Bijdrage Maaien en onderhoud in het broed­seizoen


13 april 2023

Voorzitter,

Het college geeft aan in de brief met onbeantwoorde vragen dat het college het standpunt heeft dat op plekken met kademuren of anderszins steile oevers het vanuit dierenwelzijn onwenselijk is om broeden door middel van kunstmatige nestplekken te stimuleren. Omdat jonge dieren hier niet eenvoudig op het droge kunnen komen. Maar ook dat de omgeving ongeschikt is voor het veilig opgroeien van jonge vogels.

Maar voorzitter, eigenlijk blijft de vraag onbeantwoord of er voldoende nest- en rustgelegenheden zijn voor de rest van de grachtengordel in onze stad. De wethouder heeft wel ingezoomd op de Suezkade maar de rest niet. Op eerdere vragen heeft de wethouder aangegeven om met de Haagse Vogelbescherming, de Zoogdierenvereniging en de Dierenambulance knelpunten te inventariseren en daar passende voorzieningen aan te brengen om de knelpunten op te lossen, indien de locatie dit toelaat. Kan de wethouder aangeven hoe vaak dat gebeurt? Welke voorzieningen zijn aangebracht en hoe het staat met het onderhoud van de bestaande voorzieningen?

Voorzitter, wij hebben flink wat klachten ontvangen van recreanten op het water die de al aanwezige jonge watervogels hebben opgejaagd waardoor zij hun moeder zijn kwijtgeraakt en uiteindelijk bij de vogelopvang terecht zijn gekomen om op te groeien. Wat doet het college om verstoring op en rond de nestplekken te voorkomen door recreanten op het water?