Raadsvragen uitvoering natuurcompensatie
Indiendatum: jan. 2012
Naar aanleiding van het rapport “Natuurcompensatie. Kansen, knelpunten en rekenregels”, van Alterra1 , stelt ondergetekende - onder verwijzing naar artikel 38 van het Reglement van Orde - de volgende vragen:
- Bent u bekend met het nieuwe rapport over natuurcompensatie?
- Klopt het dat volgens de Spelregels EHS de gemeente verantwoordelijk is voor het toepassen van het compensatiebeginsel? Zo ja, hoe wordt deze verantwoordelijkheid uitgevoerd? Zo neen, waar baseert u dat op?
- Is door de gemeente de afgelopen jaren, sinds vaststelling van de Spelregels EHS, gebruik gemaakt van de compensatiemogelijkheid voor de EHS? Zo ja, hoe vaak, om welke projecten ging het en waar is de compensatie gerealiseerd?
- Is door de gemeente de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de compensatiemogelijkheid voor beschermde soorten onder de Flora en Faunawet? Zo ja, hoe vaak, om welke projecten ging het en waar is de compensatie gerealiseerd?
- Is door de gemeente de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de compensatiemogelijkheid in het kader van Natura 2000? Zo ja, hoe vaak, om welke projecten ging het en waar is de compensatie gerealiseerd?
- Op welke wijze vindt er controle en handhaving plaats op de werkelijke uitvoering van compensatie? Is hierover afstemming met de provincie? Zo ja, hoe zit het dan? Zo neen, bent u bereid hierover met de provincie om tafel te gaan om te voorkomen dat door onduidelijkheid over het bevoegde gezag natuurwaarden verloren gaan?
- Op welke wijze wordt de realisatie en het beheer van compensatienatuur verankerd in bestemmings- en beheersplannen? Kunt u hier concrete voorbeelden van geven?
- Is bij het uitvoeren van de compensatie tevens een monitoringsplan en rapportageverplichting opgenomen? Zo ja, in hoeveel gevallen bleek uit de monitoring dat de compensatie succesvol was? Zo neen, waarom niet, op welke wijze wordt een verdere achteruitgang van de biodiversiteit dan voorkomen?
- Onderschrijft u dat de beste oplossing voor compensatieproblemen het verbeteren van beschermde natuurwaarden is? Zo ja, op welke wijze wordt het verbeteren van natuurwaarde concreet meegenomen bij nieuwe beleidsontwikkeling en de lange termijn effecten daarvan? Zo neen, op welke inzichten baseert u dat?
- Vindt u dat de gemeente op dit moment voldoende ecologisch kennis, tijd en geld heeft om bestaande natuurwaarde voldoende te beschermen? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo neen, bent u bereid dit in een breder verband landelijk te agenderen?
- Onderschrijft u de bevinding uit het rapport dat compensatie voorafgaand aan een ingreep een cruciale factor speelt bij de effectiviteit van compensatie natuur? Zo ja, bent u bereid dit als aanvullend eis op te nemen in beleid en onder de aandacht van de landelijke overheid te brengen? Zo neen, waar baseert u dat op?
- Deelt u de mening dat met de landelijke natuurbezuinigingen en het verkleinen van de EHS het risico steeds groter wordt dat we internationale verplichtingen, zoals vastgelegd in de Habitatrichtlijn, Vogelrichtijn en het Biodiversitetisverdrag, niet zullen nakomen? Zo ja, bent u bereid deze zorgen aan de staatssecretaris over te brengen? Zo neen, op welke wetenschappelijk inzichten baseert u dit?
1http://content.alterra.wur.nl/Webdocs/PDFFiles/Alterrarapporten/AlterraRapport2240.pdf
Indiendatum:
jan. 2012
Antwoorddatum: 7 mrt. 2012
Het raadslid mevrouw M.J.E. de Groot heeft op 4 januari 2012 een brief met daarin twaalf vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
1. Bent u bekend met het nieuwe rapport over natuurcompensatie?
Ja.
2. Klopt het dat volgens de Spelregels Ecologische Hoofdstructuur (EHS) de gemeente verantwoordelijk is voor het toepassen van het compensatiebeginsel? Zo ja, hoe wordt deze verantwoordelijkheid uitgevoerd? Zo neen, waar baseert u dat op?
Nee, de gemeente is geen bevoegd gezag. Krachtens de Nota Ruimte is dat de provincie. De provincie Zuid-Holland heeft de regels die zij hanteert vastgelegd in haar Verordening Ruimte.
3. Is door de gemeente de afgelopen jaren, sinds vaststelling van de Spelregels EHS, gebruik gemaakt van de compensatiemogelijkheid voor de EHS? Zo ja, hoe vaak, om welke projecten ging het en waar is de compensatie gerealiseerd?
Nee.
4. Is door de gemeente de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de compensatiemogelijkheid voor beschermde soorten onder de Flora en Faunawet? Zo ja, hoe vaak, om welke projecten ging het en waar is de compensatie gerealiseerd?
Deze vraag is niet met zekerheid te beantwoorden. De gemeente houdt geen registratie bij over het gebruik van compensatiemogelijkheden.
5. Is door de gemeente de afgelopen jaren gebruik gemaakt van de compensatiemogelijkheid in het kader van Natura 2000? Zo ja, hoe vaak, om welke projecten ging het en waar is de ompensatie gerealiseerd?
Nee. In het kader van Natura 2000 is tot nu toe twee keer een vergunning aangevraagd, waarbij geen gebruik is gemaakt van deze formele compensatiemogelijkheid. De noodzaak ontbrak daar ook voor: bij beide ontwikkelingen was zelfs al sprake van een licht positieve natuurbalans.
6. Op welke wijze vindt er controle en handhaving plaats op de werkelijke uitvoering van compensatie? Is hierover afstemming met de provincie? Zo ja, hoe zit het dan? Zo neen, bent u bereid hierover met de provincie om tafel te gaan om te voorkomen dat door onduidelijkheid over het bevoegde gezag natuurwaarden verloren gaan?
Controle vindt plaats door het bevoegde gezag. Voor de Natuurbeschermingswet 1998 en de EHS is dat de provincie Zuid-Holland, voor de Flora- en faunawet is dat de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie. Waar nodig vindt overleg met de provincie plaats, meestal in het kader van een vergunningaanvraag.
7. Op welke wijze wordt de realisatie en het beheer van compensatienatuur verankerd in bestemmings- en beheersplannen? Kunt u hier concrete voorbeelden van geven?
Die worden daarin niet opgenomen, omdat de Wet ruimtelijke ordening daarvoor niet het wettelijk kader is.
8. Is bij het uitvoeren van de compensatie tevens een monitoringsplan en rapportageverplichting opgenomen? Zo ja, in hoeveel gevallen bleek uit de monitoring dat de compensatie succesvol was? Zo neen, waarom niet, op welke wijze wordt een verdere achteruitgang van de biodiversiteit dan voorkomen?
Nee, niet standaard. Dat is afhankelijk van de voorwaarden die door bevoegd gezag (Province c.q.Dienst Regelingen) worden opgenomen in de vergunning die de compensatie vereist. Zie verder beantwoording vragen 3 t/m 5.
9. Onderschrijft u dat de beste oplossing voor compensatieproblemen het verbeteren van beschermde natuurwaarden is? Zo ja, op welke wijze wordt het verbeteren van natuurwaarde concreet meegenomen bij nieuwe beleidsontwikkeling en de lange termijn effecten daarvan? Zo neen, op welke inzichten baseert u dat?
Hierover is geen algemene uitspraak te doen. Compensatiemogelijkheden verschillen van geval tot geval.
10. Vindt u dat de gemeente op dit moment voldoende ecologisch kennis, tijd en geld heeft om bestaande natuurwaarde voldoende te beschermen? Zo ja, kunt u dat toelichten? Zo neen, bent u bereid dit in een breder verband landelijk te agenderen?
Er is voldoende ecologische kennis aanwezig voor het uitvoeren van de wettelijke taken van de gemeente.
11. Onderschrijft u de bevinding uit het rapport dat compensatie voorafgaand aan een ingreep een cruciale factor speelt bij de effectiviteit van compensatie natuur? Zo ja, bent u bereid dit als aanvullend eis op te nemen in beleid en onder de aandacht van de landelijke overheid te brengen? Zo neen, waar baseert u dat op?
Idealiter vindt, indien noodzakelijk, compensatie vooraf plaats. Dat is echter niet altijd mogelijk of wenselijk. De gemeente gaat uit van de wettelijke vereisten. Er is geen aanleiding om aanvullende eisen te stellen.
12. Deelt u de mening dat met de landelijke natuurbezuinigingen en het verkleinen van de EHS het risico steeds groter wordt dat we internationale verplichtingen, zoals vastgelegd in de Habitatrichtlijn, Vogelrichtlijn en het Biodiversiteitsverdrag, niet zullen nakomen? Zo ja, bent u bereid deze zorgen aan de staatssecretaris over te brengen? Zo neen, op welke wetenschappelijk inzichten baseert u dit?
Een algemeen oordeel is niet te geven. Ten eerste omdat het gaat om beleidsvoornemens die nog geen beleid zijn. Ten tweede omdat er nog geen concreet beeld is van mogelijke gevolgen.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
mw. A.W.H. Bertram J.J. van Aartsen
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Raadsvragen over de uitspraken van de korpschef Haaglanden over de dierenpolitie
Lees verderRaadsvragen over de effecten van de luchtkwaliteit op de gezondheid
Lees verder