Bijdrage Veror­dening advies­com­missie omge­vings­kwa­liteit Den Haag 2023


25 januari 2023

Voorzitter,

Dank voor de wethouder voor de beantwoording van de technische vragen over dit stuk. Op basis van deze beantwoording zien we kansen tot het verbeteren van de verordening. In de kern ziet mijn fractie dat we de invoering van de omgevingswet moeten gebruiken om het huidige instrumentarium te verbeteren. Dit is wat anders dan het kopiëren van bestaande bepalingen en bestaande niet-werkende praktijk te bestendigen. Wat ons betreft zou de taak van de omgevingscommissie ook breder moeten zijn en beter verankerd zijn. Vanwege de beperkte spreektijd ga ik de punten staccato af.

  1. Wat ons betreft zou de raad meer invloed op de benoemingen moeten hebben. De Welstandscommissie wordt net als de Ombudsman, Rekenkamer en GAD door de raad benoemd, maar is het enige instituut waar de raad slechts een stempelpost is. Dit kan en moet anders door ook de raad een rol te geven in de voordracht net zoals bij de andere instituten. Dit zou meer moeten zijn dan een kennismaking. Graag een reactie. (4:1)

  2. Dan het proactief informeren van de raad. Wat ons betreft moet dat gewoon kunnen. Eerder dacht de wethouder zelfs dat dat al kon. Waarom niet gewoon de optie vastleggen dat de commissie de raad rechtstreeks adviseert? Hebben we niks geleerd uit het verleden? (2:3)

  3. Dan het secretariaat. Hoe het volgens de verordening wordt geregeld heeft grote integriteitsrisico’s. Ambtenaren die inhoudelijk onafhankelijk van het college zijn, worden aangesteld en aangestuurd door het college. Het college kan die ambtenaren direct om advies vragen zonder interactie met de aangestelde commissie, maar er wordt wel uit naam van de commissie advies gegeven. Dit kan echt niet. Uiteraard kunnen kleine plannen worden afgedaan op een andere manier, maar het is echt zeer onzuiver om dit achter de rug van de commissie te doen. De commissie is de adviseur en die moet over de delegatie gaan; niet het college. Graag een reactie. (3:1)

  4. Sowieso is het gek dat het secretariaat onder de verantwoordelijkheid van de DSO-directeur valt. Dit komt de onafhankelijkheid niet ten goede. Graag een reactie.

  5. Wat ons betreft zou de commissie ook eerder moeten worden betrokken. Waarom worden hier geen voorstellen voor gedaan? Waarom wordt dit slechts overgelaten aan de ambtenaren?

  6. De kwaliteitsteams lijken een soort substituut voor een welstandscommissie. Waarom niet gewoon de welstandscommissie een duidelijkere rol eerder in het proces geven zoals in veel steden het geval is?

  7. Dan de reikwijdte van de bepalingen. Waarom ziet het advies niet ook op de omgeving van bouwwerken? (1:2 en 1:3)

  8. In de modelverordening van de VNG staat dat de commissie adviseert over het ontwikkelen van beleid. Dit komt niet terug in het voorliggende voorstel en de wethouder verwijst dan naar de huidige praktijk. Dit kunnen we toch juist nu veranderen (2:1)?

  9. Ook staat in de modelverordening dat de raad wordt geadviseerd. Dit is verdwenen in het collegevoorstel. Waarom kan de raad niet worden geadviseerd, bijv. over haar beleid of over haar rol rond een omgevingsvisie of -plan (2:1)?

  10. Mijn fractie zou het wenselijk vinden dat spreekrecht voor is vastgelegd in de verordening. Is de wethouder hiertoe bereid?

  11. Mijn fractie zou het goed vinden als in art 4:2 lid 4 de discipline duurzaamheid genoemd wordt. Is de wethouder hiertoe bereid?

  12. Dan tot slot een vraag over de welstandsnota die wij graag aangepast zine. Waarom is die welstandsviewer geflopt, terwijl dit juist een belangrijk uitgangspunt was van de nota?