Schrif­te­lijke vragen Bezwaar­makers onder druk gezet bij bouw­project LEVELS


Indiendatum: 21 feb. 2023

Indiener: Judith Klokkenburg (ChristenUnie/SGP)

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op zaterdag 18 februari stond er een artikel in het Algemeen Dagblad waarin het verhaal werd verteld van een bewoner die bezwaar heeft gemaakt tegen project LEVELS in Moerwijk. Hij vertelt aan de krant dat hem geld werd aangeboden voor de verhuizing van de sportverenigingen in de Kazerne mits hij zijn bezwaar tegen het project LEVELS zou intrekken. Ook een andere bewoner zou het aanbod zijn gedaan om de huur van een parkeerplek te betalen als hij zijn bezwaar tegen het bouwplan zou intrekken.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Judith Klokkenburg (ChristenUnie/SGP), Lesley Arp (SP), Robert Barker (PvdD) en Fatima Faïd (HSP) de volgende vragen:

1) Is het college bekend met het artikel in het Algemeen Dagblad van 18 februari jl. getiteld ‘Een ton voor Ruud, als hij zijn bezwaar zou intrekken’?

2) Is het college het met de indieners eens dat het niet wenselijk is dat bezwaarmakers door projectontwikkelaars onder druk worden gezet om hun bezwaar bij c.q. tegen een bouwproject in te trekken?

3) Is bij het college bekend of bij meer bouwprojecten in onze stad aan bezwaarmakers wordt gevraagd - tegen een lucratief aanbod - hun bezwaar in te trekken? Zo ja, welke projecten zijn dat?

In het artikel geeft de wethouder Wonen aan dat hij het begrijpt als een bouwer in gesprek gaat met een bezwaarmaker om zorgen weg te nemen. “Als het afkopen wordt, vind ik het ingewikkelder”, aldus de wethouder in het artikel.

4) Vindt het college dat er, bij het in het artikel beschreven geval van het bieden van geld voor de verhuizing van sportverenigingen, sprake is van afkopen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is het morele oordeel van het college hierover?

5) Vindt het college dat er in het artikel beschreven geval, van het bieden van geld voor de huur van een parkeerplaats of een parkeerplaats zelf, sprake is van afkopen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is het morele oordeel van het college hierover?

De wethouder Wonen geeft in het artikel aan dat bezwaren soms lang duren en geeft aan: “Het is soms heel duidelijk dat bezwaren nergens op slaan. Dan woont iemand niet eens in de stad.”
6) Kan het college toelichten hoe bezwaren die van buiten de stad komen en volgens de
wethouder Wonen dus ‘nergens op slaan’ toch lang duren? Deze bezwaren zijn dan toch
eenvoudig te weerleggen?

7) Kan het college bevestigen dat bezwaren van mensen van buiten de stad vaak niet ontvankelijk
worden verklaard, omdat zij geen juridisch belanghebbende zijn? Zo nee, waarom niet?

8) Kan het college aangeven hoelang een bezwaarprocedure momenteel duurt? En is dit in
overeenstemming met de wettelijke termijnen? Zo nee, waarom niet?

9) Kan het college bevestigen dat het zelf medeverantwoordelijk is voor langere termijnen bij het
afhandelen van bezwaren door opgelopen achterstanden?

In het geval van LEVELS hebben bezwaarmakers gelijk gekregen en is het bestemmingsplan
vernietigd.
10) Erkent het college in deze zaak dat hier dus sprake is van een terechte gang naar de rechter
van de bezwaarmakers?

11) Wat leert het college voor het nieuw op te stellen bestemmingsplan van de door de rechter
terecht bevonden bezwaren van bezwaarmakers?

12) Kan het college ingaan op de planning van het nieuwe bestemmingsplan en de verdere
voortgang van project LEVELS?

De gemeente is met ontwikkelaar Stebru en woningbouwcorporatie Hof Wonen (voorheen Vestia) een samenwerkingsovereenkomst aangegaan om dit project te realiseren.

13) Heeft het college in de samenwerkingsovereenkomst afspraken gemaakt over hoe er wordt
omgegaan met bezwaarmakers? Is het college bereid om deze samenwerkingsovereenkomst
(vertrouwelijk) met de raad te delen om inzicht te krijgen in de afspraken die zijn gemaakt tussen bovengenoemde partijen? Zo nee, waarom niet?

14) Was het college op de hoogte van het aanbod dat Stebru aan de bezwaarmakers heeft gedaan? Zo ja, sinds wanneer?

Op de website van Stebru wordt het project LEVELS gepresenteerd als een samenwerking tussen de gemeente Den Haag, Stebru en Vestia. Het project ontvangt daarnaast een bijdrage uit de tweede tranche van de woningbouwimpuls van bijna €2,8 miljoen en de gemeente legt ook een dergelijk bedrag bij. Toch geeft de wethouder Wonen in het artikel in het Algemeen Dagblad aan dat hij geen rol voor zichzelf ziet weggelegd om zich in deze casus te mengen, omdat dit niet zijn rol zou zijn.
15) Kan het college aangeven welke rol de gemeente op dit moment speelt in de ontwikkeling
LEVELS?

16) Waarom ziet het college geen rol voor zichzelf in het bewaken van het recht om bezwaar te
maken tegen een ontwikkeling in de stad waar de gemeente Den Haag ook partner in is?

In het artikel vertelt de bezwaarmaker dat in de samenwerkingsovereenkomst staat opgenomen dat Stebru en de gemeente Den Haag hebben afgesproken om alle bouwprocedures zo voortvarend mogelijk te laten verlopen.

17) Klopt het dat dit inderdaad in de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen? Betekent dit
impliciet dat bezwaarmakers kunnen worden afgekocht om hun bezwaar in te trekken?

18) Hoe verhoudt deze afspraak zich tot de uitspraak van de wethouder Wonen dat er geen rol is
weggelegd voor het college om zich te mengen in deze casus?

19) Is het college alsnog bereid om met Stebru in gesprek te gaan over het onder druk zetten van
bezwaarmakers en hen wijzen op het recht om bezwaar te maken?


Judith Klokkenburg
Christenunie/SGP
Lesley Arp
SP
Robert Barker
Partij voor de Dieren
Fatima Faïd
Haagse Stadspartij

Indiendatum: 21 feb. 2023
Antwoorddatum: 18 apr. 2023

De raadsleden de dames Klokkenburg-Reedeker, Arp, Faïd en de heer Barker hebben op 21 februari 2023 een brief met daarin negentien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op zaterdag 18 februari stond er een artikel in het Algemeen Dagblad waarin het verhaal werd verteld van een bewoner die bezwaar heeft gemaakt tegen project LEVELS in Moerwijk. Hij vertelt aan de krant dat hem geld werd aangeboden voor de verhuizing van de sportverenigingen in de Kazerne mits hij zijn bezwaar tegen het project LEVELS zou intrekken. Ook een andere bewoner zou het aanbod zijn gedaan om de huur van een parkeerplek te betalen als hij zijn bezwaar tegen het bouwplan zou intrekken.

1. Is het college bekend met het artikel in het Algemeen Dagblad van 18 februari jl. getiteld ‘Een ton voor Ruud, als hij zijn bezwaar zou intrekken’?
Ja.

2. Is het college het met de indieners eens dat het niet wenselijk is dat bezwaarmakers door projectontwikkelaars onder druk worden gezet om hun bezwaar bij c.q. tegen een bouwproject in te trekken?
Ja. Maar het staat de projectontwikkelaar als vergunninghouder vrij in minnelijk overleg te gaan met bezwaarmakers. Daar staat het college buiten. Het college vindt het uiteraard wel onwenselijk als bezwaarmakers onder druk worden gezet of zich onder druk gezet voelen. Als het college hier signalen over ontvangt zal zij hier de betreffende projectontwikkelaar op aanspreken.

3. Is bij het college bekend of bij meer bouwprojecten in onze stad aan bezwaarmakers wordt gevraagd - tegen een lucratief aanbod - hun bezwaar in te trekken? Zo ja, welke projecten zijn dat?
Dat is tussen de vergunninghouder en bezwaarmaker. Daar staat het college buiten.

In het artikel geeft de wethouder Wonen aan dat hij het begrijpt als een bouwer in gesprek gaat met een bezwaarmaker om zorgen weg te nemen. “Als het afkopen wordt, vind ik het ingewikkelder”, aldus de wethouder in het artikel.

4. Vindt het college dat er, bij het in het artikel beschreven geval van het bieden van geld voor de
verhuizing van sportverenigingen, sprake is van afkopen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is
het morele oordeel van het college hierover?

De gesprekken zijn door Stebru, als vergunninghouder, en bezwaarmakers gevoerd. Omdat het college daarbuiten staat, kan zij niet oordelen of er sprake is geweest van afkopen van bezwaarmakers. Dat neemt niet weg dat de initiatiefnemer en een bezwaarmaker in gezamenlijk overleg tot een oplossing kunnen komen.

5. Vindt het college dat er in het artikel beschreven geval, van het bieden van geld voor de huur
van een parkeerplaats of een parkeerplaats zelf, sprake is van afkopen? Zo nee, waarom niet?

Zo ja, wat is het morele oordeel van het college hierover?

Zie antwoord vraag 4.

De wethouder Wonen geeft in het artikel aan dat bezwaren soms lang duren en geeft aan: “Het is
soms heel duidelijk dat bezwaren nergens op slaan. Dan woont iemand niet eens in de stad.”

6. Kan het college toelichten hoe bezwaren die van buiten de stad komen en volgens de wethouder
Wonen dus ‘nergens op slaan’ toch lang duren? Deze bezwaren zijn dan toch eenvoudig te
weerleggen?

Indien er bezwaar, beroep en hoger beroep tegen een besluit wordt aangetekend, dan levert dat per definitie een lange doorlooptijd op voordat een beslissing door de rechter is genomen. Deze
proceduretijd is ook aan de orde indien het bezwaren betreft die eenvoudig zijn te weerleggen. Bezwaar maken is een belangrijk democratisch recht, maar in dit soort gevallen levert het alleen vertraging op en betekent het dat de woningen die zo nodig zijn in de stad nog niet gebouwd kunnen worden. In dit project is bijvoorbeeld het bestemmingsplan in december 2020 vastgesteld. In mei 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Raad van State de voorlopige voorziening afgewezen. In juni 2022 heeft de Raad van State uitspraak gedaan in het kader van het beroep op het bestemmingsplan. Een doorlooptijd van de beroepsprocedure van meer dan 1,5 jaar na vaststelling van het bestemmingsplan.

7. Kan het college bevestigen dat bezwaren van mensen van buiten de stad vaak niet ontvankelijk
worden verklaard, omdat zij geen juridisch belanghebbende zijn? Zo nee, waarom niet?

Nee. In navolging op het Varkens in nood-arrest van het Europese Hof in Luxenburg heeft de Raad van State bepaald dat ook niet belanghebbenden onder omstandigheden beroep kunnen instellen bij de bestuursrechter. Dat kan zich bijv. voordoen bij bestemmingsplanprocedures omdat daar de uniforme openbare voorbereidingsprocedure moet worden doorlopen. In het kader daarvan kan een ieder een zienswijze indienen en vervolgens ook beroep instellen, ook al is men geen belanghebbende.

8. Kan het college aangeven hoelang een bezwaarprocedure momenteel duurt? En is dit in
overeenstemming met de wettelijke termijnen? Zo nee, waarom niet?

De termijn voor behandeling van een bezwaarschrift (voor bijvoorbeeld een omgevingsvergunning)
bedraagt 12 weken na afloop van de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift. Deze termijn wordt in de regel met 6 weken verlengd. Gewoonlijk worden de bezwaren binnen deze wettelijke termijnen afgehandeld.

9. Kan het college bevestigen dat het zelf medeverantwoordelijk is voor langere termijnen bij het
afhandelen van bezwaren door opgelopen achterstanden?

Nee. In deze kwestie gaat het overigens niet zozeer over een bezwaarprocedure, want het betreft een bestemmingsplantraject dat opnieuw moet worden doorlopen. Hiertegen kan geen bezwaar worden aangetekend, maar is uitsluitend beroep bij de Raad van State mogelijk.

In het geval van LEVELS hebben bezwaarmakers gelijk gekregen en is het bestemmingsplan
vernietigd.
10. Erkent het college in deze zaak dat hier dus sprake is van een terechte gang naar de rechter van de bezwaarmakers?

Iedereen die meent dat een besluit van de gemeente niet had moeten worden genomen, heeft het recht om dat besluit aan de rechter voor te leggen. De vraag of de rechter het besluit van de gemeente in stand houdt of niet staat los van de vraag of er een terechte gang naar de rechter is gemaakt.

11. Wat leert het college voor het nieuw op te stellen bestemmingsplan van de door de rechter
terecht bevonden bezwaren van bezwaarmakers?

De Raad van State heeft geoordeeld dat de motivering op het onderdeel parkeren onvoldoende was. Het college heeft voor het nieuwe bestemmingsplan de motivatie voor parkeren duidelijker en op basis van het nu geldende beleid uitgelegd en onderbouwd.

12. Kan het college ingaan op de planning van het nieuwe bestemmingsplan en de verdere
voortgang van project LEVELS?

Ja. Het ontwerpbestemmingsplan is op woensdag 22 maart 2023 gepubliceerd en ligt vanaf donderdag 23 maart 2023 voor 6 weken ter inzage. Het streven is het bestemmingsplan begin juli 2023 ter vaststelling in de gemeenteraad te agenderen. De start van de realisatie van het bouwplan LEVELS is afhankelijk van de uitkomst van de juridische beroepsprocedure van de omgevingsvergunning en eventuele nieuwe juridische procedures. Als bijvoorbeeld sprake is van een vergelijkbare beroepsprocedure en doorlooptijd van het herziene bestemmingsplan, dan zou een uitspraak pas in 2025 te verwachten zijn.

De gemeente is met ontwikkelaar Stebru en woningbouwcorporatie Hof Wonen (voorheen Vestia)
een samenwerkingsovereenkomst aangegaan om dit project te realiseren.
13. Heeft het college in de samenwerkingsovereenkomst afspraken gemaakt over hoe er wordt
omgegaan met bezwaarmakers? Is het college bereid om deze samenwerkingsovereenkomst
(vertrouwelijk) met de raad te delen om inzicht te krijgen in de afspraken die zijn gemaakt
tussen bovengenoemde partijen? Zo nee, waarom niet?

Er zijn geen afspraken gemaakt hoe wordt omgegaan met bezwaarmakers. Wel staat in de
overeenkomst een standaardartikel dat de gemeente zich inspant dat de gemeentelijke procedures
voorspoedig worden doorlopen overeenkomstig de publieke kaders. Het college is bereid de samenwerkingsovereenkomst als een geheim document te delen met de raad.

14. Was het college op de hoogte van het aanbod dat Stebru aan de bezwaarmakers heeft gedaan? Zo ja, sinds wanneer?

Het college is, nadat het aanbod gedaan was, door bezwaarmaker hiervan op de hoogte gesteld.

Op de website van Stebru wordt het project LEVELS gepresenteerd als een samenwerking tussen de gemeente Den Haag, Stebru en Vestia. Het project ontvangt daarnaast een bijdrage uit de tweede tranche van de woningbouwimpuls van bijna €2,8 miljoen en de gemeente legt ook een dergelijk bedrag bij. Toch geeft de wethouder Wonen in het artikel in het Algemeen Dagblad aan dat hij geen rol voor zichzelf ziet weggelegd om zich in deze casus te mengen, omdat dit niet zijn rol zou zijn.

15. Kan het college aangeven welke rol de gemeente op dit moment speelt in de ontwikkeling
LEVELS?

De gemeente is grondeigenaar van de locatie van De Kazerne. De gemeente heeft de kaders vastgesteld voor de ontwikkeling met het projectdocument. De gemeente heeft een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Stebru en Hof Wonen (voorheen Vestia) voor de ontwikkeling van de realisatie van het project LEVELS. De gemeente heeft het bestemmingsplan herzien en doet dit nu nogmaals. De gemeente heeft de tijdelijke huurovereenkomst met de exploitant van De Kazerne opgezegd en gezorgd voor leegstandsbeheer met de zittende gebruikers. De gemeente laat werkzaamheden in de openbare ruimte uitvoeren ter verplaatsing van de hoofdwaterleiding. De gemeente heeft de omgevingsvergunning verleend. De gemeente spant zich van haar kant en bevoegdheid in om de ontwikkeling van LEVELS mogelijk te maken, met in achtneming van haar publiekrechtelijke verantwoordelijkheden.

16. Waarom ziet het college geen rol voor zichzelf in het bewaken van het recht om bezwaar te
maken tegen een ontwikkeling in de stad waar de gemeente Den Haag ook partner in is?

Een partij heeft het recht om bezwaar te maken. Een initiatiefnemer heeft ook het recht om met een bezwaarmaker in gesprek te gaan om te achterhalen wat het bezwaar is en of dat is weg te nemen. Het is aan initiatiefnemer en bezwaarmaker of dat leidt tot een oplossing of niet. De gemeente is daar geen partij in.

Indien een bezwaarmaker en een initiatiefnemer in onderling overleg en op geheel vrijwillige basis
afspraken kunnen maken die er toe leiden dat een bezwaar- of beroepsprocedure wordt voorkomen of ingetrokken, dan speelt de gemeente daar geen rol in en zou het zelfs vreemd zijn als de gemeente zich daarin wil gaan mengen. In bezwaarprocedures wordt soms ook mediation ingezet om tot een oplossing van geschillen te komen. Indien beide partijen aangeven daarvoor open staan en gezamenlijk tot een oplossing van het geschil komen, dan kan vaak een langdurige gerechtelijke procedure worden voorkomen. Komt men er echter onderling niet uit, dan staat altijd de weg open om bezwaar aan te tekenen of beroep in te stellen.

In het artikel vertelt de bezwaarmaker dat in de samenwerkingsovereenkomst staat opgenomen dat Stebru en de gemeente Den Haag hebben afgesproken om alle bouwprocedures zo voortvarend mogelijk te laten verlopen.
17. Klopt het dat dit inderdaad in de samenwerkingsovereenkomst is opgenomen? Betekent dit
impliciet dat bezwaarmakers kunnen worden afgekocht om hun bezwaar in te trekken?

In de samenwerkingsovereenkomst staat opgenomen dat gemeente zich inzet om de procedures
voortvarend te doorlopen overeenkomstig publieke kaders. Dit is een gebruikelijke bepaling in
overeenkomsten. Dit betekent niet meer dan dat.

18. Hoe verhoudt deze afspraak zich tot de uitspraak van de wethouder Wonen dat er geen rol is
weggelegd voor het college om zich te mengen in deze casus?

Deze kwesties staan los van elkaar. Allereerst is de bestemmingsplanprocedure doorlopen. De
gemeente heeft naar aanleiding van de afspraak in de overeenkomst hier de verplichting zich in te
spannen deze procedure voortvarend te doorlopen. Op vaststelling van het bestemmingsplan is een beroep bij de Raad van State gevolgd. De gemeente heeft daarbij geen rol in het wegnemen van bezwaren, dit komt ook niet voort uit de overeenkomst en zou ook niet passend zijn. Om die reden is er ook geen rol weggelegd voor het college in deze casus.

19. Is het college alsnog bereid om met Stebru in gesprek te gaan over het onder druk zetten van
bezwaarmakers en hen wijzen op het recht om bezwaar te maken?

De gesprekken zijn door Stebru en bezwaarmakers gevoerd. Omdat het college daar geen partij in is, kan zij niet oordelen of er sprake is geweest van onder druk zetten van bezwaarmakers. Het college is bereid in het algemeen met Stebru in gesprek te gaan hierover.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,

Ilma Merx Jan van Zanen