Schrif­te­lijke vragen Bewo­ners­or­ga­ni­satie Rivie­ren­buurt


Indiendatum: 24 feb. 2022

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 13 december 2021 heeft de Bewonersorganisatie Rivierenbuurt/Spuikwartier een brief aan de burgemeester gestuurd. Hierin uit de Bewonersorganisatie haar ongenoegen over het feit dat de gemeente zegt dat de bewonersorganisatie ‘on hold’ staat en dat ze graag wil dat de patstelling wordt aangepakt. Op deze brief hebben de bewoners geen reactie van het college ontvangen, ook niet na het sturen van herinneringen.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Robert Barker, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

  1. Kan het college bevestigen dat ze van de bewonersorganisatie al in december een brief heeft ontvangen, die nog niet beantwoord is? Wanneer verwacht het college deze te beantwoorden?
  2. Wat is de reden dat het college deze brief nog niet heeft beantwoord?
  3. Wat is de reactie van het college op de brief?
  4. Erkent de gemeente dat er een patstelling rond de bewonersorganisatie is ontstaan?
  5. Treedt de gemeente in overleg met het huidige bestuur en erkent zij hen als bestuur en zodanig als gesprekspartner?
  6. Wat doet de gemeente om te zorgen dat de bewonersorganisatie weer goed verder kan, bijvoorbeeld met het werven van nieuwe bestuurders?
  7. Waarom communiceert de gemeente dat de bewonersorganisatie ‘on hold’ staat? Wat betekent dit en welke gevolgen heeft dit?
  8. Wat doet de gemeente verder om te zorgen dat de bewonersorganisatie weer aan de slag kan om zich in te zetten voor een fijnere wijk?

Robert Barker

Partij voor de Dieren

Indiendatum: 24 feb. 2022
Antwoorddatum: 17 mei 2022

Het raadslid de heer Barker heeft op 22 februari 2022 een brief met daarin 8 vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op 13 december 2021 heeft de Bewonersorganisatie Rivierenbuurt/Spuikwartier een brief aan de burgemeester gestuurd. Hierin uit de Bewonersorganisatie haar ongenoegen over het feit dat de gemeente zegt dat de bewonersorganisatie ‘on hold’ staat en dat ze graag wil dat de patstelling wordt aangepakt. Op deze brief hebben de bewoners geen reactie van het college mogen ontvangen ondanks reminders.

1. Kan het college bevestigen dat ze van de bewonersorganisatie al in december een brief heeft ontvangen die nog niet is beantwoord? Wanneer verwacht het college deze te beantwoorden?

Ja, het college bevestigt dat zij in december al een brief ontvangen heeft. Aanleiding voor het schrijven van de brief aan het college is een gesprek wat de BRS in november had met het stadsdeel Centrum. In dit gesprek is de zienswijze van de gemeente op de gebeurtenissen en het nog te volgen traject aan de orde geweest. Naar aanleiding van de brief is er ambtelijk contact geweest.

2. Wat is de reden dat het college deze brief nog niet heeft beantwoord?

In het contact met de briefschrijver is aangegeven het afgesproken traject te vervolgen (zie vraag 7).


3. Wat is de reactie van het college op de brief?

Het college heeft kennis genomen van de brief.

4. Erkent het college dat er een patstelling rond de bewonersorganisatie is ontstaan?

Ja, het college erkent dat er een patstelling is, ontstaan na het uit het bestuur zetten van de oud voorzitter zonder haar daar van in kennis te stellen. Dit heeft tot veel commotie in de wijk geleid. De gemeente heeft meerdere gesprekken gevoerd met betrokkenen over de gang van zaken en mogelijke (duurzame) oplossingen. Hierbij is de insteek geweest de verschillende groepen met elkaar te verbinden. Voor de wijk is het immers beter als er wordt samengewerkt. De onderlinge verschillen zijn echter te groot en samenwerking is niet mogelijk.

5. Treedt het college in overleg met het huidige bestuur en erkent zij deze als bestuur en gesprekspartner?

De gemeente ziet het bestuur niet als de vertegenwoordiger van de gehele wijk. Wel ziet het college haar als gesprekspartner, net als de vele andere initiatieven in de wijk.

6. Wat doet het college om te zorgen dat de bewonersorganisatie weer goed verder kan, bijvoorbeeld met het verwerven van nieuwe bestuurders?

Zie vraag 7 en 8.

7. Waarom communiceert het college dat de bewonersorganisatie ‘on hold’ staat? Wat betekent dit en welke gevolgen heeft dit?

De rol van de gemeente bij een bewonersorganisatie beperkt zich in eerste instantie tot het verstrekken van subsidie: de bewonersorganisatie dient een plan in waarin zij aangeeft wat zij gaat doen, welke middelen zij daarvoor inzet en welke resultaten bereikt worden. Deze plannen volgen uit wat de bewonersorganisatie opgehaald heeft uit de wijk en stemt dat af met de gemeente. Daarnaast vindt er regelmatig overleg plaats over allerhande zaken die spelen in de wijk. Als er binnen het bestuur van een bewonersorganisatie onenigheid ontstaat, is het in eerste instantie niet de rol van de gemeente om daar op in te gaan, het is een zaak van de bestuursleden zelf. In de Rivierenbuurt is een situatie ontstaan waarbij twee partijen claimen de bewonersorganisatie te willen / kunnen zijn. Dat verhoudt zich niet tot het Kader Bewonersorganisaties. Daarnaast ontvingen wij meerdere signalen uit de wijk over de verdeeldheid van de twee partijen. Dit was voor de gemeente aanleiding om op te treden en een onderzoek in te stellen, bestaande uit het voeren van gesprekken met direct betrokkenen en een feitenonderzoek. Hangende het onderzoek heeft de gemeente de bewonersorganisatie tijdelijk in de wacht gezet. Dat wil zeggen dat er geen controversiële besluiten mogen worden genomen of dat er nieuwe verplichtingen worden aangegaan die schadelijk kunnen zijn voor de wijk of onomkeerbaar voor een eventueel volgend bestuur. Er zijn diverse pogingen gedaan om een geschikte partij te vinden die het onderzoek namens de gemeente wilde uitvoeren. De benaderde partijen gaven aan niet te willen of niet te kunnen. Begin dit jaar is in afstemming met PEP een adviseur bereid gevonden te bezien welke mogelijkheden er zijn voor een toekomstbestendige bewonersorganisatie.

8. Wat doet het college verder om te zorgen dat de bewonersorganisatie weer aan de slag kan om zich in te zetten voor een fijnere wijk?

Een bewonersorganisatie dient conform het Kader Bewonersorganisaties een organisatie van en voor de hele wijk en niet slechts voor een groep te zijn. Daarvoor zijn vervolgens – binnen de in het kader gestelde randvoorwaarden – publieke middelen beschikbaar. Bovengenoemde adviseur heeft getracht tot een vergelijk te komen tussen beide partijen, gericht op een bewonersorganisatie die in staat is de wijk als geheel te vertegenwoordigen. De adviseur heeft na instemming van de betrokken partijen met beide gesproken. Aangezien dit niet tot een bevredigend resultaat heeft geleid, is zij gekomen tot het volgende advies: “Te streven naar een nieuw bestuur in deze wijk waarin geen leden die al eerder in dit bestuur hebben gezeten zitting nemen.

Een nieuw bestuur, met hooguit, indien gewenst, een van de leden van het huidige bestuur als tijdelijk bestuurslid in verband met overdracht en continuïteit.” Het college volgt dit advies. Momenteel is de gemeente in gesprek met beide partijen om het advies te bespreken.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx

de burgemeester,

Jan van Zanen

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Misleidende lesprogramma´s pluimveelobby

Lees verder

Schriftelijke vragen Transparantie over LdM C.V.

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer