Bijdrage Plan­uit­wer­kings­kader De Venen


Commissie Ruimte

23 november 2022

Voorzitter,

Wat de Partij voor de Dieren betreft maakt de gemeente in De Venen de verkeerde keuze. Er vindt aan de rand van de stad een enorme verdichting plaats. Maar de broodnodige investeringen in groen en in mobiliteit ontbreken.

De Partij voor de Dieren heeft grote zorgen over de droombeelden die over mobiliteit geschetst worden. Het is belangrijk om realistisch te blijven. Vanaf de Hoogveen ben je binnen 20 minuten bij IKEA Delft met de auto, terwijl het met het OV ruim een uur duurt. De busverbindingen richting het Westland zijn ook beperkt. Dan moet je toch constateren dat investeringen in regionaal OV nodig zijn. Is de wethouder het hiermee eens dat dit randvoorwaardelijk is voor verdere ontwikkeling?

Voorzitter, de Partij voor de Dieren pleit natuurlijk niet voor de auto. De Lozerlaan is overbelast en de omliggende natuurgebieden staan zwaar onder druk. We steunen de mobiliteitstransitie. Maar juist daarom moet er ook in dit plan veel meer gedaan worden om dit mogelijk te maken voor de mensen die hier gaan wonen. In het huidige plan vervalt een fietspad en ontbreken ov-investeringen. Dat is toch niet serieus te nemen? Kan de wethouder aangeven hoe de toekomstige bewoners hier kunnen wonen en werken? En waarom wordt de ventweg niet een fietspad met bijvoorbeeld 2 plekken met uitgangen van de parkeergarage, waar de auto langzaam het fietspad oversteekt? Zonder een inzet op een mobiliteitstransitie kan je toch niet zomaar op sommige plekken geen parkeerplaatsen aanleggen?

Ook op het gebied van groen hebben we grote zorgen. Het aantal vierkante meters verhard oppervlakte neemt met 11798 m2 toe; bijna 2 voetbalvelden aan ruimte wordt verhard. Dit zorgt voor slechtere waterabsorptie, maar ook op de groene parkeerdekken kunnen geen volwassen bomen groeien. Dit terwijl eerder juist is gezegd dat het aantal vierkante meters groen niet zou afnemen. Graag een reactie.

Daarnaast ontbreken investeringen in groen. Er zijn geen plekken om een hond los te kunnen laten lopen. Hoe wil het college hier mee omgaan? Er zijn vage beloftes dat Uithof impulsen zou kunnen krijgen waardoor het beter bereikbaar is. Maar waarom is toegankelijkheid tot groen en impuls voor het groen niet vastgelegd in het PUK? Waarom is er geen voorstel voor een groene doorgang over- of onder de Lozerlaan? En wat zouden de gevolgen zijn voor natuur en dier in de Uithof als er inderdaad meer recreatie komt? Wat stelt integrale gebiedsontwikkeling voor als dit soort vragen vooruitgeschoven of genegeerd worden?

Aanvullend hierop. De beoordeling van de MER die bij de structuurvisie zuidwest hoort lijkt weer uitgesteld. Kan de wethouder dit bevestigen? Waarom is er weer uitstel? En kan het college aangeven wanneer de structuurvisie Zuidwest aan de raad voorgelegd wordt?

Uit de technische vragensessie begreep mijn fractie dat het onduidelijk is of de gemeente kan zorgen dat geschetste hagen ook in stand gehouden worden. Dit terwijl wel gezegd wordt dat juist de hagen zorgen voor een referentie naar het huidige karakter van de wijk. Het beheer ligt niet bij de gemeente. Kan de wethouder zorgen dat er eisen komen om te zorgen dat de hagen ook in toekomst onderdeel blijven van de inrichting van het gebied?

Voorzitter, Dictumpunt II van het raadsvoorstel stelt voor dat de raad alle verdere uitwerkingen voor kennisgeving aan moet nemen en er niets meer over te zeggen heeft.

Eerder zei de gemeente dit: "Een PUK en een ruimtelijke onderbouwing staan bijna haaks op elkaar. Een PUK geeft aan waarbinnen een plan moet passen (een, al dan niet, ruim kader). De ruimtelijke onderbouwing toont aan waarom één daadwerkelijk uitgewerkt plan past in álle beleid én regelgeving (en hopelijk ook de puk). Dit laat zien waarom een PUK/NVU geen vervanging kan zijn voor een ruimtelijke onderbouwing met bijvoorbeeld een milieu effect rapportage. Mijn fractie mist dit laatste punt en vindt het daarom lastig in te moeten stemmen.

Tot slot. Er wordt vaak gezegd dat het PUK kaders geeft. Deels is dat zo, als het gaat om bijv. de hoeveelheid woningen en bouwhoogte. Maar als het gaat om mobiliteit, groen, stikstof, zijn de kaders hier echt te vaag of ontbreken ze. Is de wethouder het hiermee eens? Is de wethouder het met de Partij voor de Dieren ook eens om het tweede dictumpunt te wijzigen en wel ruimte te laten voor een discussie over vvgb of bindend advies?