Schriftelijke vragen Evaluatie Haagse Pride
Indiendatum: 22 mei 2024
Aan de voorzitter van de gemeenteraad, In het weekend van 17 tot en met 19 mei 2024 vond de Haagse Pride plaats. Op 17 mei (de internationale dag tegen homo-, bi-, trans- en interseksefobie) werd het weekend afgetrapt en op zaterdag 18 mei vond voor het eerst sinds 2018 weer een Haagse Pride Walk plaats. De evenementen werden bijzonder goed bezocht; zo liepen er alleen al met de Pride Walk 2.000 mensen mee. Helaas vond de Pride plaats in de schaduw van het, op donderdag 16 mei gepresenteerde, hoofdlijnen akkoord van de nieuwe landelijke coalitie. Daarnaast vonden rondom de Pride enkele incidenten plaats. Zo zijn bij de vraagstellers meerdere incidenten bekend van intimidatie van Pride-gangers en werd enkele dagen na het feestelijke inhuldigen van de vlaggenmast in Laak, de Pride vlag met mast en al uit de grond getrokken.
Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Isabel Bos (GroenLinks), Lesley Arp (SP), Marije Mostert (D66), Fatima Faid (HSP), Janneke Holman (PvdA), Robin Smit (PvdD) de volgende vragen:
1) Hoe is het Haagse college betrokken geweest bij de organisatie van de Haagse Pride? Welke acties zijn er vanuit het stadhuis ondernomen om de Pride zo goed mogelijk plaats te laten vinden?
2) Kan het college aangeven of er een risico-analyse rondom veiligheid en geweldsincidenten heeft plaatsgevonden voor de aanvang van Pride? Zo ja, wat waren de uitkomsten? Zo nee, waarom niet?
3) Zal er een evaluatie plaatsvinden van de afgelopen Haagse Pride? Zo ja, wanneer kan de raad deze ontvangen en welke organisaties worden daarbij betrokken?
4) (Hoe) wordt de Pride de komende jaren gefaciliteerd en gefinancierd? Is hier structurele financiering voor voorzien, en zo ja hoe groot is dit bedrag? De vraagstellers hebben signalen ontvangen van verschillende Pride-gangers die rondom de Pride last hebben gehad van intimidatie en belediging. Zo zijn pride-gangers buiten het festivalterrein beledigd en bekogeld met flessen en andere voorwerpen.
5) Is het college ook bekend met deze signalen? Welke acties gaat het college ondernemen naar aanleiding van deze signalen?
6) Kan het college aangeven hoe zij de veiligheid van queerpersonen in de toekomst beter gaat waarborgen voor, tijdens en na pride-evenementen?
7) Hebben deze incidenten ook geleid tot extra meldingen bij Den Haag Meldt? Ziet het college de afgelopen jaren een toename van het aantal meldingen op basis van seksuele gerichtheid en/of genderidentiteit, en zo ja, welke acties worden hierop ondernomen?
Op vrijdag 17 mei werd bij het stadsdeelkantoor Laak de pride progress vlag gehesen. Hiermee werd tegemoet gekomen aan wensen van bewoners, die graag een vlaggenmast bij het stadsdeelkantoor wilden zien. Enkele dagen hierna is echter de vlag met vlaggenmast en al uit de grond getrokken, en is het raam bij de ingang van het stadsdeelkantoor ingeslagen.
8) Heeft het college al aangifte gedaan van deze diefstal en dit vandalisme? Zo nee, is het college nog bereid dit te doen?
9) Wanneer verwacht het college de vlaggenmast en vlag weer in ere te kunnen herstellen?
10) Is het college in gesprek met buurtbewoners en andere belanghebbenden over dit vandalisme?
11) Zijn er voorafgaand of na het hijsen van de vlag bij de politie dan wel de gemeente signalen binnengekomen over dreigend vandalisme? Zo ja, wat is er met die signalen gedaan?
12) Welke stappen gaat het college verder nog zetten naar aanleiding van dit incident? Hoe gaat voorkomen worden dat dit nog een keer gebeurt?
Op donderdag16 maart presenteerden de landelijke PVV, VVD, NSC en BBB een hoofdlijnenakkoord. Hierin zijn weinig concrete stappen opgenomen die de leefomstandigheden van queerpersonen moeten verbeteren. Daarnaast wordt er in het hoofdlijnenakkoord gesproken over de leerdoelen van relationele en seksuele voorlichting op scholen: deze dienen ‘neutraal’ te zijn en ‘beter toegesneden op de leeftijden van leerlingen’. De vraagstellers maken zich ernstig zorgen over deze ontwikkeling.
13) Kan het college reflecteren op de zinsnede uit het hoofdlijnenakkoord over de leerdoelen van relationele en seksuele voorlichting? Verandert deze landelijke beleidsambitie nog iets voor het Haagse gemeentebeleid omtrent seksuele voorlichting op scholen?
14) Hoe wordt op dit moment relationele en seksuele voorlichting op Haagse scholen vormgegeven, en welke organisaties zijn hierbij betrokken? Welke rol speelt de Haagse gemeente hierin?
15) Is het college bereid om in gesprek te gaan met deze organisaties over het belang van inclusieve relationele en seksuele voorlichting, waarin aandacht is voor alle genderidentiteiten, seksuele gerichtheden en relatievormen? Zo ja, kan het college de raad op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit gesprek?
16) Hoeveel GSA (gender & sexuality allianties) zijn er op dit moment actief op Haagse scholen? Heeft het college de ambitie om dit aantal verder te doen toenemen, en zo ja, hoe wordt dit vanuit de gemeente gestimuleerd?
Isabel Bos GroenLink | Lesley Arp SP | Marije Mosterd D66 |
Fatima Faïd HSP | Janneke Holman PvdA | Robin Smit Partij voor de Dieren |
Indiendatum:
22 mei 2024
Antwoorddatum: 2 okt. 2024
De raadsleden de dames Bos, Arp, Mostert, Faïd, Holman en de heer Smit hebben op 22 mei 2024 een brief met daarin 16 vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
In het weekend van 17 tot en met 19 mei 2024 vond de Haagse Pride plaats. Op 17 mei (de internationale dag tegen homo-, bi-, trans- en interseksefobie) werd het weekend afgetrapt en op zaterdag 18 mei vond voor het eerst sinds 2018 weer een Haagse Pride Walk plaats. De evenementen werden bijzonder goed bezocht; zo liepen er alleen al met de Pride Walk 2.000 mensen mee. Helaas vond de Pride plaats in de schaduw van het, op donderdag 16 mei gepresenteerde, hoofdlijnen akkoord van de nieuwe landelijke coalitie. Daarnaast vonden rondom de Pride enkele incidenten plaats. Zo zijn bij de vraagstellers meerdere incidenten bekend van intimidatie van Pride-gangers en werd enkele dagen na het feestelijke inhuldigen van de vlaggenmast in Laak, de Pride vlag met mast en al uit de grond getrokken.
1. Hoe is het Haagse college betrokken geweest bij de organisatie van de Haagse Pride? Welke acties zijn er vanuit het stadhuis ondernomen om de Pride zo goed mogelijk plaats te laten vinden?
Van meet af aan was het college betrokken bij de organisatie van Haagse Pride, waarbij afspraken zijn gemaakt over hoe we als gemeente de Pride The Hague-werkgroep kunnen ondersteunen in financieel en inhoudelijk opzicht. Deze inspanningen hebben geresulteerd in een projectplan dat uitgevoerd werd dankzij gemeentelijke financiering. Gedurende de voorbereidingen zijn er meerdere gesprekken geweest tussen de projectgroep en de gemeente om zo te borgen dat er in 2024 een Pride komt die bijdraagt aan de acceptatie en zichtbaarheid van de queergemeenschap en waar tegelijkertijd aandacht is voor inclusie, bewustwording, dialoog en toegankelijkheid.
2. Kan het college aangeven of er een risicoanalyse rondom veiligheid en geweldsincidenten heeft plaatsgevonden voor de aanvang van Pride? Zo ja, wat waren de uitkomsten? Zo nee, waarom niet?
Voor de aanvang van Pride heeft een risicoanalyse plaatsgevonden. Samen met de hulpdiensten is beoordeeld of de inzet van de organisatie voldoende was om een veilig en ordelijk verloop van het evenement te waarborgen. Hierbij is ook gekeken naar ervaringen van voorgaande jaren en actuele ontwikkelingen. Hieruit zijn geen risico’s naar voren gekomen. Tijdens de Pride en buiten het festivalterrein hebben zich echter wel incidenten voorgedaan. Het college betreurt dit ten zeerste. Daarom blijven we in gesprek met de organisator van Pride The Hague, politie en andere belangenorganisaties over welke edities preventieve maatregelen we kunnen treffen voor de volgende edities, zodat de Pride door iedereen in alle veiligheid gevierd kan worden.
3. Zal er een evaluatie plaatsvinden van de afgelopen Haagse Pride? Zo ja, wanneer kan de raad deze ontvangen en welke organisaties worden daarbij betrokken?
De evaluatie met de werkgroep en de gemeente heeft op 18 juni jongstleden plaatsgevonden. Pride The Hague evalueert zelf ook met andere samenwerkende partners. De uitkomsten van deze gesprekken worden in Q4 met de raad gedeeld. De evaluatie biedt een overzicht van de bestede middelen, activiteiten, samenwerkingspartners en verbeterpunten en schetst een brede context bij het evenement.
4. Hoe wordt de Pride de komende jaren gefaciliteerd en gefinancierd? Is hier structurele financiering voor voorzien, en zo ja hoe groot is dit bedrag?
Zoals beschreven in de afdoening van de motie “Make the Hague Pride again” (RIS10697081) is het college voornemens binnen de bestaande middelen geld vrij te maken om Pride in 2025 en de jaren daarop mogelijk te maken. Het uiteindelijke bedrag hangt af van meerdere factoren, zoals de projectaanvraag en de ruimte binnen de bestaande middelen. Daarom wordt van tevoren geen vast bedrag vastgelegd.
De vraagstellers hebben signalen ontvangen van verschillende Pride-gangers die rondom de Pridelast hebben gehad van intimidatie en belediging. Zo zijn pride-gangers buiten het festivalterrein beledigd en bekogeld met flessen en andere voorwerpen.
5. Is het college ook bekend met deze signalen? Welke acties gaat het college ondernemen naar aanleiding van deze signalen?
Het college is bekend met deze signalen en betreurt dit ten zeerste. Intimidatie en intolerantie jegens de queer personen is ontoelaatbaar. Veiligheid blijft onze prioriteit zowel op het festivalterrein als daarbuiten. Het college is in contact met politie en queer organisaties om te inventariseren hoe het veiligheidsgevoel onder queerinwoners is en hoe we in de samenwerking tussen politie en gemeente doelgericht hiermee om kunnen gaan. In het kader hiervan staat er in het derde kwartaal van 2024 een veiligheidsbijeenkomst gepland.
Als gemeente stimuleren we dat van iedere queerfobe uiting een melding gemaakt wordt bij de politie, de antidiscriminatievoorziening of het door de gemeente opgerichte meldpunt straatintimidatie. Het is van noodzakelijk belang om melding te doen van intimidatie, bedreigingen, pesterijen en geweld wegens seksuele oriëntatie en genderidentiteit, om zo structureel beter zicht te krijgen op queerfobie en adequate maatregelen te nemen.
6. Kan het college aangeven hoe zij de veiligheid van queerpersonen in de toekomst beter gaat waarborgen voor, tijdens en na pride-evenementen?
De veiligheidsrisicoanalyse blijft onderdeel van de Pride en het college blijft in nauw contact met de gemeenschap en de politie om de veiligheid van queerpersonen te waarborgen, ook als er geen Pride is in de stad.
Vanuit de gemeente organiseren we periodiek een queer-veiligheidsoverleg waarbij politie, de Antidiscriminatievoorzieningen (ADV) en queer-belangenorganisaties worden uitgenodigd om signalen te kunnen ophalen en te komen tot acties om de veiligheid van de queergemeenschap te verbeteren. Daarnaast zullen we uitvoerende partners die voorlichting geven op scholen erop attenderen om Pride en het thema veiligheid mee te nemen in hun voorlichtingslessen. We blijven inzetten op het vergroten van respect en inclusie bijvoorbeeld door publiciteitscampagnes in aanloop naar Pride.
7. Hebben deze incidenten ook geleid tot extra meldingen bij Den Haag Meldt? Ziet het college de afgelopen jaren een toename van het aantal meldingen op basis van seksuele gerichtheid en/of genderidentiteit, en zo ja, welke acties worden hierop ondernomen?
Uit de cijfers blijkt niet dat er een significante toe- of afname is van meldingen, ook niet in de afgelopen jaren. Het college blijft zich hardmaken voor de veiligheid van de queergemeenschap door enerzijds breed in te zetten op preventie en signalering. Anderzijds staan we achter en met de gemeenschap door uit te dragen dat iedereen in Den Haag zichzelf moet kunnen zijn in alle openheid en vrijheid.
Op vrijdag 17 mei werd bij het stadsdeelkantoor Laak de pride progress vlag gehesen. Hiermee werd tegemoetgekomen aan wensen van bewoners, die graag een vlaggenmast bij het stadsdeelkantoor wilden zien. Enkele dagen hierna is echter de vlag met vlaggenmast en al uit de grond getrokken, en is het raam bij de ingang van het stadsdeelkantoor ingeslagen.
8. Heeft het college al aangifte gedaan van deze diefstal en dit vandalisme? Zo nee, is het college nog bereid dit te doen?
Ja, er is zowel aangifte gedaan van de vernieling van de vlaggenmast als de moedwillige beschadiging van de toegangsdeur van het stadsdeelkantoor Laak.
9. Wanneer verwacht het college de vlaggenmast en vlag weer in ere te kunnen herstellen?
De opdracht om een nieuwe vlaggenmast te plaatsen is inmiddels verstrekt. De nieuwe mast wordt dieper in de grond bevestigd. Daarvoor moet een klic-melding gemaakt worden om zeker te zijn dat geen kabels of leidingen dieper geraakt worden bij plaatsing. We streven ernaar om op 11 oktober de regenboogvlag te hijsen.
10. Is het college in gesprek met buurtbewoners en andere belanghebbenden over dit vandalisme?
Het incident is kort na de gebeurtenis besproken met de besturen van de bewonersorganisaties van Laak in het periodieke overleg met de stadsdeeldirecteur. Bezorgdheid over vandalisme en queerfobie is een belangrijk onderwerp dat in gezamenlijkheid met belanghebbenden besproken wordt.
11. Zijn er voorafgaand of na het hijsen van de vlag bij de politie dan wel de gemeente signalen binnengekomen over dreigend vandalisme? Zo ja, wat is er met die signalen gedaan?
Al op vrijdagmiddag 17 mei werd duidelijk dat jongeren de pride progress vlag wilden neerhalen. Een medewerker van het stadsdeel heeft de jongeren hierop aangesproken. Ook is de politie geattendeerd op dit sentiment, waarna in de surveillance extra aandacht is besteed aan deze locatie. Dit kon echter niet voorkomen dat de vlag met geweld naar beneden is gehaald.
12. Welke stappen gaat het college verder nog zetten naar aanleiding van dit incident? Hoe gaat voorkomen worden dat dit nog een keer gebeurt?
Ondanks alle goede zorgen en aandacht kan helaas niet voorkomen worden dat deze vlaggenmast nogmaals doelwit wordt van vandalisme. We gaan wel een stevigere mast neerzetten, zodat de mast minder eenvoudig ten prooi valt aan vandalisme. De nieuwe mast is dieper verzinkt in de grond en voorzien van een liersysteem in de mast.
Op donderdag 16 maart presenteerden de landelijke PVV, VVD, NSC en BBB een hoofdlijnenakkoord. Hierin zijn weinig concrete stappen opgenomen die de leefomstandigheden van queerpersonen moeten verbeteren. Daarnaast wordt er in het hoofdlijnenakkoord gesproken over de leerdoelen van relationele en seksuele voorlichting op scholen: deze dienen ‘neutraal’ te zijn en ‘beter toegesneden op de leeftijden van leerlingen’. De vraagstellers maken zich ernstig zorgen over deze ontwikkeling.
13. Kan het college reflecteren op de zinsnede uit het hoofdlijnenakkoord over de leerdoelen van relationele en seksuele voorlichting? Verandert deze landelijke beleidsambitie nog iets voor het Haagse gemeentebeleid omtrent seksuele voorlichting op scholen?
Scholen zijn door de landelijke kerndoelen voor het onderwijs verplicht om aandacht te besteden aan relationele en seksuele vorming. Daarbij leren leerlingen om respectvol om te gaan met seksualiteit en diversiteit binnen de samenleving. Scholen bepalen zelf op welke manier zij aandacht geven aan relationele en seksuele vorming en welke lespakketten ze daar eventueel voor gebruiken.
In de Haagse Educatieve Agenda (RIS311077) hebben het college en de Haagse scholen afspraken gemaakt over de onderwijsambities voor de komende jaren. Ten aanzien van sociale cohesie en veiligheid is geconcludeerd dat aandacht op school voor omgangsvormen en regels, voor socialisatie, voor persoonsvorming en voor burgerschapsonderwijs nog belangrijker is geworden. Er is afgesproken dat elke school in Den Haag een veilige omgeving moet bieden voor haar leerlingen. Een omgeving waarin ze zichzelf kunnen zijn, zich kunnen ontwikkelen en zich geaccepteerd voelen. Het college houdt vast aan deze gezamenlijke ambitie.
14. Hoe wordt op dit moment relationele en seksuele voorlichting op Haagse scholen vormgegeven, en welke organisaties zijn hierbij betrokken? Welke rol speelt de Haagse gemeente hierin?
Scholen bepalen zelf op welke manier zij aandacht geven aan relationele en seksuele vorming en welke organisaties ze daar eventueel bij betrekken. Het college heeft hier geen zicht op. Voor financiële ondersteuning bij hun aanpak kunnen scholen gebruikmaken van de subsidieregeling voor schoolveiligheid. Interventies ter bevordering van queeremancipatie en -acceptatie vallen hier ook onder. Betrokken organisaties zijn GGD Haaglanden, Centrum 1622, COC Haaglanden, Stichting Sex Matters, Jip Haaglanden, Schoolformaat en Rutgers.
15. Is het college bereid om in gesprek te gaan met deze organisaties over het belang van inclusieve relationele en seksuele voorlichting, waarin aandacht is voor alle genderidentiteiten, seksuele gerichtheden en relatievormen? Zo ja, kan het college de raad op de hoogte stellen van de uitkomsten van dit gesprek?
Het college heeft periodiek overleg met organisaties als de GGD, COC Haaglanden en Centrum 1622. In deze gesprekken zijn de zorgen gedeeld over de afnemende acceptatie ten aanzien van genderdiversiteit en seksuele gerichtheid onder leerlingen. Het college deelt deze zorgen en bespreekt ze met het onderwijsveld.
16. Hoeveel GSA (gender & sexuality allianties) zijn er op dit moment actief op Haagse scholen? Heeft het college de ambitie om dit aantal verder te doen toenemen, en zo ja, hoe wordt dit vanuit de gemeente gestimuleerd?
Er zijn op dit moment 17 GSA’s op Haagse scholen actief. De ambitie is uiteraard dat er op iedere school een GSA is. Om dit mogelijk te maken ondersteunt de gemeente het COC Haaglanden die de GSA’s coördineert in Den Haag. Ook ontvangen alle schoolbesturen en leerlingenraden op Paarse Vrijdag een brief van de gemeente met daarin de oproep een GSA op te richten. Bij overleggen tussen scholen en gemeente wordt eveneens het belang van een GSA voor een veilige en inclusieve leeromgeving benoemd. In het vierde kwartaal gaat de gemeente in gesprek met GSAvertegenwoordigers over wat goed gaat en waar zij tegenaanlopen en hoe wij hierin kunnen ondersteunen.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,
Ilma Merx Jan van Zanen
de secretaris,
Ilma Merx | de burgemeester,
Jan van Zanen |
Wij staan voor:
Interessant voor jou
Schriftelijke vragen Uitvraag Molenvlietpark en Nieuw Vredenoord
Lees verderSchriftelijke vragen Winst boven dierenwelzijn bij Evidensia
Lees verder