Raads­vragen vis in bedrijfs­res­taurant gemeente

Indiendatum: nov. 2010
Antwoorddatum: 19 jan. 2011

Het raadslid mevrouw M.J.E. de Groot heeft op 11 november 2010 een brief met daarin zes vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 38 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoorden wij deze vragen als volgt.

1. Op het menu van het bedrijfsrestaurant staat o.a. haaienvinnensoep, forel, pangasius, tonijnsalade en makreel.
Is het bij het college bekend dat genoemde vissoorten ernstig bedreigd worden (zie tevens bijlage?)
Zo ja, waarom acht u het acceptabel om deze vissoorten toch op het weekmenu van het bedrijfsrestaurant te plaatsen?

De aangeboden visproducten in het bedrijfsrestaurant staan bij de WNF (Viswijzer) te boek als prima keuze. Wat betreft de haaienvinnensoep, daarin wordt geen vis verwerkt. De naam haaienvinnensoep” wordt gebruikt zoals bv ook de naam “koninginnesoep”. In beide gevallen verwijst de naam niet naar de ingrediënten maar naar de receptuur.

2. Bent u bereid om alle bedreigde vissoorten van het weekmenu af te (laten) halen?

Zoals onder vraag 1 staat genoemd, is er van bedreigde vissoorten op het menu geen sprake.

3. Op het menu van het bedrijfsrestaurant staan ook garnalen. De bijvangst is bij de garnalenvisserij enorm. Zo worden voor ieder bordje tropische garnalen negen borden met andere vissoorten opgevist. Daarbij verdwijnen ook de jonge exemplaren van verschillende andere soorten. Deze bijvangst verhoogt daarmee het tempo van uitsterven van alle vis.
Is het college bekend met de enorme bijvangsten van de garnalenvisserij? Zo ja, waarom acht u het acceptabel om garnalen toch op het weekmenu van het bedrijfsrestaurant te plaatsen?
Bent u bereid om alle vissoorten waarbij de vangst een gevaar is voor het gehele visbestand van het menu te schrappen?

De garnalen die worden gebruikt in het bedrijfsrestaurant zijn kweekgarnalen. Daarbij is geen sprake van bijvangst. De vissoorten die op het menu staan hebben het predicaat “prima keuze” van de Viswijzer wat een waarborg biedt dat de vangst geen gevaar vormt voor het gehele visbestand.

4. Ook kreeft staat op het weekmenu van het bedrijfsrestaurant. Is bij het college bekend dat veel kreeftensoorten die afkomstig zijn uit zee zeer radioactief zijn (zie tevens bijlage?) Acht u het verantwoord om desondanks toch kreeft op het menu van het gemeenterestaurant te plaatsen?
Bent u bereid om vissoorten die een gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid van de bezoekers van het bedrijfsrestaurant van het menu af te (laten) halen?

De gebruikte kreeft in het bedrijfsrestaurant is zoetwaterkreeft uit kwekerijen.

5. Op de site van gemeente Den Haag zijn diverse links geplaatst naar restaurants in de stad. Heeft het college zich ervan vergewist dat alle restaurants die via de gemeentesite worden aangeprezen duurzame vis serveren? Bent u met mij van mening dat de gemeente een voorbeeldfunctie heeft, en het om die reden gepast is via de gemeentesite uitsluitend restaurants aan te prijzen die duurzaam gevangen vissoorten serveren die niet met uitsterven bedreigd worden, geen gevaar opleveren voor de visstand en geen gevaar opleveren voor de volksgezondheid?

Op het stadsportaal (dat niet alleen door de gemeente wordt gevuld, maar ook door andere partijen zoals bijvoorbeeld Den Haag Marketing, de Kamer van Koophandel) wordt inderdaad op diverse plekken de bezoeker inzicht gegeven in de diverse voorzieningen die onze stad biedt. Daarbij gaat het naast bibliotheken, bioscopen, clubs, musea, winkels e.d. ook om hotels en restaurants. Deze worden niet door de gemeente aangeprezen; het zijn de diverse partijen die het stadsportaal gebruiken om aan te geven waar die voorzieningen in de stad zijn te vinden en wat zij te bieden hebben. Daarbij wordt door de gemeente niet inhoudelijk gekeken naar het voedselaanbod van de diverse voorzieningen. De keuze en de overweging om naar een bepaalde voorziening toe te gaan, is aan degene die een hotel/restaurant in onze stad wenst te bezoeken.

6. Bent u met mij van mening dat Den Haag als wereldstad aan zee een ambassadeur dient te zijn voor de bescherming van de zee en alles wat daarin leeft?

Onze stad draagt niet voor niets de benaming “Den Haag, Wereldstad aan Zee”. De ligging aan zee en strand schept zeker verplichtingen. Het college is van mening dat de ligging aan zee waardevol is en in positieve zin bijdraagt aan het imago van de stad, een stad waarin het goed wonen, werken en recreëren is. Met de zee en met het strand dient zorgvuldig te worden omgegaan. Daarop is dan ook de gemeentelijke inzet gericht. Een rol als ambassadeur voor de bescherming van de zee en alles wat daarin leeft gaat de invloedsfeer van de stad Den Haag te boven. Dit dient meer als een landelijke aangelegenheid te worden gezien.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris, de locoburgemeester,
Annet Bertram Marnix Norder