Schrif­te­lijke vragen Uitvraag Molen­vlietpark en Nieuw Vredenoord


Indiendatum: 17 mei 2024

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

De gemeente Den Haag heeft een omgevingsvergunning aangevraagd voor de kap van 354 bomen, staande in het gebied tussen Landgoed Vredenoord en het Molenslootpad. De kap zou nodig zijn om de door het college veronderstelde onvermijdelijke tweede watertoevoer mogelijk te maken. Eind 2023 publiceerde de gemeente het ontwerp-bestemmingsplan Nieuw Vredenoord (RIS317332) om woningbouw mogelijk te maken. Voor de uitvoering van het bestemmingsplan zullen naar verwachting boven op het vermelde aantal van 354 nog circa 53 bomen en een haagbeplanting gekapt moeten worden. Hiermee wordt het terrein volledig kaal gekapt. Beide hebben betrekking op Nieuw Vredenoord, een gebied dat onderdeel uitmaakt van het Natuurnetwerk Nederland. De Partij voor de Dieren vindt de omvang van deze aanvraag alarmerend en heeft twijfels over de noodzaak van de bomenkap.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Leonie Gerritsen, Partij voor de Dieren de volgende vragen:

  1. Kan het college aangeven of het klopt dat het Planuitwerkingskader buitenplaats Nieuw Vredenoord (RIS299396) nooit door de raad is vastgesteld? Is het correct dat dit PUK nooit door de raad is vastgesteld?

  2. Kan het college bevestigen dat dit PUK verlopen is, aangezien er staat dat het na 24 maanden vervalt?


In de brief bij het ontwerp-bestemmingspplan (RIS317332, pagina 1) staat: "In 2018 heeft het college ingestemd met de oprichting van de nieuwe buitenplaats."

  1. Kan het college toelichten wat precies bedoeld wordt met deze instemming ? Wordt het PUK bedoeld of iets anders?
  2. Waarom wordt het collegebesluit uit juli 2021 (RIS309353) niet genoemd in de brief bij het ontwerp-bestemmingsplan?

  3. Kan het college verhelderen op basis van welke kaders keuzes rondom het woningbouwprogramma zijn gemaakt, ook omdat er geen PUK is?

  4. Is het woningbouwprogramma uit bijlage 2 van dat collegebesluit uit 2021 ook nog het huidige voorstel of inmiddels niet meer?

  5. Zo ja, kan het college toelichten hoe elementen als een oranjerie als woning en een hoofdhuis met 11 zelfstandige appartementen onderdeel zijn van een landgoed? Op welke manier is zoiets dan een oranjerie? En het is dan toch een appartementencomplex en geen hoofdhuis van een landgoed?


Binnen de perceelsgrenzen van het ontwerp-bestemmingsplan ligt de uitwerking van een specifiek plan voor een vernieuwde watertoevoer, waarvoor 354 bomen gekapt moeten worden. Momenteel ligt de kapvergunning bij de rechter, nadat er al een voorlopige voorziening is toegekend.


  1. Kan het college toezeggen te wachten met het voorleggen van het ontwerp-bestemmingsplan aan de raad totdat er duidelijkheid is over de toelaatbaarheid van de vernieuwde watertoevoer?

  2. Wat zijn de consequenties van het eventueel aannemen van een ontwerp-bestemmingsplan dat afhankelijk is van een plan dat mogelijk niet haalbaar is? Daarbij aangetekend dat dit voorgestelde bestemmingsplan qua ruimtelijke inrichting van bijvoorbeeld de erfweg en waterpartijen specifiek uitgaat van een plan dat mogelijk geen stand houdt.

  3. Kan het college onderzoeken of het voorgestelde ontwerp-bestemmingsplan de mogelijkheid biedt om het huidige bos, inclusief het deel dat gemeentegrond is, te behouden?

  4. ​​Wat zijn de mogelijkheden als de rechter in de bodemprocedure het beroep toekent en de kapvergunning voor 354 bomen vernietigt?

De kap van zoveel bomen in het haagbeuken- en essenbos en het vernietigen van het kruiden- en faunarijke grasland tast de wezenlijke kenmerken en waarde van dit NNN-gebied significant aan. Dit geldt zowel voor de Tweede watertoevoer als voor de woningbouw. Bij NNN geldt een ‘nee, tenzij-principe’. De provincie heeft het verzoek van de gemeente Den Haag voor nieuwbouw op Nieuw Vredenoord buiten behandeling gesteld vanwege onvolkomenheden (bij brief d.d. 30 januari 2023. Te lezen in het bezwaarschrift van de provincie tegen de kapvergunning op Nieuw Vredenoord dd 21-02-2023).[1] Recent heeft de provincie een zienswijze ingediend over het ontwerpbestemmingsplan Nieuw Vredenoord.

  1. Is het college bekend met dit nee, tenzij-principe?

  2. Is het college bekend met de regelgeving die hiermee gemoeid is? Zo ja, kan het college een toelichting geven? Zo nee, waarom niet?

  3. Is het college bekend dat een ontheffing van de provincie vereist is?

  4. Hoe denkt het college om te gaan met het afwijzen van een ontheffing door de provincie bij brief van 30 januari 2023? Graag een toelichting.

  5. Wat staat er in de zienswijze van de provincie over het ontwerpbestemmingsplan Nieuw Vredenoord? Is de intentie positief of niet? Graag een toelichting.

  6. Kan het college de zienswijze van de provincie aan de raad toesturen? Zo nee, waarom niet?

  7. Hoe denkt het college de regelgeving succesvol te doorlopen om de ontheffing te verkrijgen? Kan het college een toelichting geven?


In de brief bij het ontwerp-bestemmingsplan wordt aangegeven dat de provincie Zuid-Holland zorgen heeft over de natuurwaarde van dit gebied. Zo staat er: "De provincie Zuid-Holland vindt dat het erop lijkt dat het Netwerk met de uitvoering van dit plan nu al zal worden aangetast. Onderzoek ten behoeve van dit plan toont een beeld van beplantingen, er is derhalve geen sprake van aantasting van het Netwerk. De gemeente wil met het plan het mogelijk maken dat natuurwaarden geïntroduceerd en ontwikkeld worden. Het ontwerp- bestemmingsplan geeft om die reden geen aanleiding tot een nadere toetsing." (RIS317332, pagina 3)


  1. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat “een beeld van beplantingen" niet betekent dat er geen aantasting van het natuurnetwerk is? Waarom wordt dit zo gesteld alsof een beeld van beplantingen automatisch geen aantasting is?

  2. Ziet het college in dat de toevoeging van asfaltering en bebouwing op gespannen voet staat met het introduceren van natuurwaarden? Zo nee, waarom niet?

  3. Over het beeld van beplantingen, eerdere ontwerpen toonden o.a. rododendrons en hortensia’s, waarmee het in elk geval niet ingericht wordt vanuit het perspectief van veel ecologische waarde toevoegen. Waarom wordt er gesproken over het toevoegen van nieuwe natuurwaarden terwijl de inrichting daar niet op gericht lijkt?

  4. Waarom wordt laconiek omgegaan met de huidige natuurwaarden en de NNN-status van dit gebied? Waarom wordt niet eerst gekeken naar wat versterking van NNN zou betekenen en daarna naar hoe een mogelijke ontwikkeling daarbij past?

  5. Welke specifieke natuurwaarden worden nagestreefd en hoe passen deze binnen de ecologische context en NNN-doelstellingen?

  6. Kan het college toelichten of er toetsing is geweest van het ontwerp van het voorgestelde landgoed over of het gaat voldoen aan NNN-doelen voor een bepaald beheertype? Zo ja, welk beheertype wordt beoogd?

  7. Is het college bekend met de huidige doelstellingen en de ambities voor de toekomst van de beide beheertypen van het NNN-gebied? Zo ja, kan het college dit toelichten? Zo nee, waarom niet?

  8. Is het college bekend met de procedure om beheertype te wijzigen? Zo ja, kan het college dit toelichten. Zo nee, waarom niet?


De oorspronkelijke aanleg en biotoop van het gebied is een kruidenrijke (molen)weide omzoomd door (hak)houtbeplanting. De contouren van deze aanleg zijn nog volledig aanwezig. Herstel zou met beperkte middelen mogelijk zijn. De provincie Zuid-Holland beschikt over subsidieregelingen voor dergelijk herstel in NNN-gebieden.


  1. Is een dergelijke praktische aanpak door het college onderzocht?

  2. Vindt het college het logisch om verwaarlozing van een natuurgebied te belonen met het oogmerk van kaalslag en nieuwbouw?

  3. Klopt het dat de provincie het gebied officieel niet de status ‘landgoed’ heeft toegekend?

  4. Hoe realistisch acht het college het dat wordt gekozen voor beheertype ‘park- en stinzenbos’? Zou dit niet gepaard moeten gaan met cultuurhistorie van het landschap?

  5. Is het college bekend met precedenten waarbij een nieuw aangelegd woning-ensemble als toevoeging aan de natuur werd gezien?

  6. Is het college bekend met de uitspraak van de Raad van State over de vernietiging van het bestemmingsplan Paleis Soestdijk van januari 2024?[2]

  7. Hoe reflecteert het college op overwegingen 110, 114, 115 en 117 in de uitspraak van de Raad van State?

  8. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat als overgegaan zou worden op kap, niet alleen het oppervlakte van het NNN gecompenseerd moet worden maar ook de aantasting van andere kwaliteiten van het NNN, zoals in dit geval de afname van rust in het gebied? Hoe wordt daarin bij dit ontwerp-bestemmingsplan voorzien?

  9. Kan het college toelichten wat de status is van eventuele afspraken met de provincie over de toekomst van dit NNN-gebied? Zijn er concrete afspraken en zo ja, wat zijn deze?


Leonie Gerritsen
Partij voor de Dieren

[1] GS PZH bezwaar kapvergunning 21-02-2023.pdf

[2] Uitspraak 2022202119/1/R4, https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/@141352/202202119-1-r4/