Bijdrage Voorstel Plin­ten­stra­tegie


12 oktober 2022

Voorzitter,

Het is teleurstellend dat het college nu komt met een vrij oppervlakkig stuk. Zo lezen we dat voorgesteld wordt om ‘De benoemde instrumenten als "toolbox" te gebruiken ten behoeve van de strategische sturing op de gewenste plintinvulling van zowel bestaande als nieuwe plinten in de stad’. Wat zegt dit? Waarom niet gewoon duidelijke instrumenten in het raadsvoorstel benoemen?

Ook wordt gevraagd om de adviezen over Beatrixkwartier, Laakhavens en Binckhorst over te nemen en deze toe te passen bij de verdere uitwerking van deze gebieden. Voorzitter, “Grip op de Haagse Plint” leest als een powerpoint presentatie waarbij elk onderwerp in 1 of 2 slides afgedaan wordt, bij voorkeur onderverdeeld in genummerde lijstjes waarbij elk nummer in 2 zinnen toegelicht wordt.

Mijn fractie vindt het onverstandig om op basis van dit document in te stemmen met de visie, want eigenlijk ontbreekt voor alle keuzes onderbouwing terwijl er eindeloos veel vragen te stellen zijn. Waarom bij de Binckhorst de richting opgaan van een Gebiedsinvesteringszone pilot? Hoe verhoudt zich dat tot bestaande participatieprocessen? Waarom geen publieke-private samenwerking zoals in Wenen? Waarom is het advies om bij Laakhavens in te zetten op het behoud van m2 bedrijfshuisvesting en niet te kiezen voor krimp of groei?

Dat een advies van een extern bureau komt betekent toch niet dat we het klakkeloos moeten omarmen? Mijn fractie ziet het liefst dat we een echte plintenstrategie uitwerken. Wat we missen in het raadsvoorstel zijn behalve visie ook dus duidelijke kaders en bijpassende instrumenten:

Bijvoorbeeld inzet op een bepaald percentage voorzieningen of affordable workspace en welke instrumenten de gemeente daarvoor inzet. Deze randvoorwaarden zouden dan in bestemmings- of omgevingsplan moeten of via een anterieure overeenkomst.

Er zijn ook nog erg veel open vragen en losse eindjes in dit advies. Kan de wethouder aangeven of en wanneer hier op teruggekomen wordt?
Een aantal voorbeelden:

  • ‘Verwerk aandacht voor functionele en ruimtelijke kwaliteit van plinten ook in de toetsing door Welstand’ Wordt dit gedaan? Hoe dan?

  • ‘Geef de grond in erfpacht uit, waarbij de karakteristieken van de beoogde plinten zijn vastgelegd in contract en beleidsregels.’ Gaat de gemeente haar erfpachtbeleid dus aanpassen en vaker erfpacht uitgeven met eisen aan de plint?

  • ‘Stel vast dat de beleggers per jaar een bepaald bedrag afdragen aan een plintenfonds’ Komt dit er?

Tot slot vindt de Partij voor de Dieren het jammer dat het advies plinten alleen behandelt als vierkante meters die een business case voor een functionele invulling behoeven. Plinten gaan ook over beleving en we missen vanuit het college nog een visie op de integrale benadering van plinten: wat kan ontwerp van plinten betekenen voor natuurinclusief bouwen, voor klimaatadaptatie, voor vergroening, voor stimulering van cultuur, voor ervaring van bezoekers, voor waardering van de stad en bijvoorbeeld monumenten. Welk soort plinten maakt Den Haag onderscheidend, natuurinclusief en toekomstgericht? Wanneer vraagt een gebied om rust, en wanneer om drukte? Wanneer kunnen we echt beleid tegemoet zien?