Bijdrage Meer­ja­ren­be­leidsplan Kunst en Cultuur 2025-2028


Commissie samen­leving

17 oktober 2024

Voorzitter,

Wat fijn om het eindelijk over het MJB kunst en cultuur te kunnen hebben. Het was een pittig proces. Ik wil alle culturele instellingen die hun best hebben gedaan op een aanvraag dan ook bedanken voor hun harde werk. Ook dank aan de adviescommissie en alle ambtenaren die betrokken zijn geweest. En dank aan de wethouder voor haar open houding en inzet. De Partij voor de Dieren is blij dat zowel tijdens de onderhandelingen van het nieuwe coalitieakkoord als bij deze begroting extra middelen zijn gevonden voor kunst en cultuur.

En dan nu de kritiek. ;) Als enige cultuurwoordvoerder die ook al aanwezig was bij het vorige MBJ traject, neem ik het graag even op me om terug te kijken. Ik heb mijn eigen aantekeningen en de evaluatie uit 2021 er weer even bij gepakt om te zien wat we nou geleerd hebben van de vorige keer en wat er nog altijd niet goed gaat.

Ik begin positief. Ten eerste is het proces en de positie van raadsleden duidelijker geworden. Onduidelijkheid daarover heeft vier jaar geleden tot veel vervelende situaties geleid waar niemand blij van werd. De raad heeft op twee momenten invloed: bij het vaststellen van de kaders aan de voorkant, en bij het vaststellen van het budget aan de achterkant. Ik ben van mening dat deze rol beter kan. Raadsleden zouden beter begeleid kunnen worden bij het vaststellen van dit kader, want eenmaal vastgelegde afspraken, kunnen niet worden bijgesteld. Als voorbeeld noem ik het vaststellen van criteria. Niemand in de raad was zich er bewust van dat instellingen die onvoldoende punten scoorden op bedrijfsvoering en artistieke kwaliteit, helemaal niet beoordeeld zouden worden op het criterium diversiteit en inclusie. Dit heeft een aantal vervelende gevolgen, waar de raad niet voor was gewaarschuwd. Ziet de wethouder ook in dat de raad goed geïnformeerde keuzes moet kunnen maken bij het vaststellen van de kaders? Zo ja, ziet zij mogelijkheden om dit proces voor de volgende keer beter voor te bereiden?

Dan de beoordelingssystematiek van het MJB. Welke aanbevelingen uit de evaluatie zijn wel doorgevoerd? Er zijn systeeminstellingen aangewezen, er is gewerkt met een getrapt systeem en de planning is gelijkgetrokken met andere fondsen. Dat is gelukt.

Er is ook heel veel niet goed gegaan, ook zaken waar in de evaluatie al voor gewaarschuwd was. De zaken waar raadsleden toen en nu ook de grootste problemen mee hadden. De regeldruk voor kleine instellingen is niet verminderd. Instellingen hebben niet kunnen reageren of fouten in hun beoordeling voordat deze publiek werd en voor altijd online staat. Er wordt nog steeds geen integrale afweging meegenomen in de beoordeling. Kan de wethouder reflecteren op hoe dat weer mis is gegaan?

Voorzitter, laten we niet nu weer dit plan evalueren, zodat dat over vier jaar weer uit het collectief geheugen is weggezakt. Laten we zorgen dat het systeem dit keer echt beter is en niet weer het wiel opnieuw laten uitvinden door de volgende lichting cultuurwoordvoerders. Ik heb daarom aan de hand van alle gesprekken die ik heb gehad met mensen uit het veld en de raadscommissies over dit onderwerp een 10-puntenplan opgesteld om mee te geven voor de volgende keer.


  1. Minder papieren werkelijkheid. Meer focus op het bezoeken van instellingen en gesprekken met de organisaties dan op het ingediende papieren plan. Zeker voor nieuwkomers en instellingen die niet het budget hebben om professionele aanvraag schrijvers te betalen, is het belangrijk dat ook buiten de aanvraag om wordt gekeken hoe een instelling functioneert. Dit moet ook terugkomen in de beoordeling van de Adviescommissie.

  2. Meer ruimte voor wederhoor. De mogelijkheid voor instellingen om onder embargo te reageren op hun advies om fouten in de publicatie (die voor altijd online blijft staan) te voorkomen.

  3. Eenduidige financiële beoordeling. Alle begrotingen worden gecontroleerd door een onafhankelijke partij die hun bevindingen meegeeft aan de adviescommissie. Dit niet alleen omdat de adviescommissieleden geen financieel experts zijn, maar ook omdat zo alle begrotingen langs dezelfde lat worden gelegd en er geen sprake is van meningsverschillen over financiële gezondheid.

  4. Volledige beoordeling voor alle indieners. Nu zijn instellingen met te weinig punten in de eerste criteria, niet beoordeeld op andere criteria. Indieners hebben allemaal hun best gedaan en verdienen feedback op al hun werk. Daarnaast is het zo beter mogelijk om achteraf fouten te corrigeren.

  5. Verbeteren van de beoordelingscriteria. Bij het formuleren van criteria wordt meer rekening gehouden met de diversiteit van aanvragers (gevestigde instellingen, jaarlijkse festivals, cultuureducatie hebben verschillende functies) en meer ruimte laten tussen de disciplines. Multidisciplinair of antidisciplinair aanbod komt steeds vaker voor, zeker als er veel sprake is van samenwerking (wat we graag stimuleren). Toch is dit een een belemmerende factor bij het aanvragen van een subsidie. Dit lezen we ook terug in de reflecties van de Adviescommissie.

  6. Ontlast kleine instellingen. Minder criteria voor kleine instellingen die kleinere bedragen aanvragen. Nu werden kleinere instellingen wel minder streng beoordeeld, maar ze moesten wel al het werk leveren dat grote instellingen ook doen. Er kan worden gekeken naar verschillende formats.

  7. Integrale beoordeling. Naast punten die worden toegekend op basis van de aanvraag, gesprekken en bezoeken, wordt een extra overkoepelend puntensysteem toegevoegd waarbij punten worden verdeeld onder alle aanvragers voor kenmerken als ‘Haagsheid’, compleet en divers aanbod, het bedienen van moeilijk bereikbare doelgroepen etc. Er kan aan worden gedacht mensen uit Den Haag zonder binding met specifieke Haagse instellingen in deze commissie plaats te laten nemen.

  8. Transparantie en continuïteit Adviescommissie. Bij de beoordeling van de Adviescommissie wordt transparant duidelijk gemaakt dat er geen (schijn van) belangenverstrengeling heeft plaatsgevonden bij de beoordeling. Dit omdat directies van Haagse instellingen soms ook instellingen in andere steden beoordelen en andersom. Hoewel hier nog geen gevallen van bekend zijn, is het altijd verstandig om zo transparant mogelijk te zijn. Een deel van de Adviescommissie blijft aan om tussentijdse visitaties uit te voeren en om deel uit te maken van de opvolgende Adviescommissie. Zo wordt continuïteit geborgd.

  9. Bouwen op vertrouwen. We gaan onderzoeken of het idee van systeeminstellingen kan worden uitgebreid. Haagse instellingen die zich al jarenlang bewezen hebben als betrouwbare partner kunnen overgaan naar een nieuwe categorie die niet iedere vier jaar weer door dezelfde hoepels moet springen. Kwaliteit en gezonde bedrijfsvoering worden tussentijds getoetst door de gemeente en (een deel van) de adviescommissie. Er kan worden gekeken naar een ‘3 strikes, you’re out’ principe, om stagnatie te voorkomen. Er moet altijd genoeg ruimte blijven voor vernieuwing.

  10. Meewerkende houding van de gemeente. We volgen het advies op van de Adviescommissie en stellen een nieuw protocol op om op een positieve manier een vinger aan de pols te houden bij instellingen. Ook gaat de gemeente samen met de culturele instellingen in kaart brengen hoe de ‘samenwerkingskracht’ meer kan worden ingezet.


Dan resten mij nog twee vragen. Wat is de stand van zaken wat betreft de Culturele Hoofdstad? En Festival Classique heeft na 18 jaar prachtige programmering besloten ermee op te houden. Erg jammer, het festival was uniek voor de stad. Wat is de wethouder van plan met het budget dat terugvalt? Krijgt dat een bestemming of is dit een reserve voor de toekomst?