Schriftelijke vragen Geen lichthinder voor vleermuis, uil en nachtvlinder
Indiendatum: 16 jan. 2025
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
‘De nacht’ stond miljoenen jaren gelijk aan ‘donker’. Tegenwoordig is ‘s nachts bijna het hele land overal verlicht. Steden blinken hier letterlijk in uit: de negatieve effecten van lichtvervuiling zijn dan ook groter in steden dan daarbuiten. [1] Verlichting is schadelijk voor veel (nacht)dieren. Het verstoort namelijk de natuurlijke cyclus van dag en nacht voor dieren. Zo dwingt continue brandende verlichting vogels langer actief te zijn in plaats van te rusten wat hun energievoorraden uitput in een seizoen waarin voedsel al schaars is. Soms zingen roodborstjes ‘s avonds hun lied, waarmee ze hun weerbaarheid op het spel zetten. [2] Vleermuizen raken door verlichting gedesoriënteerd en kunnen hierdoor verongelukken tijdens hun vlucht. Het mijden van (kunstmatig) licht kan leiden tot negatieve populatieontwikkeling. Bovendien is onnodige verlichting slecht voor de energierekening en het milieu.
Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stelt het raadslid Robin Smit, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:
- Is het college zich bewust van de negatieve gevolgen van lichtvervuiling voor (nacht)dieren?
- Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat er secuur om moet worden gegaan met het gebruik van verlichting in de openbare ruimte om lichtvervuiling tegen te gaan?
- Welke maatregelen neemt het college om (nacht)dieren te beschermen tegen lichtvervuiling? Graag een uiteenzetting van de maatregelen.
- Kan het college toelichten hoe de bescherming van (nacht)dieren tegen lichtvervuiling wordt meegenomen bij herinrichting van de openbare ruimte?
- Heeft het college inzichtelijk op welke locaties sprake is van lichtvervuiling? Zo nee, is het college bereid om in samenwerking met organisaties zoals de AVN, de Zoogdiervereniging, de Haagse Vogelbescherming en in samenspraak met de stadsecoloog deze locaties alsnog in kaart te brengen?
- Is het college bereid om op de locaties waar momenteel lichtvervuiling plaatsvindt maatregelen te nemen om (nacht)dieren hiertegen te beschermen? Zo ja, wat gaat het college doen om dit te realiseren?
- Is het college bereid om onnodige verlichting in de stad terug te dringen? Zo ja, hoe gaat het college daarmee aan de slag?
In Den Haag zijn meerdere plekken waar sprake is van lichtvervuiling. Voorbeelden van deze locaties zijn rond de Oude Waalsdorperweg en de Waalsdorperweg en de Schenkkade. In de nabije omgeving zijn onder andere een vogelrustgebied en vleermuisbunker te vinden.
- Kan het college uiteenzetten waarom de verlichting van de parkeerplaats van het Internationaal Strafhof gedurende de gehele avond en nacht aanstaat?
- Is het college bekend met de felle verlichting vanaf het bedrijfsterrein van TNO, die uitstraalt in een ecologische verbindingszone en tevens vleermuizen route?
- Is het college bekend met de blauwe verlichting van het kunstwerk ‘301 steps (daylight/tungsten)’ op de Schenkkade ter hoogte van het Siemens-gebouw in de ecologische verbindingszone? [3] [4]
- Is het college bekend met alternatieve vormen van verlichting die (nacht)diervriendelijker zijn? Zo nee, is het college bereid om deze te onderzoeken?
- Kan het college toezeggen om op de bovengenoemde locaties maatregelen te treffen om lichtvervuiling tegen te gaan door bijvoorbeeld de bestaande verlichting te vervangen?
Straatverlichting is niet de enige lichtvervuilingsbron. Ook digitale reclameborden zorgen voor verstoring van het nachtritme van dieren. Deze borden zijn op verschillende plaatsen in de stad te vinden en staan ook ‘s nachts aan.
- Is het college bereid om de tijden waarop deze borden aan staan te synchroniseren met de zonsopgang en -ondergang?
Robin Smit
Partij voor de Dieren
[1] https://nioo.knaw.nl/nl/dossie...
[2] https://www.foodlog.nl/artikel/flash/kerstverlichting-laat-roodborstjes-zingen-doof-de-lampjes-aub/
Indiendatum:
16 jan. 2025
Antwoorddatum: 11 mrt. 2025
Het raadslid de heer Smit heeft op 3 februari 2025 een brief met daarin dertien vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.
Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.
‘De nacht’ stond miljoenen jaren gelijk aan ‘donker’. Tegenwoordig is ‘s nachts bijna het hele land overal verlicht. Steden blinken hier letterlijk in uit: de negatieve effecten van lichtvervuiling zijn dan ook groter in steden dan daarbuiten. [1] Verlichting is schadelijk voor veel (nacht)dieren. Het verstoort namelijk de natuurlijke cyclus van dag en nacht voor dieren. Zo dwingt continue brandende verlichting vogels langer actief te zijn in plaats van te rusten wat hun energievoorraden uitput in een seizoen waarin voedsel al schaars is. Soms zingen roodborstjes ‘s avonds hun lied, waarmee ze hun weerbaarheid op het spel zetten. [2] Vleermuizen raken door verlichting gedesoriënteerd en kunnen hierdoor verongelukken tijdens hun vlucht. Het mijden van (kunstmatig) licht kan leiden tot negatieve populatieontwikkeling. Bovendien is onnodige verlichting slecht voor de energierekening en het milieu.
1. Is het college zich bewust van de negatieve gevolgen van lichtvervuiling voor (nacht)dieren?
Het college is zich bewust van de negatieve gevolgen van lichtvervuiling voor (nacht) dieren.
2. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat er secuur om moet worden gegaan met het gebruik van verlichting in de openbare ruimte om lichtvervuiling tegen te gaan?
Het college is het hier mee eens.
3. Welke maatregelen neemt het college om (nacht)dieren te beschermen tegen lichtvervuiling?
Het beleid ten aanzien van openbare verlichting is vastgelegd in de Visie op Licht (RIS298657). De visie hanteert een gebiedsgerichte aanpak met vier lichtcategorieën. Eén daarvan is 'eco light', waarbij in groengebieden geen verlichting wordt gebruikt, behalve op hoofdfietspaden voor veiligheid. Bij ecologische zones en vleermuisgebieden wordt verlichting gebruikt zonder directe lichtuitstraling op ecologische zones of water. Deze en andere meer specifieke uitgangspunten zijn vastgelegd in de Richtlijn Licht op Natuur, een bijlage van de Visie op Licht. Daarnaast is in de Nota Stadsnatuur (RIS305824) een stroomschema voor de aanleg van sportveldverlichting opgenomen, met als doel de effecten van strooilicht op vleermuizen te beperken.
4. Kan het college toelichten hoe de bescherming van (nacht)dieren tegen lichtvervuiling wordt meegenomen bij herinrichting van de openbare ruimte?
Bij herinrichting van de openbare ruimte worden de uitgangspunten van de Richtlijn Licht op Natuur gevolgd. Implementatie van deze richtlijn is niet altijd eenvoudig, omdat er soms meerdere belangen spelen. Ook de sociale en fysieke veiligheid speelt een belangrijke rol.
5. Heeft het college inzichtelijk op welke locaties sprake is van lichtvervuiling? Zo nee, is het college bereid om in samenwerking met organisaties zoals de AVN, de Zoogdiervereniging, de Haagse Vogelbescherming en in samenspraak met de stadsecoloog deze locaties alsnog in kaart te brengen?
Verlichting kan bijdragen aan een gevoel van sociale veiligheid bij bewoners in de stad. Tegelijk is, vanuit het oogpunt van nachtdieren bezien, er stadsbreed sprake van lichtvervuiling als gevolg van straatverlichting, verlichte reclame, sportveldverlichting en verlichting van bedrijfspanden. Hoewel verlichting dus ook onlosmakelijk verbonden is met het leven in een stad zitten er ook nadelen aan. Er zijn in Den Haag vrijwel zeker locaties waar, ondanks dat de verlichting conform beleid is geplaatst, de huidige hoeveelheid verlichting en/of de periode dat de verlichting aanstaat minder kan. Het college zegt daarom toe om met de genoemde natuurorganisaties te verkennen welke van deze locaties zij het meest schadelijk achten en om de gebruikers/eigenaren van deze locaties te benaderen met de vraag of zij mogelijkheden zien om de mate van lichtvervuiling te beperken.
6. Is het college bereid om op de locaties waar momenteel lichtvervuiling plaatsvindt maatregelen te nemen om (nacht)dieren hiertegen te beschermen? Zo ja, wat gaat het college doen om dit te realiseren?
Het college heeft geen wettelijke bevoegdheden om algemene lichtvervuiling tegen te gaan. Wel voert het college haar eigen beleid uit zoals vastgelegd in de Visie op Licht en de bijbehorende Richtlijn Licht op Natuur. De Provincie Zuid-Holland is het bevoegde gezag voor zowel de milieuaspecten rond licht als de effecten op beschermde natuurgebieden en beschermde soorten. De provincie heeft de uitvoering van deze taak gemandateerd aan de Omgevingsdienst Haaglanden.
7. Is het college bereid om onnodige verlichting in de stad terug te dringen? Zo ja, hoe gaat het college daarmee aan de slag?
Zoals aangegeven in de beantwoording van de eerdere vragen voert het college reeds beleid uit dat ziet op het beperken van negatieve effecten van kunstlicht op natuur. Het college heeft het beleid vertaald naar digitale kaartlagen voor nieuwe ontwerpen van de openbare ruimte. Ontwerpers weten zo welke uitgangspunten gelden voor bijvoorbeeld groengebieden, Natura 2000-gebieden en ecologische verbindingszones. Daarnaast heeft de gemeente Den Haag zich aangesloten bij het internationale consortium PRIVALAN dat een aanvraag indient voor een INTERREG subsidie. PRIVALAN streeft naar verbetering van de nachtelijke biodiversiteit en de versterking van de groene infrastructuur in noordwest Europa door het gebruik van kunstlicht te verminderen, te verwijderen en alternatieven te gebruiken in nauwe samenwerking met de private sector. Op 16 januari 2025 zijn de documenten voor de eerste fase van de aanvraag van ingediend.
In Den Haag zijn meerdere plekken waar sprake is van lichtvervuiling. Voorbeelden van deze locaties zijn rond de Oude Waalsdorperweg en de Waalsdorperweg en de Schenkkade. In de nabije omgeving zijn onder andere een vogelrustgebied en vleermuisbunker te vinden.
8. Kan het college uiteenzetten waarom de verlichting van de parkeerplaats van het Internationaal Strafhof gedurende de gehele avond en nacht aanstaat?
De betreffende verlichting valt niet onder het beheer van de gemeente. Het al dan niet verlichten van de parkeerplaats is een afweging die het Internationaal Strafhof zelf moet maken.
9. Is het college bekend met de felle verlichting vanaf het bedrijfsterrein van TNO, die uitstraalt in een ecologische verbindingszone en tevens vleermuizen route?
Het college is hiermee bekend.
10. Is het college bekend met de blauwe verlichting van het kunstwerk ‘301 steps (daylight/tungsten)’ op de Schenkkade ter hoogte van het Siemens-gebouw in de ecologische verbindingszone?
Het college is hiermee bekend. Het kunstwerk is in 1998 gerealiseerd en is recent nog gerestaureerd.
11. Is het college bekend met alternatieve vormen van verlichting die (nacht)diervriendelijker zijn? Zo nee, is het college bereid om deze te onderzoeken?
Uit de diverse onderzoeken, die de laatste jaren met name door het Nederlands Instituut voor Ecologie zijn uitgevoerd, blijkt dat er geen diervriendelijke verlichting bestaat. Dit heeft te maken met het gegeven dat verschillende diergroepen verschillende gevoeligheden voor lichtkleur hebben. Als voorbeeld worden vleermuizen en vogels genoemd. Vleermuizen mijden kunstlicht omdat ze in het licht veel gevoeliger zijn voor predatie. Het blijkt dat vleermuizen rood licht niet kunnen zien en ze mijden rood licht dan ook niet. Uilen daarentegen kunnen bij rood licht uitstekend zien. Bij het toepassen van het vleermuisvriendelijke rode licht neemt de kans op predatie van vleermuizen door uilen dan ook flink toe. Door het toepassen van een gebiedsgerichte aanpak, waarbij rekening wordt gehouden met de diverse functies van onze stad, zoals vastgelegd in de Visie op Licht, beperkt het college de negatieve effecten verlichting zo veel mogelijk. Voor de categorie 'ecolight' wordt bij vervanging een warmere lichtkleur van 2700K gebruikt en wordt verlichting alleen toegepast wanneer dit aansluit bij de functie van het betreffende gebied. Bovendien wordt de verlichting tijdens rustige tijden gedimd door middel van telemetrie, soms in combinatie met sensoren, om de impact van het licht te minimaliseren.
12. Kan het college toezeggen om op de bovengenoemde locaties maatregelen te treffen om lichtvervuiling tegen te gaan door bijvoorbeeld de bestaande verlichting te vervangen?
Zowel het TNO-terrein als het parkeerterrein van het ICC betreffen particuliere eigendommen die binnen de aanwezige vergunning handelen of volgens wet- en regelgeving vergunningvrij zijn. Het college heeft niet de mogelijkheid om hierop te sturen. Op het kunstwerk aan de Schenkkade rust het auteursrecht van de kunstenaar waardoor de gemeente het kunstwerk niet kan aanpassen.
Straatverlichting is niet de enige lichtvervuilingsbron. Ook digitale reclameborden zorgen voor verstoring van het nachtritme van dieren. Deze borden zijn op verschillende plaatsen in de stad te vinden en staan ook ‘s nachts aan.
13. Is het college bereid om de tijden waarop deze borden aan staan te synchroniseren met de zonsopgang en -ondergang?
Het college gaat deze suggestie bespreken met de exploitant van de digitale reclameborden en de commissie leefomgeving in Q2 van het antwoord op de hoogte stellen.
Het college van burgemeester en wethouders,
de secretaris, | de burgemeester, |
Ilma Merx | Jan van Zanen |
[1] https://nioo.knaw.nl/nl/dossie...
[2] https://www.foodlog.nl/artikel/flash/kerstverlichting-laat-roodborstjes-zingen-doof-de-lampjes-aub/
Wij staan voor:
Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Fast fashion, snel eruit!
Lees verder
Schriftelijke vragen Reflecteer op boomversiering!
Lees verder