Schrif­te­lijke vragen Inzetten op duurzame winter­ter­rassen


Indiendatum: 18 mei 2021

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

De wereld zit diep in een klimaatcrisis, maar energieverspilling is nog aan de orde van de dag. Een voorbeeld hiervan zijn terrasverwarmers, waarmee een ongeïsoleerde buitenruimte én het klimaat worden opgewarmd omdat mensen ‘s winters en op koude avonden niet binnen willen zitten. Hiervoor bestaan alternatieven, zoals verwarmde stoelkussens of het verstrekken van plaids of dekens. In oktober 2020 heeft de Haagse gemeenteraad zich al uitgesproken voor zuinigere alternatieven[1].

De gemeente Leiden gaat een stap verder en zet zich in voor duurzame winterterrassen. Zo staat de gemeente Leiden bij corona-gerelateerde uitbreidingen van winterterrassen geen terrasverwarmers toe, naar aanleiding van een aangenomen motie van de Partij voor de Dieren en GroenLinks[2]. Ook worden terrasverwarmers in de gemeente Leiden uitgefaseerd[3].

De Haagse Partij voor de Dieren en GroenLinks zijn benieuwd welke mogelijkheden het college ziet om winterterrassen in Den Haag te verduurzamen.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Robert Barker, Partij voor de Dieren; en Arjen Kapteijns, GroenLinks, de volgende vragen:

  1. Is het college het met de vragenstellers eens dat terrasverwarmers te zien zijn als energieverspilling? Zo nee, waarom niet?
  2. Is het college bereid om met (verenigde) ondernemers in gesprek te gaan over het afschaffen en het gebruik van alternatieven voor terrasverwarmers in onze stad?
  3. Is het college bereid om zich in te zetten op een afbouw van elektrische en gasgestookte terrasverwarmers in de Haagse openbare ruimte?
  4. De Omgevingswet komt eraan. Op welke manieren is het mogelijk om binnen het stelsel van de Omgevingswet het gebruik van terrasverwarmers te beperken?
  5. Specifiek krijgt de gemeente extra mogelijkheden om te sturen op energiebesparing in de horeca als onderdeel van de zogenoemde ‘bruidschat’. Is de gemeente bekend met deze mogelijkheden en kan hiermee inderdaad het gebruik van terrasverwarmers worden beperkt?
  6. Is het college bereid deze mogelijkheid/-heden toe te passen om met de invoering van de Omgevingswet duurzame winterterrassen te realiseren in Den Haag? Zo nee, waarom niet?
  7. Welke andere mogelijkheden ziet het college om terrasverwarmers te ontmoedigen of uit te faseren? Graag een toelichting.
Robert Barker
Partij voor de Dieren
Arjen Kapteijns
GroenLinks


[1] Motie Samen duurzaam en warm de winter in (RIS306527).

[2] Zie bijlage 1: https://leiden.partijvoordedieren.nl/moties/motie-warme-aanbeveling

[3] Zie bijlage 2: https://leiden.partijvoordedieren.nl/moties/motie-uitfaseren-terrasverwarmers-vernieuwde-horecavisie

Indiendatum: 18 mei 2021
Antwoorddatum: 13 jul. 2021

De raadsleden de heren Barker en Kapteijns hebben op 18 mei 2021 een brief met daarin zeven vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

De Haagse Partij voor de Dieren en GroenLinks zijn benieuwd welke mogelijkheden het college ziet om winterterrassen in Den Haag te verduurzamen.

1. Is het college het met de vragenstellers eens dat terrasverwarmers te zien zijn als energieverspilling? Zo nee, waarom niet?

Zoals beantwoord in de motie RIS306527 is de gemeente voorstander van het gebruik van duurzame terrasverwarmers en/of alternatieven voor verwarming op het terras.

2. Is het college bereid om met (verenigde) ondernemers in gesprek te gaan over het afschaffen van terrasverwarmers en het gebruik van alternatieven voor terrasverwarmers in onze stad?

Zoals beantwoord in de motie RIS306527 is uit gesprekken met ondernemers gebleken dat het aantal terrasverwarmers op gas al sterk is afgenomen en dat het college de indruk heeft dat diverse ondernemers uit zichzelf al streven naar energie- en dus kostenzuinige verwarming.

3. Is het college bereid om zich in te zetten op een afbouw van elektrische en gasgestookte terrasverwarmers in de Haagse openbare ruimte?

Zoals beantwoord in de motie RIS306527 is de gemeente aan het onderzoeken of een project met subsidie voor alternatieven voor terrasverwarmers mogelijk is. Daarbij hoort een integrale aanpak waar ook andere energiebesparingsopties worden aangeboden.

4. De Omgevingswet komt eraan. Op welke manieren is het mogelijk om binnen het stelsel van de Omgevingswet het gebruik van terrasverwarmers te beperken?

De Activiteitenregeling Milieubeheer maakt het niet mogelijk om als gemeente aanvullende regels, bijvoorbeeld regels ten aanzien van terrasverwarmers, over het energieverbruik van kleinverbruikers te stellen. Voor zover bekend wordt dit onder de Omgevingswet niet anders.

Mogelijk kan het gebruik van terrasverwarmers in een toekomstig Omgevingsplan wel beperkt worden op basis van een valide ruimtelijke grondslag (los van het energieverbruik).

5. Specifiek krijgt de gemeente extra mogelijkheden om te sturen op energiebesparing in de horeca als onderdeel van de zogenoemde ‘bruidschat’. Is het collegebekend met deze mogelijkheden en kan hiermee inderdaad het gebruik van terrasverwarmers worden beperkt?

Zie antwoord op vraag 4.

6. Is het college bereid deze mogelijkheid/-heden toe te passen om met de invoering van de Omgevingswet duurzame winterterrassen te realiseren in Den Haag? Zo nee, waarom niet?

Zie antwoord op vraag 4.

7. Welke andere mogelijkheden ziet het college om terrasverwarmers te ontmoedigen of uit te faseren? Graag een toelichting.

Zie antwoord vraag 3.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,

Ilma Merx
de burgemeester,

Jan van Zanen

Interessant voor jou

Schriftelijke vragen Goedkeuring voor kaalslag De Mient?

Lees verder

Vervolgvragen Behoud de buurtparel speelplaats Klein Tasmania

Lees verder

Help mee aan een betere wereld

    Word lid Doneer