Schrif­te­lijke vragen Lande­lijke onder­zoeks­re­sul­taten over toegan­ke­lijkheid maat­schap­pelijk opvang in Den Haag


Indiendatum: jan. 2019

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Als mensen om wat voor reden op straat komen te staan, kunnen mensen gebruik maken van de aanwezige opvanglocaties in de stad. Hier kunnen mensen een tijdelijke slaapplaats krijgen om niet op straat te hoeven slapen. Nu heeft het ministerie van VWS een landelijk onderzoek uitgevoerd naar de toegankelijkheid van deze opvanglocaties door mystery guests in te zetten. Ook Den Haag is meegenomen in dit onderzoek. In twee van de vijf gevallen bleek het niet zeker of de persoon op een slaapplaats kon rekenen. Redenen daarvoor waren dat de persoon geen band met de regio had en dat er geen plek in de opvanglocatie was.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Holman, PvdA, Drost, SP, Faid, HSP en Smit, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

1) Is het college bekend met het uitgevoerde onderzoek door het ministerie van VWS naar de toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang?

2) Klopt de berichtgeving over de bevindingen van het onderzoek van het ministerie van VWS naar de toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang in Den Haag[1]?

3) Heeft het college al een bestuurlijke reactie richting het ministerie van VWS gestuurd? Zo ja, krijgt de gemeenteraad daar een kopie van?

Een van de weigeringsgronden zou zijn dat de persoon geen band had met de regio. Het is niet toegestaan een plek in de opvang te weigeren als iemand uit een andere regio komt. [2]

4) Kan het college verklaren waarom in eerste instantie geen slaapplaats voor de twee personen kon worden aangeboden? Zo nee, waarom niet?

Op de gemeentelijke website staan voorwaarden voor het aanvragen van een nachtopvangpas. Bij een aanvraag voor een pas beoordelen medewerkers van het Daklozenloket of mensen voldoen aan de gestelde voorwaarden. Een van de voorwaarden volgens de website is dat de dakloze mensen zijn verbonden met de regio Den Haag.

5) In hoeverre zijn deze gestelde voorwaarden tegenstrijdig met de richtlijnen voor de landelijke toegang tot de nachtopvang? Hoe is geborgd dat er bij mensen zonder regiobinding wordt gezorgd voor een warme overdracht naar een opvangtraject bij een andere gemeente, waardoor wordt voorkomen dat niemand met een hulpvraag op straat beland?

6) Wordt bijgehouden hoeveel mensen worden geweigerd bij de maatschappelijke opvang en vrouwenopvang en worden de weigeringsgronden ook geregistreerd? Zo ja, kan die informatie worden gedeeld met de gemeenteraad?

7) Heeft u, of bent u voornemens om naar aanleiding van dit onderzoek de toegang tot de nachtopvang te veranderen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Robin Smit

Partij voor de Dieren

Janneke Holman

PvdA

Hanne Drost

SP

Fatima Faid

Haagse Stadspartij

[1] https://www.ad.nl/den-haag/ministerie-wil-uitleg-over-toegang-tot-maatschappelijke-opvang~a999efba/

[2] https://vng.nl/files/vng/publicaties/2015/20150501-landelijke-toegang-mo_handreiking.pdf

Indiendatum: jan. 2019
Antwoorddatum: 5 feb. 2019

De raadsleden de heer Smit en de dames Holman, Drost en Faïd hebben op 6 januari 2019 een brief met

daarin 7 vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van

de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Als mensen om wat voor reden op straat komen te staan, kunnen mensen gebruikmaken van de

aanwezige opvanglocaties in de stad. Hier kunnen mensen een tijdelijke slaapplaats krijgen om niet op

straat te hoeven slapen. Nu heeft het ministerie van VWS een landelijk onderzoek uitgevoerd naar de

toegankelijkheid van deze opvanglocaties door mystery guests in te zetten. Ook Den Haag is

meegenomen in dit onderzoek. In twee van de vijf gevallen bleek het niet zeker of de persoon op een

slaapplaats kon rekenen. Redenen daarvoor waren dat de persoon geen band met de regio had en dat er

geen plek in de opvanglocatie was.

1. Is het college bekend met het uitgevoerde onderzoek door het ministerie van VWS naar de

toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang?

Ja, het college is daarmee bekend.

2. Klopt de berichtgeving over de bevindingen van het onderzoek van het ministerie van VWS naar de

toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang in Den Haag?

Ja, deze klopt.


3. Heeft het college al een bestuurlijke reactie richting het ministerie van VWS gestuurd? Zo ja, krijgt

de gemeenteraad daar een kopie van?

De staatssecretaris heeft de gemeenten verzocht uiterlijk 31 januari a.s. te reageren op de uitkomsten van

het onderzoek in hun gemeente. Deze reactie zal in kopie toegezonden worden aan de raad.

Een van de weigeringsgronden zou zijn dat de persoon geen band had met de regio. Het is niet

toegestaan een plek in de opvang te weigeren als iemand uit een andere regio komt.


4. Kan het college verklaren waarom in eerste instantie geen slaapplaats voor de twee personen kon

worden aangeboden? Zo nee, waarom niet?

Op de gemeentelijke website staan voorwaarden voor

het aanvragen van een nachtopvangpas. Bij een aanvraag voor een pas beoordelen medewerkers

van het Daklozenloket of mensen voldoen aan de gestelde voorwaarden. Een van de voorwaarden

volgens de website is dat de dakloze mensen zijn verbonden met de regio Den Haag.

Het daklozenloket is uiteraard gevraagd om een toelichting op de afhandeling van de twee cliënten die wèl

ondersteuning, maar geen slaapplek hebben gekregen.

Zij geven het volgende aan. Het eerste gesprek met een cliënt van het daklozenloket wordt in Den Haag

gezamenlijk gevoerd door een consulent maatschappelijke opvang en een consulent Sociale Zaken. Op die

manier brengen we de ondersteuningsbehoefte en de inkomenssituatie tegelijkertijd in beeld. Met deze

aanpak is er, in afwijking met veel andere gemeenten, ter plekke inzicht in het landelijke

uitkeringsregistratiesysteem.

Nog tijdens het gesprek bleek dat beide cliënten een lopende uitkering in een andere gemeente hadden. In

één geval is aangeboden om direct contact op te nemen met die gemeente ten behoeve van een warme

overdracht, in het andere geval is geen aanbod tot stand gekomen omdat de cliënt na de check op inkomen,

aangaf een mystery guest te zijn.

Op de gemeentelijke website staan voorwaarden voor het aanvragen van een nachtopvangpas. Bij een

aanvraag voor een pas beoordelen medewerkers van het Daklozenloket of mensen voldoen aan de

gestelde voorwaarden. Een van de voorwaarden volgens de website is dat de dakloze mensen zijn

verbonden met de regio Den Haag.

5. In hoeverre zijn deze gestelde voorwaarden tegenstrijdig met de richtlijnen voor de landelijke

toegang tot de nachtopvang? Hoe is geborgd dat er bij mensen zonder regiobinding wordt gezorgd

voor een warme overdracht naar een opvangtraject bij een andere gemeente, waardoor wordt

voorkomen dat niemand met een hulpvraag op straat beland?

Deze zijn niet in strijd. Indien een cliënt aantoonbare binding heeft met een andere regio, dan volgt een

warme overdracht. Indien nodig is er de mogelijkheid om vier weken in de Haagse maatschappelijke

opvang te verblijven totdat de warme overdracht heeft plaatsgevonden.


6. Wordt bijgehouden hoeveel mensen worden geweigerd bij de maatschappelijke opvang en vrouwen

opvang en worden de weigeringsgronden ook geregistreerd? Zo ja, kan die informatie worden

gedeeld met de gemeenteraad?

Het aantal afwijzingen wordt sinds maart 2017 geregistreerd. In de periode maart- december 2017 waren

er 77 afwijzingsbeschikkingen. De afwijzingsgronden worden nu nog niet apart geregistreerd. Er is

opdracht gegeven deze informatie te achterhalen en u zal hierover nog dit kwartaal worden geïnformeerd.

Voor de vrouwenopvang geldt dat de reden van afwijzing momenteel alleen in het cliëntendossier wordt

genoteerd. Dit voorjaar wordt gestart met het registreren van de afwijzingsbeschikkingen.


7. Heeft u, of bent u voornemens om naar aanleiding van dit onderzoek de toegang tot de

nachtopvang te veranderen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?

Nee, op basis van de twee casussen uit dit onderzoek zijn geen verbeterpunten vast te stellen. Het college

ziet de aandacht van het rijk voor deze doelgroep evenwel als een positief signaal en als ondersteuning voor

het belang van het in Den Haag ingezette beleid.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Peter Hennephof



de burgemeester,

Pauline Krikke