Bijdrage Klimaat­adap­tatie


Leef­om­geving

21 maart 2024

Voorzitter, klimaatadaptatie is meer dan het aanleggen van groene daken en het plaatsen van regentonnen. Hoewel dit soort acties onmisbaar zijn, gaat het bij het verbeteren van klimaatadaptatie over systeemverandering. Om bestand te zijn tegen hitte, moeten in iedere straat bomen staan die de kans krijgen groot en oud te worden. Om om te gaan met wateroverlast, moeten stenen vervangen worden door groen. En om groen en bomen een kans te geven in het snel veranderende klimaat, moet de bodem gezond genoeg zijn om water en zuurstof door te laten, om kringloop te laten ontstaan. De bodem is letterlijk de basis. Niet voor niets is in 2022 de brief ‘water en bodem sturend’ uitgekomen, van de minister van Infrastructuur en Waterstaat. Bodem- en waterkwaliteit zouden leidend moeten toezegging om schoonmaakslag te doen

zijn in alle ruimtelijke beslissingen die worden gemaakt. Toch lezen we hier nog weinig van terug. Op welke manier gaat de wethouder hier rekening mee houden?
IUCN NL heeft samen met verschillende partners, waaronder de Universiteit Wageningen, de Handreiking Gezonde Bodem opgesteld, bedoeld om gemeenten te ondersteunen in de transitie naar duurzaam bodembeheer in de openbare ruimte. Is de wethouder bereid om daarmee aan de slag te gaan? Zo ja, waar in gaan we dat dan terugzien?

Voorzitter, dan een aantal vragen over hemelwater. Mijn fractie heeft 3 jaar geleden vragen gesteld over de Amsterdamse hemelwaterverordening. College gaf toen aan min of meer gelijke doelen te stellen, maar niet via een verordening. Hoe staat het hier inmiddels mee in Den Haag? Worden de doelen gehaald en gaan we hiermee net zo snel als Amsterdam? In de beantwoording van de vragen wordt ook gesteld dat een verordening niet nodig is omdat de Wegwijzer Den Haag Klimaatbestendig (RIS308745) is vastgesteld. In hoeverre zijn inmiddels de eisen en ambities uit deze Wegwijzer vastgelegd met partijen in de stad?

Dan ga ik door met de bomen. De beantwoording van onze vragen over o.a. de folder “werken bij Haagse bomen” zijn betrokken bij dit debat. Mijn fractie heeft toch andere ideeën over hoe goed bomen beschermd worden bij werkzaamheden dan het college. Waarom is het college niet bereid om deze aanpak te evalueren, bijvoorbeeld met de Bomenstichting?

Voorzitter, mijn fractie is blij om te zien dat de wethouder flink bezig is met het ontstenen van de stad. Maar wat vergroenen betreft is de Partij voor de Dieren natuurlijk altijd een rupsje nooitgenoeg en ik heb hier toch een aantal vragen en opmerkingen over. Ten eerste over de Pleinenaanpak. Liggen we op schema, wordt er elk jaar een plein vergroend, of misschien juist meer? Hoeveel pleinen moeten nog vergroend worden? Ook lezen we in de brief Klimaatadaptatie dat sommige werk-met-werk kansen niet benut worden. De werkzaamheden Oudemansstraat worden als voorbeeld genoemd, en dat is nu juist een plek waar echt ruimte was voor vergroening. Wat de PvdD betreft moeten juist ook de kleine kansen worden gepakt. Hoe wordt nu bepaald wanneer wel of niet een extra vergroeningsslag gemaakt wordt bij werkzaamheden? En worden klimaatadaptieve maatregelen inmiddels vastgelegd in het Handboek Openbare Ruimte?

Verder lezen we mooie verhalen over het Waterfrontpark en het daklandschap Grote Markt. Dat is fijn, hier vraagt mijn fractie ook al heel erg lang naar, maar wanneer gaan we concrete plannen zien?