Schrif­te­lijke vragen Bouw­blunders bij buiten­ruimte Haags Buiten


Indiendatum: 22 sep. 2022

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Haags Buiten is een nieuwbouwproject in Wateringse Veld waarvan in mei 2021 de laatste woning werd opgeleverd. Er was sprake van hoge duurzaamheidsambities. Zo werd door het college erop ingezet dat het Erasmusveld de meest duurzame wijk van Nederland zou worden. In 2021 ontving het project de tweede prijs bij de “Award Natuurinclusief Bouwen en Ontwerpen”. Desondanks zijn er zorgwekkende signalen dat de uitvoering van de aanleg van een deel van het openbaar groen ernstig te wensen overlaat.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Robert Barker, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

  1. Kan het college toelichten wie er in deze wijk verantwoordelijk is voor het aanleg van het openbaar groen? In hoeverre is dit hetzelfde als of afwijkend van andere nieuwbouwprojecten?

  2. Kan het college het bestek dat van toepassing was op de aanleg van het openbaar groen in deze wijk delen?

  3. Hoe wordt gecontroleerd dat het geleverde werk voldoet aan de eisen zoals die in het bestek staan?

  4. Kan het college aangeven welke bodemonderzoeken hebben plaatsgevonden de afgelopen 5 jaar en door wie en met welk doel deze zijn uitgevoerd?

  5. Kan het college garanderen dat het openbaar groen in Haags Buiten zal worden afgerond conform de kwaliteitseisen? Hoe gaat het college hierop toezien?

  6. Kan het college toelichten wie er in de wijk Haags Buiten nu en de komende jaren verantwoordelijk is voor het beheer van het openbaar groen?

  7. Bij wie kunnen bewoners van Haags Buiten het beste terecht met zorgen en vragen over de inrichting van de openbare ruimte? Wat vindt het college van de manier waarop bewoners hun aanmerkingen en zorgen kunnen uiten? Worden bewoners volgens het college voldoende ondersteunt door een partij die de belangen van de bewoners begrijpt en daarvoor opkomt?

    Speelterrein

  8. Herkent het college de signalen dat het speelveld in de wijk in eerste instantie is opgeleverd met een hoge mate van puin in de toplaag van de bodem? Wat vindt het college hiervan en hoe is het mogelijk dat juist een speelterrein met onveilige bodem opgeleverd wordt?

  9. Vind het college het acceptabel dat er speelterreinen in Den Haag worden opgeleverd die vol liggen met puin? Zo niet, wat ziet het college voor mogelijkheden om dit te verhelpen?

  10. Is het college bereid excuses te maken richting de omwonenden voor het toestaan van deze gevaarlijke situatie? Wat vindt het college dat er richting de omwonenden mogelijk is ter compensatie van deze situatie?

  11. Komt er vanuit het college een evaluatie van hoe het heeft kunnen gebeuren dat een speelterrein vol met puin is opgeleverd?

  12. Welke eisen stelt het college met betrekking tot de op te leveren grond bij speelterreinen in nieuwbouwwijken? Hoe wordt voorkomen dat er puin (en/of andere vervuiling) in zit?

    Water

  13. Kan het college aangeven of de waterpartij tussen de woningen op de Nannie van Wehlstraat en de Carry van Bruggenhof correct aangelegd is, inclusief de juiste diepte en verbindingen?
  14. Zijn volgens het college de oevers die vanaf de de Nannie van Wehlstraat aflopen richting de waterpartij correct aangelegd om te kunnen functioneren als natuurvriendelijke oever en/of plaats om te verblijven, of zijn deze steiler dan volgens de bouwplannen? Hoe kijkt het college hier tegenaan?

    In het Planuitwerkingskader Haags Buiten Erasmusveld (RIS281396) wordt bijvoorbeeld gesteld: “een natuurvriendelijke oever heeft een zo flauw mogelijk talud van 1:5 of flauwer.” Op brede stukken is het gewenste talud 1:6.

  15. Kan het college aangeven of en zo ja welke oevers in de wijk conform de voorwaarden in dit PUK aangelegd zijn?

  16. Is het college bekend met het afsterven van de vissen in de waterpartij in de wijk? Hoe kijkt het college aan tegen de sterfte van de vissen door het botulisme op deze locatie?

  17. Kan het college aangeven of er richtlijnen zijn over het gebruik van slootwater waar botulisme is geconstateerd om de openbare ruimte te sproeien? Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat dit zeer onwenselijk, gevaarlijk en een milieudelict is? Heeft het college signalen ontvangen dat dit gebeurd is? Zo ja, hoe wordt hierop geacteerd?

  18. Is deze waterpartij volgens het college geschikt om een gezonde leefomgeving voor vissen en watervogels te zijn?

  19. Kan het college aangeven wat het proces is als botulisme geconstateerd wordt? Heeft de gemeente hier contact over met bijvoorbeeld het Hoogheemraadschap en/of de Omgevingsdienst? Wordt beoordeeld of geëvalueerd of de waterpartij goed is aangelegd?
    Kan de college delen wat de opvatting is van het Hoogheemraadschap over deze waterpartij?

  20. Hoe zit het met de waterdoorstroming op dit stuk? Kan het college aangeven of alle doorstroompunten en verbindingen goed functioneren? Loopt de waterdoorstroming zoals in het ontwerp van de openbare ruimte beoogd was?

    Bodem

  21. Wat voor eisen vindt het college dat de bodem in de openbare ruimte aan moet voldoen? Zijn hier bepaalde kaders voor?

    In het bestemmingsplan staat: “Uit het uitgevoerde bodemonderzoek is gebleken dat de locatie vervuild is en dat de bestaande bodemkwaliteit niet voldoet voor de functie wonen of publiekstoegankelijk openbaar gebied. Daarom zal het terrein volledig gesaneerd worden door middel van het aanbrengen van leeflaagconstructie van minimaal 1 meter grond.”

  22. Kan het college garanderen dat er uitvoering gegeven is het aanbrengen van een leeflaagconstructie van minimaal 1 meter grond? Wat is de definitie van een leeflaagconstructie?

    Een luchtige bodem is belangrijk voor bodemleven, voor de groeiomstandigheden voor het groen en voor afwatering.

  23. Kan het college aangeven of er rekening gehouden wordt met de structuur van de bodem? Zo ja, stelt het college op basis hiervan eisen aan het gebruik van zwaar materieel om
    bodeminklinking tegen te gaan? Zo niet, waarom niet?

  24. Ziet het college risico’s voor het functioneren van de wadi’s in de wijk Haags Buiten als de bodemstructuur erg verdicht is? Hoe wordt hierop gecontroleerd?

    Beplanting

  25. Is het college bekend met verschillende plekken waar de beplanting niet aanslaat, waardoor er nu sprake is van erosie?

  26. Kan het college aangeven hoe hoog de uitval van bomen is? Ziet het college een relatie tussen bijvoorbeeld de slechte bodemkwaliteit, de manier van aanplant, en de uitval?

  27. Hoe kijkt het college aan tegen de wildgroei van distels en aanwezigheid van de Aziatische Duizendknoop in de ecologische verbindingszone (Erasmuszone)? Ziet het college dit als aanleiding om de natuurwaarden hier beter te beschermen? Zo ja, hoe?

    Aan de rand van Haags Buiten staat ook veel Reuzenberenklauw.

  28. Kan het college aangeven of er bij de aanleg geïnventariseerd is of planten zoals de Aziatische Duizendknoop en Reuzenberenklauw al aanwezig waren? Zijn er richtlijnen om te voorkomen dat deze planten in een wijk verschijnen na bodemwerkzaamheden? Zijn deze bij Haags Buiten nageleefd?

  29. Hoe reflecteert het college op het feit dat bij het verlenen van de kapvergunning (bijvoorbeeld deel 2 van de vergunning, kenmerk 201715627/6555312) de compensatie door middel van bomen in tuinen van bewoners in doorslaggevende overwegingen en adviezen is meegenomen? Vindt het college dat dit goed gewerkt heeft? Zo ja, waarom? Zo niet, waarom niet?

  30. Kan het college aangeven of deze constructie, waarbij bomencompensatie wordt uitgevoerd door contractuele verplichtingen aan nieuwe bewoners, vaker wordt toegepast? Zo ja, waar en hoe vaak? Is het college van plan dit vaker toe te passen?

  31. Kan het college “Het beplantingsvoorstel Haags Buiten” van Vollmer en Partners B.V. van 27 november 2017, met kenmerk 2526-200 met de raad delen, aangezien dit plan een belangrijk onderdeel van de vergunningverlening was?

    Werkzaamheden en boomwortels

    Tijdens het vervangen van de bovenlaag van de bodem bij een speelterrein zag de grond rondom de bomen er als volgt uit (foto bijlage).

  32. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat deze manier van graven onwenselijk is?

  33. Wat vindt het college ervan dat juist ten tijde van grote droogte de wortels van een boom niet alleen afgesneden worden, maar ook onafgedekt bloot worden gesteld aan intens zonlicht?

  34. Ziet het college mogelijkheden om beter te borgen dat bomen niet in gevaar worden gebracht door dit soort werkzaamheden, ook overwegende dat dit soort incidenten vaker voorkomen (bijv. RIS312893)?

  35. Ziet het college aanleiding om richting aannemers beter te communiceren en beter te handhaven over de omgang met bomen bij werkzaamheden? Zo niet, waarom niet?

Robert Barker
Partij voor de Dieren

Indiendatum: 22 sep. 2022
Antwoorddatum: 2 jan. 2023

Het raadslid de heer Barker heeft op 23 september 2022 een brief met daarin 35 vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht. Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Haags Buiten is een nieuwbouwproject in Wateringse Veld waarvan in mei 2021 de laatste woning werd opgeleverd. Er was sprake van hoge duurzaamheidsambities. Zo werd door het college erop ingezet dat het Erasmusveld de meest duurzame wijk van Nederland zou worden. In 2021 ontving het project de tweede prijs bij de “Award Natuurinclusief Bouwen en Ontwerpen”. Desondanks zijn er zorgwekkende signalen dat de uitvoering van de aanleg van een deel van het openbaar groen ernstig te wensen overlaat.

1. Kan het college toelichten wie er in deze wijk verantwoordelijk is voor het aanleg van het openbaar groen? In hoeverre is dit hetzelfde als of afwijkend van andere nieuwbouwprojecten?
In deze wijk is ABB Bouwgroep BV (onder de naam Haags Buiten BV) verantwoordelijk voor de aanleg van het openbaar groen. Bij nagenoeg alle nieuwbouwprojecten in Erasmus Veld wordt de openbare ruimte aangelegd door de ontwikkelende partij.

2. Kan het college het bestek dat van toepassing was op de aanleg van het openbaar groen in deze wijk delen?
Dat is mogelijk, zie bijlage 1A en 1B.

3. Hoe wordt gecontroleerd dat het geleverde werk voldoet aan de eisen zoals die in het bestek staan?
Er is een directievoerder ter plaatse om het dagelijkse werk te controleren. Tevens levert deze tussentijdse rapportages aan over bijv. de kwaliteit van de bodem of een video-opname van de riolering. Daarnaast zijn er tussentijds van de diverse faseringen opnames/deelopleveringen gedaan met beheerders van diverse disciplines.

4. Kan het college aangeven welke bodemonderzoeken hebben plaatsgevonden de afgelopen 5 jaar en door wie en met welk doel deze zijn uitgevoerd?
In opdracht van Haags Buiten BV zijn de volgende bodemonderzoeken uitgevoerd en als bijlage 19 t/m 22 bijgevoegd bij het vastgestelde bestemmingplan “Haags Buiten” ten behoeve van de herontwikkeling:

-B19: Bodemsaneringsplan door Hofstede CS Milieuadviseurs d.d. 12-07-2017
-B20: Addendum Bodemsaneringsplan door Hofstede CS Milieuadvieusr d.d. 30-08-2017
-B21: Beschikking Wet bodembescherming van Omgevingsdienst Haaglanden d.d. 16-10-2017
- B22: Beschikking Wet bodembescherming van Omgevingsdienst Haaglanden d.d. 03-11-2017

Het doel van de onderzoeken is geweest om te bepalen op welke manier de bodem gesaneerd kan
worden om deze geschikt te maken voor het beoogde gebruik (wonen en verblijven). Met de verleende beschikking heeft de omgevingsdienst ingestemd met de wijze van saneren.

5. Kan het college garanderen dat het openbaar groen in Haags Buiten zal worden afgerond
conform de kwaliteitseisen? Hoe gaat het college hierop toezien?

Het college toetst of het openbaar groen in Haags Buiten conform goedgekeurd bestek wordt
opgeleverd.

6. Kan het college toelichten wie er in de wijk Haags Buiten nu en de komende jaren
verantwoordelijk is voor het beheer van het openbaar groen?

Op dit moment is Haags Buiten BV nog verantwoordelijk voor het beheer van het groen. Zodra de
overdracht van deze partij naar de gemeente heeft plaatsgevonden is de gemeente verantwoordelijk.

7. Bij wie kunnen bewoners van Haags Buiten het beste terecht met zorgen en vragen over de
inrichting van de openbare ruimte? Wat vindt het college van de manier waarop bewoners hun
aanmerkingen en zorgen kunnen uiten? Worden bewoners volgens het college voldoende
ondersteunt door een partij die de belangen van de bewoners begrijpt en daarvoor opkomt?

De bewoners kunnen met hun zorgen en vragen terecht bij zowel de gemeente als Haags Buiten BV. Zowel de gemeente als Haags Buiten BV staat alle bewoners altijd te woord.

Speelterrein

8. Herkent het college de signalen dat het speelveld in de wijk in eerste instantie is opgeleverd met
een hoge mate van puin in de toplaag van de bodem? Wat vindt het college hiervan en hoe is het
mogelijk dat juist een speelterrein met onveilige bodem opgeleverd wordt?

Het college herkent deze signalen en vindt dat een speelterrein voorzien moet zijn van een veilige
bodem. Inmiddels is door de ontwikkelaar actie ondernomen om het puin uit deze toplaag te
verwijderen en zijn er grasmatten gelegd.

9. Vindt het college het acceptabel dat er speelterreinen in Den Haag worden opgeleverd die vol
liggen met puin? Zo niet, wat ziet het college voor mogelijkheden om dit te verhelpen?

Zie antwoord bij vraag 8.

10. Is het college bereid excuses te maken richting de omwonenden voor het toestaan van deze
gevaarlijke situatie? Wat vindt het college dat er richting de omwonenden mogelijk is ter
compensatie van deze situatie?

Het college heeft middels een portefeuillehoudersbrief aan de bewoners laten weten dat de ontstane situatie onacceptabel is en dat de ontwikkelaar hierop is aangesproken. Er is op dit moment geen aanleiding om omwonenden te compenseren.

11. Komt er vanuit het college een evaluatie van hoe het heeft kunnen gebeuren dat een speelterrein vol met puin is opgeleverd?

Het speelterrein is niet opgeleverd. Het college heeft de ontwikkelaar aangesproken op de ontstane situatie, waarna deze de situatie heeft aangepakt. Er is voor nu geen aanleiding om een evaluatie hierover te doen.

12. Welke eisen stelt het college met betrekking tot de op te leveren grond bij speelterreinen in
nieuwbouwwijken? Hoe wordt voorkomen dat er puin (en/of andere vervuiling) in zit?

Milieu-hygiënisch gezien, is het toepassen van grond geregeld in de Nota bodembeheer 2013-2023 van de gemeente Den Haag. Het toezicht op het toepassen van grond is neergelegd bij de Omgevingsdienst Haaglanden (ODH). Er zijn op deze locatie en op andere locaties geen signalen van ODH ontvangen dat er overtredingen zijn geconstateerd.

Water

13. Kan het college aangeven of de waterpartij tussen de woningen op de Nannie van Wehlstraat en de Carry van Bruggenhof correct aangelegd is, inclusief de juiste diepte en verbindingen?

Deze is conform goedgekeurd bestek aangelegd.

14. Zijn volgens het college de oevers die vanaf de Nannie van Wehlstraat aflopen richting de
waterpartij correct aangelegd om te kunnen functioneren als natuurvriendelijke oever en/of
plaats om te verblijven, of zijn deze steiler dan volgens de bouwplannen? Hoe kijkt het college
hier tegenaan? In het Planuitwerkingskader Haags Buiten Erasmusveld (RIS281396) wordt
bijvoorbeeld gesteld: “een natuurvriendelijke oever heeft een zo flauw mogelijk talud van 1:5 of
flauwer.” Op brede stukken is het gewenste talud 1:6.

De oevers zijn aangelegd conform het goedgekeurde bestek. De natuurvriendelijke oevers met een
talud van 1:5 of 1:6 zijn gelegen langs de Erasmusweg. Aan de andere zijde van het projectgebied
worden ten zuiden van Carry van Bruggenhof de natuurvriendelijke oevers gerealiseerd.

15. Kan het college aangeven of en zo ja welke oevers in de wijk conform de voorwaarden in dit
PUK aangelegd zijn?

In het PUK worden de kaders voor twee projecten beschreven, namelijk het project Haags Buiten en het project Ecolint. Het project Ecolint dient nog gerealiseerd te worden, deze oevers zijn dus nog niet aangepast / aangelegd. Haags Buiten is conform het PUK (In het PUK wordt uitgegaan van gedraaide verkavelingsinrichting wat resulteerde in afwijkende oevers) en conform een goedgekeurd bestek gerealiseerd. De eerder genoemde natuurlijke oever is gelegen langs de Erasmusweg en is conform het PUK (helling 1:5 / 1:6) aangelegd.

16. Is het college bekend met het afsterven van de vissen in de waterpartij in de wijk? Hoe kijkt het
college aan tegen de sterfte van de vissen door het botulisme op deze locatie?

Het college is bekend hiermee en vindt het afsterven van deze vissen spijtig. Door een combinatie van factoren (hete zomermaanden en het voeden van vogels en vissen) komt botulisme helaas op plekken voor.

17. Kan het college aangeven of er richtlijnen zijn over het gebruik van slootwater waar botulisme
is geconstateerd om de openbare ruimte te sproeien? Is het college het met de Partij voor de
Dieren eens dat dit zeer onwenselijk, gevaarlijk en een milieudelict is? Heeft het college signalen
ontvangen dat dit gebeurd is? Zo ja, hoe wordt hierop geacteerd?

Hoewel risico’s voor mensen en huisdieren laag zijn, adviseert het college om afstand te houden en
geen gebruik te maken van slootwater. Het college heeft vernomen dat een onderaannemer van Haags Buiten BV het slootwater met botulisme wilde gebruiken voor het sproeien van het gras. Deze onderaannemer handelde uit duurzame overwegingen en desbetreffende persoon was niet op de hoogte van de aanwezigheid van botulisme. Een betrokken bewoner heeft voorkomen dat dit water is gebruikt om te sproeien.

18. Is deze waterpartij volgens het college geschikt om een gezonde leefomgeving voor vissen en
watervogels te zijn?

Deze waterpartij is buiten dit geval van botulisme een gezonde leefomgeving voor vissen en
watervogels.

19. Kan het college aangeven wat het proces is als botulisme geconstateerd wordt? Heeft de
gemeente hier contact over met bijvoorbeeld het Hoogheemraadschap en/of de Omgevingsdienst? Wordt beoordeeld of geëvalueerd of de waterpartij goed is aangelegd? Kan de college delen wat de opvatting is van het Hoogheemraadschap over deze waterpartij?

De gemeente hanteert een protocol voor botulisme dat al begint bij het moment waarop botulisme
wordt vermoed. Zodra dit het geval is neemt de gemeente uit oogpunt van volksgezondheid de taak voor ruiming over van andere partners zoals het hoogheemraadschap. Dode dieren worden ter controle opgestuurd, diverse partijen, waaronder de dierenambulance, worden gewaarschuwd, en totdat er geen dode dieren meer worden aangetroffen wordt dagelijks een rondgang gemaakt om de botulismebacterie (die zich in dode dieren vermeerdert) een halt toe te roepen.

De initiatiefnemer legt plannen altijd voor aan de gemeente en het Hoogheemraadschap. Bij het
ontwerp van waterpartijen wordt altijd bekeken of zij goed te beheren zijn en of er voldoende
mogelijkheid voor doorstroming is. Het Hoogheemraadschap kent geen specifieke eisen voor
botulismebestendige watergangen. Goed beheer, een goede doorstroming, een goede
zuurstofhuishouding en voldoende diepte kunnen de ontwikkeling van botulisme voorkomen of
bestrijden. De waterpartij in dit project is ontworpen in samenspraak met het Hoogheemraadschap en hierop zijn ook door het Hoogheemraadschap de benodigde vergunningen verleend.

20. Hoe zit het met de waterdoorstroming op dit stuk? Kan het college aangeven of alle
doorstroompunten en verbindingen goed functioneren? Loopt de waterdoorstroming zoals in
het ontwerp van de openbare ruimte beoogd was?

Het college heeft geen signalen ontvangen dat de waterdoorstroming niet conform ontwerp
functioneert.

Bodem

21. Wat voor eisen vindt het college dat de bodem in de openbare ruimte aan moet voldoen? Zijn
hier bepaalde kaders voor?

In het bestemmingsplan staat: “Uit het uitgevoerde bodemonderzoek is gebleken dat de locatie
vervuild is en dat de bestaande bodemkwaliteit niet voldoet voor de functie wonen of
publiekstoegankelijk openbaar gebied. Daarom zal het terrein volledig gesaneerd worden door
middel van het aanbrengen van leeflaagconstructie van minimaal 1 meter grond.”
Het college volgt bij dit plan de eisen die zijn gesteld in het kader van de coördinatieregeling, de Wetbodembescherming en het Besluit bodemkwaliteit. De bodem dient uiteindelijk geschikt te zijn voor beoogd gebruik. In dit geval is een sanering uitgevoerd waarbij gebruik gemaakt wordt van een leeflaag.
Elke initiatiefnemer is verplicht een evaluatieverslag van de saneringswerkzaamheden op te stellen.
Dat moet uiterlijk 3 maanden na afronding van de sanering worden ingediend bij de Omgevingsdienst Haaglanden. Pas na goedkeuring van het evaluatierapport door de Omgevingsdienst kan de sanering als afgerond worden beschouwd.

22. Kan het college garanderen dat er uitvoering gegeven is aan het aanbrengen van een
leeflaagconstructie van minimaal 1 meter grond? Wat is de definitie van een
leeflaagconstructie? Een luchtige bodem is belangrijk voor bodemleven, voor de
groeiomstandigheden voor het groen en voor afwatering.

In het project Haags Buiten is een leeflaag aangebracht. Onder bijlage 2A treft u de eindevaluatie van de, op locatie, uitgevoerde bodemsanering aan en onder bijlage 2B de instemmingsbeschikking van Omgevingsdienst Haaglanden die daarop volgde. Door de leeflaag worden contactrisico’s die vanuit de geldende functie aanwezig kunnen zijn in voldoende mate tegengegaan. Afhankelijk van het gebruik wordt de leeflaag in zand, grond of teelaarde uitgevoerd. Een leeflaag is niet altijd een harde scheiding waardoor bodemleven niet in de leeflaag voor kan komen. De leeflaag is een afdekking van een onderliggende laag met in dit geval grond waarop teelaarde en plantsoenen zijn aangebracht. Onder de bestrating is de leeflaag uitgevoerd met menggranulaat en ophoogzand.

23. Kan het college aangeven of er rekening gehouden wordt met de structuur van de bodem? Zo ja, stelt het college op basis hiervan eisen aan het gebruik van zwaar materieel om
bodeminklinking tegen te gaan? Zo niet, waarom niet?

Naar aanleiding van een geotechnisch bodemonderzoek wordt aan het begin van een project bepaald of er voorbelasting toegepast moet worden binnen het project of gedeeltes van het project. Dit wordt gedaan om inklinking zodanig te beperken dat deze binnen de gestelde normen blijft. Afhankelijk van het gebruik van de ruimte dient de leeflaag verdicht te worden of niet. Daar waar groen toegepast wordt en geen zwaar verkeer gaat rijden heeft geen zware verdichting plaatsgevonden zodat het groen en water zijn ruimte in de bodem kan vinden.

24. Ziet het college risico’s voor het functioneren van de wadi’s in de wijk Haags Buiten als de
bodemstructuur erg verdicht is? Hoe wordt hierop gecontroleerd?

Het college ziet geen risico in het functioneren van de Wadi’s ‘’indien’’ een bodemstructuur erg
verdicht is. De Wadi’s vangen regenwater af en bergen dit tijdelijk waarna het op een natuurlijk manier de bodem in infiltreert. Om ervoor te zorgen dat het opgevangen regenwater van een Wadi niet boven een gewenste hoogte komt en onwenselijke situaties kan veroorzaken wordt er een zogenoemde overlooppunt geplaatst. Het water wat teveel is voor de Wadi om af te vangen en te infiltreren loopt via dit overlooppunt het riool in. Het controleren van de functionaliteit van Wadi’s gebeurd visueel. Wanneer het opgevangen regenwater niet meer, binnen een aanzienlijke tijd, infiltreert dan zullen er herstelwerkzaamheden op de infiltratiecapaciteit moeten plaatsvinden. Ook burgers kunnen een melding bij de gemeente maken, via de reguliere kanalen, wanneer zij vermoeden dat dit het geval is.

Beplanting

25. Is het college bekend met verschillende plekken waar de beplanting niet aanslaat, waardoor er
nu sprake is van erosie?

Het college is bekend met enkele plekken waar de beplanting niet aanslaat en heeft Haags Buiten BV hierop aangesproken. Dit najaar wordt er een groen inboet ronde (het vervangen of aanvullen van planten) uitgevoerd waarbij dit wordt meegenomen.

26. Kan het college aangeven hoe hoog de uitval van bomen is? Ziet het college een relatie tussen
bijvoorbeeld de slechte bodemkwaliteit, de manier van aanplant en de uitval?

Het college is bekend met de uitval van enkele bomen. Er is geen aanleiding om deze uitval te relateren aan de slechte bodemkwaliteit of de manier van aanplanten. Zoals eerder aangegeven wordt bij oplevering de kwaliteit van het geleverde werk, dus ook de groeiplaats getoetst.

27. Hoe kijkt het college aan tegen de wildgroei van distels en aanwezigheid van de Aziatische
Duizendknoop in de ecologische verbindingszone (Erasmuszone)? Ziet het college dit als
aanleiding om de natuurwaarden hier beter te beschermen? Zo ja, hoe?

De verbindingszone is nog in beheer bij Haags Buiten BV. Het college heeft Haags Buiten BV gevraagd de distels en de Aziatische Duizendknoop te verwijderen. De Aziatische Duizendknoop dient verwijderd te worden conform het landelijke protocol.

Aan de rand van Haags Buiten staat ook veel Reuzenberenklauw.
28. Kan het college aangeven of er bij de aanleg geïnventariseerd is of planten zoals de Aziatische
Duizendknoop en Reuzenberenklauw al aanwezig waren? Zijn er richtlijnen om te voorkomen
dat deze planten in een wijk verschijnen na bodemwerkzaamheden? Zijn deze bij Haags Buiten
nageleefd?

Op dit moment is het niet mogelijk om te achterhalen of de Aziatische Duizendknoop of de Reuzenberenklauw destijds al aanwezig waren. Haags Buiten BV voert onderzoek uit naar de herkomst van de duizendknoop. Bij het overdragen van de openbare ruimte dient het terrein zuiver te zijn van de eerdergenoemde duizendknoop of berenklauw conform landelijk protocol.

29. Hoe reflecteert het college op het feit dat bij het verlenen van de kapvergunning (bijvoorbeeld
deel 2 van de vergunning, kenmerk 201715627/6555312) de compensatie door middel van
bomen in tuinen van bewoners in doorslaggevende overwegingen en adviezen is meegenomen?
Vindt het college dat dit goed gewerkt heeft? Zo ja, waarom? Zo niet, waarom niet?

Enkele bewoners hebben ondanks instandhoudingsverplichtingen toch de boom in hun tuin gekapt of verwijderd. Het college zal hier handhavend op toezien. Het is in deze fase van het project nog niet mogelijk om te bepalen of deze aanpak wel of niet succesvol is.

30. Kan het college aangeven of deze constructie, waarbij bomencompensatie wordt uitgevoerd
door contractuele verplichtingen aan nieuwe bewoners, vaker wordt toegepast? Zo ja, waar en
hoe vaak? Is het college van plan dit vaker toe te passen?

Het uitgangspunt is dat zoveel mogelijk compensatie in het openbaar gebied wordt gerealiseerd. Als dat niet mogelijk is dan kan in overleg bekeken worden of een storting in het bomenfonds of het compenseren middels bomen in privétuinen een oplossing is. Een exact aantal waar en hoe vaak dit wordt toegepast is niet te geven.

31. Kan het college “Het beplantingsvoorstel Haags Buiten” van Vollmer en Partners B.V. van 27
november 2017, met kenmerk 2526-200 met de raad delen, aangezien dit plan een belangrijk
onderdeel van de vergunningverlening was?

Dat is mogelijk, zie bijlage 3.

Werkzaamheden en boomwortels

Tijdens het vervangen van de bovenlaag van de bodem bij een speelterrein zag de grond rondom de bomen er als volgt uit (foto).

32. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat deze manier van graven onwenselijk is?

De werkzaamheden zijn uitgevoerd door een onderaannemer van Haags Buiten BV. Het is gebruikelijk dat onder dit soort omstandigheden de wortels worden afgedekt en/of dat de bomen van extra water worden voorzien. Die werkwijze is in eerste instantie door de betreffende aannemer niet toegepast. Het college heeft Haags Buiten BV gevraagd bij de uitvoering van de werkzaamheden beter zorg te dragen voor de bomen, waarna dit ook heeft plaatsgevonden.

33. Wat vindt het college ervan dat juist ten tijde van grote droogte de wortels van een boom niet
alleen afgesneden worden, maar ook onafgedekt bloot worden gesteld aan intens zonlicht?

Het college vindt dit onwenselijk. Het college heeft Haags Buiten BV gevraagd bij de uitvoering van de werkzaamheden beter zorg te dragen voor de bomen, waarna dit ook heeft plaatsgevonden.

34. Ziet het college mogelijkheden om beter te borgen dat bomen niet in gevaar worden gebracht
door dit soort werkzaamheden, ook overwegende dat dit soort incidenten vaker voorkomen
(bijv. RIS312893)?

In het verleden is de folder “werken bij Haagse bomen” ontwikkeld, deze wordt standaard gedeeld bij aannemers die werkzaamheden in de buurt van bomen verrichten. In deze folder staat beschreven wat de aannemer moet doen en nalaten. Onder specifieke omstandigheden (bijvoorbeeld bij het werken in de nabijheid van monumentale bomen) kan worden verlangd dat een aannemer een externe toezichthouder inzet, die specifiek toeziet op veilig en vakkundig werken rondom de bomen in kwestie. In artikel 2.82 van de APV wordt genoemd dat voor handelingen (onder- en bovengronds) die mogelijk ernstige beschadiging van de houtopstand ten gevolge hebben een omgevingsvergunning vereist is.

35. Ziet het college aanleiding om richting aannemers beter te communiceren en beter te
handhaven over de omgang met bomen bij werkzaamheden? Zo niet, waarom niet?

Zie antwoord bij vraag 34.

Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, de burgemeester,

Ilma Merx Jan van Zanen