Bijdrage Tweede termijn Raads­voorstel Haagse rich­ting­ge­vende normen maat­schap­pe­lijke voor­zie­ningen en groen


Commissie ruimte

4 september 2024

Voorzitter,
De Partij voor de Dieren zet zich al sinds haar oprichting in voor groen, ecologie en natuur. In onze steeds dichter wordende stad komt dit groen onder druk te staan.

Voorzitter, aldoende leert men. Als we kijken naar het verleden, zien we veel versteende wijken die we nu willen vergroenen. In debatten in onze raad of gesprekken met buurtbewoners gaat het er dan over hoe we de wijken kunnen ontstenen en vergroenen. Dit laat zien dat we bij nieuwe stedelijke ontwikkelingen groen vanaf het begin als norm moeten hanteren.

Niet alleen recreactie groen, maar ook groen voor de dierlijke inwoners van onze stad. Een norm omtrent groen is niet te vatten in één norm. Het zou net zo biodivers moeten zijn als groen en ecologie zelf. Dit verschil wordt nu niet geborgd in het voorliggende voorstel.

Voorzitter, nog wat feiten. Wageningen Universiteit berekende dat Den Haag qua groen in de bebouwde kom bedroevend scoort: plek 372 van 388 gemeenten. En in raadsvoorstel over richtinggevende normen telt Den Haag ook verharding mee om een aantal vierkante meters groen te halen zolang het maar 40% betreft, van asfalt tot bankjes. Maar dat helpt de natuur niet.

Amsterdam doet het veel beter, zo leerden we ook in de werkbespreking. Daar eist men centrumstedelijk 8 vierkante meter gebruiksgroen én 8 vierkante meter ecosysteemgroen per woning en daarbij nog aanvullend ecosysteemgroen per vierkante meter bvo in een gebied. Ook in andere woonomgevingen is Amsterdam consequent ambitieuzer. Voorzitter, wat Den Haag nu presenteert, zet geen zoden aan de dijk. Daarom zal mijn fractie op het groen amendementen indienen om groen uit te splitsen en voor beide categorieën doelen te stellen.

Ook in het zorgen dat gebruiksgroen echt bruikbaar is doen we het slechter dan Amsterdam.

Daar moet gebruiksgroen minimaal 0,5 hectare groot zijn. Dit zorgt voor bruikbaar groen voor de buurt. Is het college het eens dat dit ook een logisch doel voor Den Haag was? Mijn fractie overweegt ook hiervoor een voorstel in te dienen.

Voorzitter, rondom gebruiksgroen zien we nu ook al in Den Haag dat er een tekort is aan veilige losloopgebieden.

Ook hier geldt: aldoende leert men. De Partij voor de Dieren is voorstander van het vroegtijdig reserveren van ruimte voor plekken waar mensen met honden hun hond veilig kunnen uitlaten en laten spelen, zonder dat het leidt tot conflictsituaties. Hoe wil het college omgaan met ruimtereserveringen voor onze vriendelijke viervoeters?

Voorzitter, in Amsterdam was er recent een referendum, waarbij de inwoners in grote meerderheid voor beter groenbeleid kozen. Dit referendum legde kwesties bloot die ook in Den Haag problemen spelen zoals 'sjoemelgroen' – zoals 40% verharding of sedumdaken, groen dat meetelt, maar feitelijk geen openbaar groen is. Ook ging het over richtinggevende normen die niet gehaald worden. Dat dit in Den Haag ook speelt is iets wat dhr Snijders overtuigend heeft laten zien rondom de speelplaatsen. En de vraag die gesteld werd: ga je echt rigoreus vergroenen om de problemen aan te pakken of ga je rigoreus vanalles meetellen?

Voorzitter, dat brengt ons op het laatste punt. Kan je afsluitbare binnentuinen en volkstuinverenigingen meerekenen als openbaar groen? Hoe het nu werkt dat het een deel van de dag openbaar toegankelijk is, is logisch. Maar je kunt geen hoogbouw naast deze tuinen zetten en bewoners vertellen dat ze daar hun hond kunnen uitlaten bijvoorbeeld. Dat is voor niemand goed. In feite reken je bestaand groen mee om rigoreus mee te tellen, maar vergroen je niks en doe je niemand een plezier. Is het college bereid om afsluitbare binnentuinen en volkstuinen niet mee te tellen als openbaar groen?

Voorzitter, deze normen geven pas echt richting als het groen ook bruikbaar en waardevol wordt, laten we daarom een grote groene stap vooruit zetten. Om groen daadwerkelijk te beschermen en te versterken in onze stad.