geldt, streng handhaaft.
2. Is het college ervan op de hoogte dat hondenbezitters het betreffende gebied in Ockenburgh gebruiken en waarderen als losloopgebied? Zo ja, op welke wijze neemt u deze informatie mee in uw afweging om een gebied al dan niet aan te merken als losloopgebied?
Ja. Het college is ervan op de hoogte dat hondenbezitters het losloopgebied waarderen. Bij de aanwijzing als losloopgebied worden alle belangen gewogen. Ten behoeve van de hondenbezitters
heeft de gemeente in het kader van het renovatieplan Ockenburgh bij de provincie Zuid-Holland, het bevoegd gezag voor de Natuurbeschermingswet, gevraagd om een uitbreiding van het losloopgebied. De Provincie heeft dit verzoek afgewezen omdat het losloopgebied rond het crematorium zich bevindt in een Natura 2000 gebied.
DSB/2011.723 2
3. Sinds wanneer geldt de aanlijnplicht in Ockenburgh? Zijn de hondenbezitters hierbij geraadpleegd? Zo ja, op welke wijze heeft deze inspraak plaatsgevondenen wat was daarvan de
uitkomst? Zo nee waarom niet?
Al meer dan 30 jaar moeten honden in Den Haag worden aangelijnd, met uitzondering van de gebieden die zijn aangewezen als losloopgebieden (artikel 2:57 van de APV).
4. Heeft het college- ten tijde van de beslissing om Ockenburgh niet (langer) aan te duiden als losloopgebied- in aanmerking genomen dat in een stad als Den haag gebieden waar honden
kunnen loslopen, schaars zijn en dat een gebied als Ockenburgh dus in een belangrijke behoefte voorziet wat betreft het welzijn van de Haagse honden? Waaruit blijkt dat het college dat in
aanmerking heeft genomen?
Zie het antwoord op vraag 1.
5. Begrijpt het college dat hondenbezitters het als een grote beperking ervaren/voelen van hun vrijheid wanneer in de stad veel gebiedverboden en aanlijnverplichtingen gelden? Is het college
zich daarbij van bewust dat dit een zeer gevoelig onderwerp is aangezien honden als onderdeel van het gezin worden ervaren? Graag een toelichting.
In een drukbevolkte stad zijn veel mensen met vele wensen. Die wensen kunnen ook strijdig met elkaar zijn. Om een stad te besturen moet het college belangen tegen elkaar afwegen en keuzes maken. Daarbij heeft het college oog voor de belangen van de hondenbezitter, maar ook voor de belangen van de overige gebruikers van de openbare ruimte.
6. In het kader van een zich terugtrekkende overheid, het streven naar minder bureaucratie betuttelende regels en mede in het kader van de nadruk die wordt gelegd op de eigen
verantwoordelijkheid van de burger: Hoe verklaart dit college de regelgeving die tot in het absurde de handel en wandel wil regelen van honden en hun bezitters?
Wij kunnen uw stelling over ‘regelgeving tot in het absurde’ niet plaatsen. Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Raadsvragen invulling als Fairtrade gemeente
Lees verderRaadsvragen over de meervleermuis
Lees verder