Schrif­te­lijke vragen Lucht­ver­vuiling, geluids­hinder en stik­stof­pro­ble­matiek


Indiendatum: 23 jan. 2025

Recente rapporten en rechterlijke uitspraken wijzen nadrukkelijk op een urgentie om milieubeleid te intensiveren. Den Haag, als grote stad met kwetsbare natuurgebieden, heeft hier nadrukkelijk mee te maken. In december 2024 heeft een uitspraak van de Raad van State de juridische ruimte voor intern salderen bij stikstofuitstoot aangescherpt, wat gevolgen heeft voor recente en toekomstige vergunningverlening. In januari 2025 publiceerde de Europese Rekenkamer een rapport waaruit blijkt dat stadsbewoners in de EU nog steeds last van hebben luchtverontreiniging en geluidshinder. Deze week oordeelde de rechter dat de Nederlandse overheid spoedig veel meer moet doen om de stikstofdoelen in 2030 te halen. Naar aanleiding hiervan heeft de Partij voor de Dieren vragen over het gemeentelijke beleid en de uitvoering van milieumaatregelen in Den Haag.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Leonie Gerritsen, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:
 

Luchtkwaliteit

  1. Hoe beoordeelt het college de bevindingen uit het Europese Rekenkamerrapport (ERK) dat luchtkwaliteitsnormen in veel steden niet worden gehaald, en welke implicaties ziet het college specifiek voor Den Haag?​

  2. Kan het college aangeven welke stappen worden genomen om te voldoen aan de aangescherpte luchtkwaliteitsnormen van de EU voor 2030?

  3. Hoe reflecteert het college op de stelling in het rapport dat lokale actieplannen niet als doeltreffende beheersinstrumenten worden gebruikt (ERK p. 31)?

Den Haag heeft Natura2000-gebieden die kwetsbaar zijn voor luchtverontreiniging
 

  1. Welke concrete maatregelen neemt het college om de emissies van PM2,5 en NO2 in de stad te verminderen, gezien de gezondheidsrisico’s en de natuureffecten?

Geluidsoverlast
Uit het rapport van de Europese Rekenkamer blijkt dat geluidsoverlast een aanzienlijk gezondheidsrisico vormt, onder andere door wegverkeerslawaai. 
 

  1. Heeft het college inzicht in welke wijken van Den Haag de meeste overlast wordt ervaren? Wordt er daarbij voldaan aan de advieswaarden van de WHO?
  2. Kan het college aangeven welke maatregelen effectief zijn om wegverkeerslawaai te verminderen?
  3. Geluidsoverlast blijkt ook schadelijk voor biodiversiteit, zoals vogels in stedelijke gebieden (ERK constatering 46). Is het college bekend met deze effecten, en worden hierop specifieke maatregelen genomen?
  4. Hoe ziet het college de relatie tussen de zero-emissiezone aan de kuststrook en de doelstellingen om luchtverontreiniging en geluidshinder te verminderen?

Stikstofuitstoot en vergunningverlening

  1. Kan het college reflecteren op de recente uitspraak van de Raad van State over intern salderen en de toegenomen verplichting tot een passende beoordeling van stikstofuitstoot bij vergunningverlening?​ Is dit relevant voor stikstofbeoordeling van projecten in de gemeente Den Haag en zo ja, hoe significant zijn de verwachte gevolgen?
  2. Heeft het college inzicht in de gemeentelijke projecten en vergunningen die mogelijk geraakt worden door deze uitspraak? Zo ja, om welke projecten gaat het?
  3. Heeft het college zicht op het aantal en/of het type projecten en vergunningen in Den Haag die mogelijk door deze uitspraak worden geraakt?
  4. Hoe beoordeelt het college het punt dat ruimhartig intern salderen juridisch kwetsbaar bleek? Welke alternatieven ziet het college om niet steeds geconfronteerd te worden met juridische geitenpaadjes die later weer sneuvelen?

Ook in de door Greenpeace aangespannen rechtszaak heeft de rechtbank geoordeeld dat het huidige stikstofbeleid veel te traag is. 
 

  1. De rechterlijke uitspraak dwingt de Nederlandse overheid meer haast te maken met stikstofreductie. Welke lessen trekt het college hieruit voor eigen beleid en uitvoering?
  2. Neemt het college naar aanleiding van deze uitspraken extra stappen om kwetsbare natuurgebieden in en rond Den Haag te ontzien? Zo ja, welke? Zo niet, waarom niet?
  3. Kan het college toelichten hoe wordt samengewerkt met de provincie Zuid-Holland, ook in het licht van de recente ontwikkelingen rondom stikstofbeleid?
  4. Gegeven deze rapporten en uitspraken, hoe reflecteert het college op lokaal beleid om te zorgen dat Den Haag een duurzame en leefbare stad wordt? Hoe vertaalt het college dit in beleid dat recht doet aan natuur en klimaat?

Leonie Gerritsen
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 23 jan. 2025
Antwoorddatum: 4 mrt. 2025

Het raadslid mevrouw Gerritsen heeft op 24 januari 2025 een brief met daarin zestien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. 

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Recente rapporten en rechterlijke uitspraken wijzen nadrukkelijk op een urgentie om milieubeleid te intensiveren. Den Haag, als grote stad met kwetsbare natuurgebieden, heeft hier nadrukkelijk mee te maken. In december 2024 heeft een uitspraak van de Raad van State de juridische ruimte voor intern salderen bij stikstofuitstoot aangescherpt, wat gevolgen heeft voor recente en toekomstige vergunningverlening (bijlage 1). In januari 2025 publiceerde de Europese Rekenkamer een rapport waaruit blijkt dat stadsbewoners in de EU nog steeds last hebben van luchtverontreiniging en geluidshinder (bijlage 2). Deze week oordeelde de rechter dat de Nederlandse overheid spoedig veel meer moet doen om de stikstofdoelen in 2030 te halen (bijlage 3). Naar aanleiding hiervan heeft de Partij voor de Dieren vragen over het gemeentelijke beleid en de uitvoering van milieumaatregelen in Den Haag. 

Luchtkwaliteit 

1. Hoe beoordeelt het college de bevindingen uit het Europese Rekenkamerrapport (ERK) dat luchtkwaliteitsnormen in veel steden niet worden gehaald, en welke implicaties ziet het college specifiek voor Den Haag? 

Het college herkent zich in de resultaten van het onderzoek. Den Haag voldoet al geruime tijd aan de Europese grenswaarden. De nieuwe aangescherpte EU grenswaarden moeten in 2030 worden gehaald. De verwachting is dat dit voor steden zoals Den Haag een flinke inzet vereist. Naast het nemen van eigen maatregelen, evenals stevige bronmaatregelen (bijvoorbeeld stimuleren elektrische voertuigen en betere banden) op landelijk en Europees niveau, is samenwerking met het Rijk, de provincies en andere gemeenten belangrijk. Het college heeft met meerdere actieplannen voor luchtkwaliteit (RIS150146, RIS283356, RIS303606) afgelopen decennia al veel maatregelen genomen. En de luchtkwaliteit is in Den Haag ook flink verbeterd. Echter, nu de makkelijke maatregelen inmiddels genomen zijn, blijven minder populaire maatregelen over. Deze zijn naar verwachting wel nodig om de gezondheid te verbeteren en aan de nieuwe EU grenswaarden te kunnen voldoen. 

2. Kan het college aangeven welke stappen worden genomen om te voldoen aan de aangescherpte luchtkwaliteitsnormen van de EU voor 2030?

De nieuwe EU grenswaarden worden momenteel door het Rijk omgezet in landelijke wet- en regelgeving. Het RIVM voert een richtlijnanalyse uit en hierbij wordt in beeld gebracht welke verwachte overschrijdingen er in Nederland zijn in 2030. Voor de zomer wordt een update van deze analyse verwacht. De aangescherpte EU grenswaarden zullen als rijksomgevingswaarden gaan gelden voor decentrale overheden. 

Provincies en gemeenten moeten programma’s opstellen bij (dreigende) overschrijdingen van omgevingswaarden voor luchtkwaliteit. Ondersteuning van het Rijk is daarom onontbeerlijk voor de provincies en gemeenten wanneer knelpuntlocaties met overschrijdingen van grens- /omgevingswaarden ontstaan. Een van de sporen waaraan wordt gedacht is dat er weer een landelijke aanpak in de vorm van een juridisch bindend nationaal samenwerkingsprogramma luchtkwaliteit wordt opgetuigd gezamenlijk met de provincies, Rijk en gemeenten, met aanvullende maatregelen om deze overschrijdingen samen op te lossen. Gezien deze ontwikkelingen beraamt het college zich op het juiste moment om een actieplan/programma luchtkwaliteit op te stellen. Daarbij willen we zo veel mogelijk relevante informatie gebruiken voor de totstandkoming van het actieplan en tegelijk zo min mogelijk tijd verliezen om te komen tot acties die de luchtkwaliteit verbeteren. 

3. Hoe reflecteert het college op de stelling in het rapport dat lokale actieplannen niet als doeltreffende beheersinstrumenten worden gebruikt (ERK p. 31)? 

Het genoemde rapport gaat over Europese steden in het algemeen en 3 steden in het bijzonder. Het rapport gaat niet in op de situatie in Den Haag. Het college vindt het daarom lastig om te reflecteren op een stelling waarin het zichzelf niet direct herkent. Den Haag voldoet al geruime tijd aan de Europese grenswaarden voor luchtkwaliteit. Het college heeft met meerdere actieplannen voor luchtkwaliteit afgelopen decennia al veel maatregelen genomen. En de luchtkwaliteit is in Den Haag ook flink verbeterd. Maar vuile lucht stopt niet bij gemeentegrenzen, daarom kan een lokaal actieplan alleen niet altijd tot volledig doelbereik leiden. Ook voor geluidhinder geldt dat Den Haag de afgelopen decennia meerdere geluidbelastingkaarten en actieplannen geluid heeft vastgesteld. Hieruit kan worden geconcludeerd dat bij het groeiende aantal inwoners en wegverkeer het heel moeilijk is om de toename van geluidhinder te beheersen. Den Haag heeft Natura2000-gebieden die kwetsbaar zijn voor luchtverontreiniging. 

4. Welke concrete maatregelen neemt het college om de emissies van PM2,5 en NO2 in de stad te verminderen, gezien de gezondheidsrisico’s en de natuureffecten? 

Vanuit de Aanpak schoon vervoer (RIS303606) worden maatregelen uitgevoerd. Daarover bent u recent geïnformeerd met de Voortgangsrapportage luchtkwaliteit Den Haag 2023 (RIS 321179). Daarnaast helpen acties uit de werkagenda’s zoals de werkagenda duurzame mobiliteit (RIS318677) en de werkagenda duurzame leefomgeving (RIS 319140) ook om de emissies in de stad te verminderen. 

Voorbeelden van concrete maatregelen: 

• Invoering en uitbreiding van milieu- en zero-emissiezones voor vracht, diesel bestelauto’s en brom/snorfietsen; 

• Voorlichting over houtstook;

• Sloopregeling om oude voertuigen te slopen; 

• Verduurzaming eigen wagenpark;

 • Convenant Schoon en Emissieloos Bouwen.

Geluidsoverlast 

Uit het rapport van de Europese Rekenkamer blijkt dat geluidsoverlast een aanzienlijk gezondheidsrisico vormt, onder andere door wegverkeerslawaai. 

5. Heeft het college inzicht in welke wijken van Den Haag de meeste overlast wordt ervaren? Wordt er daarbij voldaan aan de advieswaarden van de WHO? 

Ja. Den Haag maakt elke vijf jaar geluidbelastingkaarten volgens de Europese richtlijn omgevingslawaai, waar het rapport van de Europese Rekenkamer aan refereert. Deze kaarten geven voor vier belangrijke geluidbronnen aan door middel van zones welke gebieden welke geluidbelasting hebben. De laatste versie van de geluidbelastingkaarten zijn voor het jaar 2021 gemaakt en zijn in maart 2023 naar uw raad gestuurd (RIS314666). Deze informatie is ook op digitale kaarten te vinden op Geluidsbelasting 2021. 

Waar de kleur niet groen is, wordt (zeker) niet voldaan aan de geluidsadvieswaarden van de WHO voor wegverkeer. Deze advieswaarde wordt langs veel drukke wegen in Den Haag net als in elke stad overschreden. 

6. Kan het college aangeven welke maatregelen effectief zijn om wegverkeerslawaai te verminderen? 

In het eerste kwartaal van 2025 zal naar verwachting het college het nieuwe ontwerp actieplan geluid vaststellen en naar uw raad sturen, waarin Den Haag onder andere de maatregelen beschrijft die de komende vijf jaar genomen worden om hoge geluidbelastingen en geluidhinder te verminderen. De maatregelen zijn onderverdeeld in 4 sporen: 

• Spoor 1: Schone en stillere mobiliteit, zoals zero-emissiezone; STOMP-principe (Stappen, Trappen, Openbaar vervoer, Mobiliteitsdiensten, Privéauto).

 • Spoor 2: Fysieke geluidmaatregelen, zoals toepassen stiller wegdek. 

• Spoor 3: Geluidbeleving, zoals investeren in groene gebieden. 

• Spoor 4: Monitoring van industrie- en wegverkeerslawaai.

Voor een verdere beschrijving van de maatregelen van deze sporen willen we u verwijzen naar dat Actieplan. 

7. Geluidsoverlast blijkt ook schadelijk voor biodiversiteit, zoals vogels in stedelijke gebieden (ERK constatering 46). Is het college bekend met deze effecten, en worden hierop specifieke maatregelen genomen?

De in de stad aanwezige natuur en de bijbehorende dierlijke gedragspatronen zijn mede het resultaat van het in een stad heersende geluidklimaat. Het college kan, om de situatie voor diersoorten te verbeteren, geen specifieke maatregelen ten aanzien van geluid nemen. Wel onderkent het college het belang van (relatief) rustige grote groengebieden waar zowel voor mens als dier de geluidbelasting ten opzichte van de rest van de stad lager is. Om met name diverse vogelsoorten de ruimte te geven om in alle rust te broeden, zijn in diverse grote groengebieden vogelrustgebieden aanwezen. 

8. Hoe ziet het college de relatie tussen de zero-emissiezone aan de kuststrook en de doelstellingen om luchtverontreiniging en geluidshinder te verminderen? 

De uitbreiding van de zero-emissiezone maakt het, als regulerende maatregel, mogelijk om de meest vervuilende voertuigen te weren. Deze maatregel draagt bij aan een verlaging van de concentraties van luchtverontreinigende stoffen en dus aan een vermindering van de gezondheidsrisico’s. Ook draagt een zero-emissiezone bij aan het beperken van geluidoverlast aangezien elektrische bedrijfsvoertuigen minder geluid produceren dan voertuigen met een verbrandingsmotor bij lage snelheden. 

Stikstofuitstoot en vergunningverlening

9. Kan het college reflecteren op de recente uitspraak van de Raad van State over intern salderen en de toegenomen verplichting tot een passende beoordeling van stikstofuitstoot bij vergunningverlening? Is dit relevant voor stikstofbeoordeling van projecten in de gemeente Den Haag en zo ja, hoe significant zijn de verwachte gevolgen? 

Op dit moment is de provincie Zuid-Holland de consequenties van de uitspraak inzichtelijk aan het maken om dit vervolgens te vertalen naar een nieuw beleidskader. Aan de hand daarvan wordt duidelijk welke juridische mogelijkheden er nog zijn en wat de gevolgen zijn voor projecten in Den Haag. 

10. Heeft het college inzicht in de gemeentelijke projecten en vergunningen die mogelijk geraakt worden door deze uitspraak? Zo ja, om welke projecten gaat het? 

Zie het antwoord op vraag 9. 

11. Heeft het college zicht op het aantal en/of het type projecten en vergunningen in Den Haag die mogelijk door deze uitspraak worden geraakt? 

Zie het antwoord op vraag 9. 

12. Hoe beoordeelt het college het punt dat ruimhartig intern salderen juridisch kwetsbaar bleek? Welke alternatieven ziet het college om niet steeds geconfronteerd te worden met juridische geitenpaadjes die later weer sneuvelen? 

Zie het antwoord op vraag 9. 

Ook in de door Greenpeace aangespannen rechtszaak heeft de rechtbank geoordeeld dat het huidige stikstofbeleid veel te traag is. 

13. De rechterlijke uitspraak dwingt de Nederlandse overheid meer haast te maken met stikstofreductie. Welke lessen trekt het college hieruit voor eigen beleid en uitvoering? 

De provincie en het Rijk bepalen gezamenlijk de kaders omtrent stikstof. De gemeente heeft hier verder geen rol in. De gemeente kijkt binnen dat kader altijd wel wat de mogelijkheden zijn om binnen Den Haag stikstofreductie te bewerkstelligen, zoals de invoering van de zero-emissiezone. Die mogelijkheden zijn echter beperkt binnen Den Haag. 

14. Neemt het college naar aanleiding van deze uitspraken extra stappen om kwetsbare natuurgebieden in en rond Den Haag te ontzien? Zo ja, welke? Zo niet, waarom niet? 

Zie het antwoord op vraag 13. 

15. Kan het college toelichten hoe wordt samengewerkt met de provincie Zuid-Holland, ook in het licht van de recente ontwikkelingen rondom stikstofbeleid?

De gemeente werkt intensief samen met de provincie Zuid-Holland en de Omgevingsdienst Haaglanden om de consequenties van de recente ontwikkelingen rondom stikstofbeleid voor de gemeente Den Haag inzichtelijk te maken, risico’s in beeld te brengen en mogelijke richtingen voor de toekomst vast te stellen. 

16. Gegeven deze rapporten en uitspraken, hoe reflecteert het college op lokaal beleid om te zorgen dat Den Haag een duurzame en leefbare stad wordt? Hoe vertaalt het college dit in beleid dat recht doet aan natuur en klimaat? 

Naast natuur en klimaat zorgen ook andere beleidsthema’s ervoor dat een stad duurzaam, leefbaar en bereikbaar blijft voor bewoners, bezoekers en ondernemers. Dit vraagt iedere keer om een zorgvuldige belangenafweging binnen de grenzen van de verschillende beleidskaders. 

Het college van burgemeester en wethouders, 

de secretaris, de burgemeester,
 Ilma Merx Jan van Zanen

 

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Reflecteer op boomversiering!

Lees verder

Schriftelijke vragen Duitse militair begraven op onjuiste locatie

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer