Schrif­te­lijke vragen Gevolgen voor groen en natuur­waarden van ingrepen in Koekamp

Indiendatum: jan. 2018
Antwoorddatum: 16 jan. 2018

Gemeenteraadsleden de dames Teunissen, Akhiaten de heren Kapteijns, Guernaoui, Bos en Kücük hebben op 3 januari 2017 een brief met daarin veertien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op 28 november heeft het college een Raadsvoorstel gedaan voor het herinrichten van de Koekamp. Hier is in de Commissie Ruimte van 13 december over gesproken. Toen bleef onduidelijk of de gevolgen voor de natuur in kaart zijn gebracht en wat die gevolgen zijn.

Om hier voor de Raadsbehandeling inzicht in te krijgen stelt ondergetekende onder verwijzing naar artikel 30 van het Reglement van Orde de volgende vragen:

1. Heeft er onderzoek plaatsgevonden naar de natuurkwaliteiten en de ecologie van het gebied waarvoor het Voorlopig Ontwerp Stadsentree Koekamp is opgesteld? Zo ja, kan dit onderzoek/deze inzichten worden gedeeld? Zo nee, waarom niet?

2. Heeft er onderzoek plaatsgevonden naar de gevolgen voor de natuurkwaliteiten en de ecologie van dit voorlopig ontwerp? Heeft bovendien onderzoek plaatsgevonden naar de gevolgen voor specifieke diersoorten? Zo ja, kunnen deze onderzoeken/deze inzichten worden gedeeld? Zo nee, waarom niet?

Beantwoording vraag 1 en 2

Ja, Voor het inzichtelijk maken van de (mogelijke) effecten van de voorgenomen ontwikkeling in de Koekamp op de door de Wet natuurbescherming beschermde soorten zijn in dit kader meerdere ecologische onderzoeken uitgevoerd. De betreffende onderzoeken en conclusies zijn:

Ecologische quickscan, uitgevoerd door Aqua Terra Nova, 2017

Deze ecologische quickscan geeft als voornaamste conclusies mogelijke effecten op; vleermuizen, marterachtigen, broedvogels met en zonder jaarrond beschermde nesten en eekhoorns. Zie hiervoor ook onderstaande onderzoeken.

Boommarter en vleermuisonderzoek, uitgevoerd door Regelink Ecologie & Landschap, 2016

De boommarter is niet waargenomen bij dit onderzoek, vleermuizen wel (gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis, laatvlieger, rosse vleermuis en watervleermuis).

Er zijn geen specifieke delen in het onderzoeksgebied welke een essentieel foerageergebied vormen.

Broedvogel en eekhoornonderzoek, uitgevoerd door Aqua Terra Nova, 2017

Er zijn geen nesten van broedvogels met jaarrond beschermde nesten waargenomen en ook de eekhoorn is niet waargenomen. Er zijn wel meerdere broedvogels waargenomen waarvoor is aangegeven dat deze soorten tijdens en na uitvoering van de werkzaamheden voldoende uitwijkmogelijkheden hebben.

Mitigatieplan, opgesteld door Buro Bakker, 2017De maatregelen voortkomend uit het onderzoek zijn tijdens het opstellen van het mitigatieplan grotendeels al opgenomen in het ontwerp. Dit betreft;

- het aanpassen van de verlichting

- het behouden van de lijnvormige structuren langs het water

- de voorziene brug wordt niet verlicht en en op minimaal 1,2 m boven de waterlijn geplaatst.

- Grotere bomen zijn bij de keuzes voor de ligging van de nieuw te plaatsen paden zoveel mogelijk ontzien. Bomen met bekende paarverblijfplaatsen blijven allen behouden.

MEMO effectenanalyse, IbDH, 2017

Aan de hand van alle onderzoeken, de voorgenomen ontwikkeling en het mitigatieplan is een effectenanalyse opgesteld.

3. Zijn stadsecologen betrokken bij dit project en hebben die over dit ontwerp geadviseerd? Zo ja, kan dit advies worden verstrekt? Zo nee, waarom niet?

De stadsecologen zijn betrokken geweest bij de uitwerking van het Voorontwerp. Met name omtrent de verlichting zijn er meerdere overlegmomenten geweest waarbij op 13 juli consensus is bereikt over de toe te passen verlichting, die is afgestemd op vleermuizen en de uitvoering van de ecologische onderzoeken. Op basis van de data van de verschillende onderzoeken is door Buro Bakker een mitigatieplan opgesteld waarin eisen voor het ontwerp uiteen zijn gezet. Deze eisen zijn afgestemd met de ontwerpers. Aanvullend hebben de stadsecologen een voorstel gedaan voor het aanplanten van een aantal struweelkernen op het terrein van Staatsbosbeheer. De uitvoering hiervan zal in overleg met SBB plaats vinden, deze gesprekken zijn gaande.

Toelichting op de vragen 4 t/m 10

De vragen 4 tot en met 10 betreffen exacte gegevens in oppervlaktes groen en aantal bomen in de onderdelen van het plangebied van het Voorlopig Ontwerp. Teneinde de effecten van het Voorlopig Ontwerp (en mogelijke verbeteringen daarin) in beeld te brengen heeft de gemeente een kwalitatieve beoordeling van het bomenbestand laten uitvoeren (zie onder 6).

Alle bomen op de Koekamp zijn op basis van visuele kenmerken door Cobra Boomadviseurs kwalitatief beoordeeld op de toekomstverwachting en mogelijke verplantbaarheid. Een beoordeling (Ja of Nee) moet nader onderzocht worden om zeker te zijn of een boom wel of niet te verplanten is. In de verdere uitwerking wordt ook een boomeffect analyse uitgevoerd, in de boomeffect analyse wordt exact gekeken wat er met de betreffende bomen moet gebeuren en welke mogelijkheden er zijn voor behoud, bescherming van de wortels of verplanten.

Het opstellen van de boom-effectanalyse is nauwkeurig werk, direct gerelateerd aan het optimaliseren van de padenstructuur. Deze analyse kunnen we u daarom niet beschikbaar stellen binnen de afdoeningstermijn van deze raadsvragen.

Gezien het voorgaande zijn de hierna genoemde kentallen gerelateerd aan het Voorlopig Ontwerp (VO). De gemeente heeft de intentie de nadelige gevolgen nog verder te kunnen beperken en zal dit in overleg met o.a. Staatsbosbeheer tijdens de uitwerking van VO tot een Definitief Ontwerp (DO) optimaliseren.

4. Hoeveel vierkante meter groen verdwijnt (of wordt verplaatst) in het Voorlopig Ontwerp Stadsentree Koekamp voor het aanleggen van paden?

In de Koekamp wordt door verplaatste paden 2391 m2 groen omgezet naar verharding. Daartegenover wordt 4791 m2 verharding omgezet naar groen (waarvan 2240 m2 grind dat in groen wordt omgezet).

Op de overkluizing van de Utrechtsebaan wordt 583 m3 extra groen gerealiseerd.

Per saldo: 2983 m2 meer groen

5. Hoeveel vierkante meter groen wordt verplaatst/aangetast in het Voorlopig Ontwerp Stadsentree Koekamp voor de aanpassing van de watergang?

In zowel het voorlopig ontwerp als in het VO na de aanpassingen (zoals gemeld in de bijgevoegde commissiebrief) blijft aantal vierkante meter water gelijk. In totaal wordt er in het VO na toegezegde aanpassingen 1809m2 water verlegd.

6. Heeft er onderzoek plaatsgevonden naar de kwaliteit van de bomen in het gebied waarvoor het Voorlopig Ontwerp Stadsentree Koekamp is opgesteld? Zo ja, kan dit onderzoek/ deze inzichten worden gedeeld? Zo nee, waarom niet?

In mei 2017 heeft Cobra Boomadviseurs een kwalitatieve beoordeling uitgevoerd van het bomenbestand waarbij ruim 1400 bomen zijn beoordeeld. Per boom is onder andere de soort, stamomvang, conditie, toekomstverwachting en zijn eventuele gebreken geregistreerd.

Voor de bomen in het plangebied van het VO – en specifiek in de directe invloedsfeer van de beoogde paden - wordt momenteel een boom-effectanalyse opgesteld. De meeste bomen in het gebied ondervinden geen invloed van de herinrichting. De boomaantallen zoals vermeld in het raadsvoorstel betreft de eerste inventarisatie van de bomen die volgens het voorlopig ontwerp worden geraakt door de aanleg van de padenstructuur zoals voorgesteld in het Voorontwerp. Hieronder vallen ook tot boom uitgegroeide struiken, recent geplante (en eenvoudig te verplanten) bomen en bomen die in verband met slechte conditie ook in de huidige situatie een beperkte levensverwachting hebben.

7. Wat is de leeftijd, soort en kwaliteit van de drie te kappen bomen aan de Bezuidenhoutseweg?

In dit voorlopig ontwerp staan er drie bomen die worden verplant of gekapt langs de Bezuidenhoutseweg. Het betreft hier geen oude (vakmatig) waardevolle bomen. Het zijn twee jonge bomen en een halfwas exemplaar waarvoor de optie verplanten aannemelijk is. In de bijlage is een tabel opgenomen met de boomgegevens.

8. Wat is de leeftijd, soort en kwaliteit van de 29 bomen te kappen of verplanten bomen in het bos deel? Kan het college inschatten hoeveel van deze bomen gekapt zullen worden?

In de VO fase van het project is de inschatting dat door de aanleg van het fietspad en de wandelpaden van de 1400 bomen er 28 (1 bomen reeds geveld door rotting) bomen in het bos deel ter gekapt of verplant dienen te worden. Op basis van de eerste kwalitatieve beoordeling zijn hieronder geen bomen die een positief advies hebben om duurzaam te verplanten. In de bijlage is een lijst opgenomen met de boomgegevens. Tijdens de uitwerking van het DO zal met onder andere Staatsbosbeheer gekeken worden hoe dit nog verder geoptimaliseerd kan worden.

De voorgestelde versmalling van het fietspad van 4.0 m naar 3.5 m (zie Commissiebrief) zal mogelijk effect hebben op het aantal te onderzoeken bomen. In het definitief ontwerp wordt dit verder uitgewerkt. Daarmee wordt op dat moment duidelijk of bomen worden gekapt of verplant. In de bijlage is een lijst toegevoegd met de boomgegevens.

9. Wat is de leeftijd, soort en kwaliteit van de 19 bomen te kappen of verplanten bomen bij de watergang Kan het college inschatten hoeveel van deze bomen gekapt zullen worden?

In de VO dat in december aan de commissie is gepresenteerd was de inschatting dat door het verleggen van de watergang 19 bomen gekapt of verplant zouden moeten worden, één exemplaar is inmiddels geveld in verband met een uitgebreide rotting in de onderstam.

Naar aanleiding van de voorgestelde aanpassing m.b.t. het (minder ver) verleggen van de waterkant zoals in de bijgevoegde commissiebrief beschreven , is de inschatting dat vijf behoudens waardige bomen gespaard blijven.

Van de overgebleven 13 bomen zal tijdens de uitwerking van het DO bekeken worden welke maatregelen mogelijk zijn om de bomen te sparen. Het is belangrijk hierbij aan te geven dat een aantal van deze bomen (o.a. elzen) langs de oever al in slechte (afstervende) staat is. In de bijlage is een tabel opgenomen met de boomgegevens.

10. Een aantal bomen kan verder schade ondervinden doordat asfalt wordt aangelegd op het wortelpakket. Voor hoeveel bomen geldt dit? Hoe oud zijn deze bomen en wat voor bomen zijn het?

Op basis van het VO dat is december is besproken is een eerste analyse gemaakt van de impact op de te handhaven bomen. Verwachting is dat er circa 30 bomen aanvullend beschermd dienen te worden om de aanleg van de paden mogelijk te maken.

Hierbij is geconcludeerd dat in het komende projectfase (DO) zal per boom bekeken worden welke ontwerpwijziging of uitvoeringsmaatregel noodzakelijk is om de betreffende boom in het nieuwe plan in te passen. In de bijlage is een lijst toegevoegd met de boomgegevens.

11. Moet het bestemmingsplan worden aangepast als dit Voorlopig Ontwerp wordt uitgevoerd?

Het geldende bestemmingsplan moet geactualiseerd worden (omdat het ouder is dan 10 jaar). Het Voorlopig Ontwerp bevat een aantal ruimtelijke ontwikkelingen die niet, of niet geheel passen binnen het geldende bestemmingsplan. Dit zijn o.a. het verleggen van het water, het verleggen van een fietspad en het aanleggen van een brug. Dit wordt gelijk mee genomen in het te actualiseren plan dat in 2018 aan u voorgelegd wordt.

12. Klopt het dat de 21 te kappen of verplanten bomen in het VO Stadsentree A12 aanvullend zijn aan de te kappen of te verplanten bomen die in het VO Koekamp worden genoemd? Wat is de leeftijd, soort en kwaliteit van deze bomen? Kan het college inschatten hoeveel van deze bomen gekapt zullen worden?

Ja, Het gaat hier om 21 bomen die niet kunnen blijven staan door de aanleg van de Overkluizing. Aan weerszijde van de tunnelbak staat een rij met eiken, deze vallen in de leeftijdsklasse jong. Van de 21 bomen zijn 10 bomen beoordeeld als goed verplantbaar. In de bijlage is een lijst toegevoegd met de boomgegevens.

13. Kan het college aangegeven in hoeverre het kappen van de bomen strijdig is met de Acte van Redemptie?

Zie voor beantwoording van deze vraag de bijgevoegde commissiebrief (RIS 298877) (Commissiebrief Koekamp).

14. Kan het college deze vragen uiterlijk 17 januari beantwoorden, zodat de antwoorden bij de Raadsbehandeling kunnen worden betrokken?

Ja, deze vragen zijn in het college van 16 januari behandeld.

Het college van burgemeester en wethouders,