Schriftelijke vragen - Betreffende slachtoffers loverboys, mishandeling en eergerelateerd geweld
Indiendatum: sep. 2015
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Den Haag, 9 september 2015
Geachte voorzitter,
Den Haag is één van de grote steden waar regelmatig over slachtoffers van loverboys, mishandeling en eergerelateerd geweld te horen is. Recent verschenen het artikel “Slachtoffer loverboy krijgt niet juiste hulp” (Trouw, 11 augustus 2015) en “Nieuwe jeugdzorg funest voor loverboyslachtoffers” (AD/Rotterdam, 7 september 2015), waarin Fier duidelijk stelt dat slachtoffers lang niet altijd worden doorverwezen. Over de situatie in Den Haag bestaat onduidelijkheid. Daarom stellen de ChristenUnie/SGP, Haagse Stadspartij en Partij voor de Dieren conform artikel 30 van het reglement van orde, de volgende vragen:
1. Bent u bekend met de berichten “Slachtoffer loverboy krijgt niet juiste hulp” (Trouw, 11 augustus 2015) en “Nieuwe jeugdzorg funest voor loverboyslachtoffers” (AD/Rotterdam, 7 september 2015)?
2. Deelt u de mening dat het vaak beter is voor slachtoffers van loverboys, mishandeling of eergerelateerd geweld als ze in een andere regio, zoals de Fier-locatie in Friesland, worden opgevangen?
3. Zijn er bij u signalen bekend dat de zorg voor slachtoffers van loverboys, mishandeling of eergerelateerd geweld uit Den Haag niet adequaat is?
4. Bent u het ermee eens dat de opvang van slachtoffers van loverboys, mishandeling en eergerelateerd geweld bijzonder specialistische hulp is, die niet ambulant of in niet-gespecialiseerde voorziening kan worden geboden, behoudens situaties van overmacht (bij wachtlijsten bij specialistische instellingen)?
5. Wordt daarom in Den Haag in principe altijd doorverwezen naar de landelijke specialistische opvangorganisaties waarmee afspraken zijn via de raamcontracten met het VNG of zet Den Haag bij de behandeling van slachtoffers van loverboys ook of alleen de regionale crisisopvang in?
6. Zijn er in 2015 vanuit Den Haag slachtoffers van loverboys, mishandeling of eergerelateerd geweld ondergebracht bij een zorginstelling en zo ja, om hoeveel slachtoffers gaat dit en is dit gebeurd bij een specialistische landelijke opvangorganisatie of bij een zorginstelling met een regionaal contract? Heeft u ook cijfers over 2012, 2013 en 2014?
7. Bent u bereid om samen met andere gemeenten plekken in te kopen bij de partijen die zijn aangesloten bij het Landelijk Transitie Arrangement zoals Fier Fryslân zodat dergelijke instellingen meer zekerheid krijgen over het gebruik van hun bedden, daardoor kunnen blijven investeren en zo wachtlijsten voor urgente zorg aan bijvoorbeeld slachtoffers van loverboys kunnen worden voorkomen?
8. Bent u bereid te kijken hoe slachtoffers in een later stadium als rolmodellen kunnen worden ingezet in de voorlichting over loverboys, mishandeling en eergerelateerd geweld?
Christine Teunissen Pieter Grinwis Fatima Faïd
Partij voor de Dieren ChristenUnie/SGP HSP
Indiendatum:
sep. 2015
Antwoorddatum: 23 sep. 2015
De gemeenteraad,
De raadsleden de heer Grinwis en de dames Faïd en Teunissen hebben op 9 september 2015 een brief met daarin acht vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
“Den Haag is één van de grote steden waar regelmatig over slachtoffers van loverboys, mishandeling en eergerelateerd geweld te horen is. Recent verschenen het artikel “Slachtoffer loverboy krijgt niet de juiste hulp” (Trouw, 11 augustus 2015) en “Nieuwe jeugdzorg funest voor loverboyslachtoffers”(AD/Rotterdam, 7 september 2015), waarin Fier duidelijk stelt dat slachtoffers lang niet altijd worden doorverwezen. Over de situatie in Den Haag bestaat onduidelijkheid. Daarom stellen de ChristenUnie/SGP, Haagse Stadspartij en Partij voor de Dieren conform artikel 30 van het reglement van orde, de volgende vragen:”.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
1. Bent u bekend met de berichten “Slachtoffer loverboy krijgt niet juiste hulp” (Trouw, 11 augustus 2015) en “Nieuwe jeugdzorg funest voor loverboyslachtoffers” (AD/Rotterdam, 7 september 2015)?
Ja.
2. Deelt u de mening dat het vaak beter is voor slachtoffers van loverboys, mishandeling of eergerelateerd geweld als ze in een andere regio, zoals de Fier-locatie in Friesland, worden opgevangen?
Over het algemeen is het beter voor het slachtoffer om in een andere regio te worden opgevangen. Dit is echter per situatie verschillend en wordt ook per situatie zorgvuldig afgewogen.
De situatie van elk slachtoffer wordt met zorg en aandacht bekeken en beoordeeld door professionals en daarbij wordt passende hulp gezocht op een veilige plek.
3. Zijn er bij u signalen bekend dat de zorg voor slachtoffers van loverboys, mishandeling of eergerelateerd geweld uit Den Haag niet adequaat is?
Nee.
4. Bent u het ermee eens dat de opvang van slachtoffers van loverboys, mishandeling en eergerelateerd geweld bijzonder specialistische hulp is, die niet ambulant of in niet-gespecialiseerde voorziening kan worden geboden, behoudens situaties van overmacht (bij wachtlijsten bij specialistische instellingen)?
Afhankelijk van de situatie is het mogelijk zowel gespecialiseerde (landelijk beschikbare) hulp als ambulante hulp in te zetten. Daarbij is het mogelijk dat slachtoffers van loverboys eerst in de crisisopvang terecht komen.
5. Wordt daarom in Den Haag in principe altijd doorverwezen naar de landelijke specialistische opvangorganisaties waarmee afspraken zijn via de raamcontracten met het VNG of zet Den Haag bij de behandeling van slachtoffers van loverboys ook of alleen de regionale crisisopvang in?
Zie antwoord op vraag 4.
6. Zijn er in 2015 vanuit Den Haag slachtoffers van loverboys, mishandeling of eergerelateerd geweld ondergebracht bij een zorginstelling en zo ja, om hoeveel slachtoffers gaat dit en is dit gebeurd bij een specialistische landelijke opvangorganisatie of bij een zorginstelling met een regionaal contract? Heeft u ook cijfers over 2012, 2013 en 2014?
Er zijn cijfers beschikbaar. Opvang is voor een aantal slachtoffers in een landelijke voorziening geregeld en voor een aantal slachtoffers bij een zorginstelling met een regionaal contract (zie ook antwoord op vraag 2).
In 2012: 4
In 2013: 2
In 2014: 3
In 2015: 1
7. Bent u bereid om samen met andere gemeenten plekken in te kopen bij de partijen die zijn aangesloten bij het Landelijk Transitie Arrangement zoals Fier Fryslân zodat dergelijke instellingen meer zekerheid krijgen over het gebruik van hun bedden, daardoor kunnen blijven investeren en zo wachtlijsten voor urgente zorg aan bijvoorbeeld slachtoffers van loverboys kunnen worden voorkomen?
De gemeente Den Haag maakt gebruik van het aanbod van partijen die aangesloten zijn bij het Landelijk Transitie Arrangement. Daarnaast heeft zij vanuit regio H10 al zorg ingekocht bij Fier Fryslân.
8. Bent u bereid te kijken hoe slachtoffers in een later stadium als rolmodellen kunnen worden ingezet in de voorlichting over loverboys, mishandeling en eergerelateerd geweld?
Ja.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de locoburgemeester,
mw. A.W.H. Bertram mw. I.K. van Engelshoven
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen - Bomenkap voor herinrichting
Lees verderSchriftelijke vragen - Opvang vergeten slachtoffers huiselijk geweld
Lees verder