Schrif­te­lijke vragen Verbied verkoop bont en levende kreeften en krabben op markten


Indiendatum: 22 sep. 2021

Aan de voorzitter van de gemeenteraad,

Op 20 september 2021 heeft de gemeente Amsterdam de inspraak gestart om te komen tot een verbod op de verkoop van bont en levende krabben en kreeften[1]. Dit doet zij omdat deze verkoop in strijd is met het welzijn van dieren. Ze gaat daarbij over tot een verbod vanuit het oogpunt van de openbare orde en veiligheid en/of bescherming van consumenten.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Robert Barker en Robin Smit, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

  1. Is het college bekend met het voornemen van Amsterdam om tot een verkoopverbod te komen voor bont, levende kreeften en krabben op markten?
  2. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de verkoop van bont onwenselijk is en dat de productie van bont met veel dierenleed gepaard gaat?

Echt bont is vaak niet van nepbont te onderscheiden. Consumenten die nepbont prefereren kunnen daardoor, op plaatsen waar echt bont verkocht wordt, gemakkelijk ongewild producten van echt bont aanschaffen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om consumenten hiertegen te beschermen.

  1. Is het college bereid om net als Amsterdam vast te leggen dat vanuit het oogpunt van de openbare orde en veiligheid en/of bescherming van consumenten de verkoop van bont op markten wordt verboden? Op deze manier kunnen consumenten worden beschermd tegen het per ongeluk bont kopen, terwijl ze dit niet wensen.
  2. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de verkoop van levende kreeften en krabben onwenselijk is gegeven het dierenleed dat hiermee wordt veroorzaakt?

De mogelijkheid voor dieren om hun natuurlijk gedrag te kunnen vertonen is per wet verplicht. Daarnaast kan het aanzicht van levende kreeften en krabben die onder erbarmelijke omstandigheden gehouden worden aanstootgevend zijn.

  1. Is het college bereid om net als Amsterdam vast te leggen dat vanuit het oogpunt van de openbare orde en veiligheid en/of bescherming van consumenten de verkoop van levende kreeften of krabben op markten wordt verboden?
Robert Barker

Partij voor de Dieren
Robin Smit

Partij voor de Dieren


[1] Inspraak verbod verkoop bont en levende kreeften en krabben op markten - Gemeente Amsterdam

Indiendatum: 22 sep. 2021
Antwoorddatum: 2 nov. 2021

De raadsleden de heer Barker en de heer Smit hebben op 22 september 2021 een brief met daarin vijf vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Op 20 september 2021 heeft de gemeente Amsterdam de inspraak gestart om te komen tot een verbod op de verkoop van bont en levende krabben en kreeften1. Dit doet zij omdat deze verkoop in strijd is met het welzijn van dieren. Ze gaat daarbij over tot een verbod vanuit het oogpunt van de openbare orde en veiligheid en/of bescherming van consumenten.

1. Is het college bekend met het voornemen van Amsterdam om tot een verkoopverbod te komen voor bont, levende kreeften en krabben op markten?

Ja, het college is hiervan op de hoogte.

2. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de verkoop van bont onwenselijk is en dat de productie van bont met veel dierenleed gepaard gaat? Echt bont is vaak niet van nepbont te onderscheiden. Consumenten die nepbont prefereren kunnen daardoor, op plaatsen waar echt bont verkocht wordt, gemakkelijk ongewild producten van echt bont aanschaffen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om consumenten hiertegen te beschermen.

Het college vindt het altijd onwenselijk als dieren onnodig lijden. Vanuit juridisch oogpunt is het echter twijfelachtig of de gemeente bevoegd is om een verbod voor de verkoop van bont in te stellen vanwege de bescherming van de openbare orde of ter bescherming van consumenten. Wij willen voor dit moment eerst de ontwikkelingen in Amsterdam afwachten, alvorens een standpunt hierover in te nemen.

Echt bont is vaak niet van nepbont te onderscheiden. Consumenten die nepbont prefereren kunnen daardoor, op plaatsen waar echt bont verkocht wordt, gemakkelijk ongewild producten van echt bont aanschaffen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeente om consumenten hiertegen te beschermen.

3. Is het college bereid om net als Amsterdam vast te leggen dat vanuit het oogpunt van de openbare orde en veiligheid en/of bescherming van consumenten de verkoop van bont op markten wordt verboden? Op deze manier kunnen consumenten worden beschermd tegen het per ongeluk bont kopen, terwijl ze dit niet wensen.

Zie antwoord vraag 2.

4. Is het college het met de Partij voor de Dieren eens dat de verkoop van levende kreeften en
krabben onwenselijk is gegeven het dierenleed dat hiermee wordt veroorzaakt?

Het college erkent de intrinsieke waarde van dieren, dus ook van kreeften en krabben. Vanuit dat standpunt is het college van mening dat dierenleed zoveel mogelijk moet worden voorkomen.

De mogelijkheid voor dieren om hun natuurlijk gedrag te kunnen vertonen is per wet verplicht. Daarnaast kan het aanzicht van levende kreeften en krabben die onder erbarmelijke omstandigheden gehouden worden aanstootgevend zijn.

5. Is het college bereid om net als Amsterdam vast te leggen dat vanuit het oogpunt van de openbare orde en veiligheid en/of bescherming van consumenten de verkoop van levende kreeften of krabben op markten wordt verboden?

Zie antwoord vraag 2.