Schrif­te­lijke vragen Vervolg­vragen Uilenbos


Indiendatum: 5 jul. 2024

Begin 2023 stelden de raadsleden de heren Barker en Groenewold schriftelijke vragen over de uitbreiding van het natuurgebied bij Meijendel in het gebied Uilenbos met de titel “Kom op met dat Uilenbos!” (RIS314979). Dit was naar aanleiding van de aangenomen motie van de Partij voor de Dieren en D66 uit 2019 die opriep om het natuurgebied Meijendel uit te breiden (RIS303772).

In de beantwoording van de eerder gestelde vragen gaf het college aan dat er een onderzoeksbureau is gestart met een onderzoek naar de juridische en fysieke mogelijkheden voor natuuruitbreiding bij Uilenbos en dat dit een jaar zou duren. Inmiddels is het een jaar later en is het onderzoek nog niet met de raad gedeeld. Ook het Haags akkoord 2023-2026 (RIS316672) spreekt de ambitie uit om in gesprek te gaan met de relevante partijen om in dit gebied tot uitbreiding van het natuurgebied te komen.

Overeenkomstig art. 30 van het Reglement van orde stellen de raadsleden Dennis Groenewold, D66 en Leonie Gerritsen, Partij voor de Dieren, de volgende vragen:

1) Kan het college aangeven wat de huidige status is van het onderzoek naar de juridische en fysieke mogelijkheden voor natuuruitbreiding bij Uilenbos?

2) Kan het college aangeven welke (voorlopige) uitkomsten dit onderzoek hebben opgeleverd?

3) Indien het onderzoek nog niet is afgerond en er nog geen voorlopige uitkomsten zijn: Kan het college aangeven waarom het onderzoek nog steeds niet is afgerond en wanneer dit wel wordt verwacht?

In het Haags akkoord 2023-2026 (RIS316672) is opgenomen: “Ter versterking van het natuurgebied gaan we in gesprek met de eigenaren van het naastgelegen gebied Uilenbos. Daarnaast gaan we in overleg met de (sport)verenigingen over verplaatsing met als doel te komen tot natuuruitbreiding.”

4) In hoeverre heeft het college deze gesprekken inmiddels gevoerd en wat zijn hiervan de uitkomsten?

5) Wat voor inzet pleegt het college verder op dit moment om tot natuuruitbreiding in het gebied Uilenbos te komen?

6) Kan het college bevestigen dat de Rijksoverheid (nog steeds) bereid is om mee te werken aan de realisatie van de toevoeging (van een deel van dit gebied) aan de natuur?

In de beantwoording van de schriftelijke vragen (RIS314979) “Kom op met dat Uilenbos!” wordt ook gesproken over alternatieve manieren om de natuur te versterken: “Het is ook mogelijk om natuur te versterken door de kwaliteit van lucht, bodem en water te verbeteren, invasieve soorten te bestrijden,
gebieden toegankelijker en geschikter te maken voor doelsoorten en door het beheer en gebruik te optimaliseren.”

7) Kan het college aangeven of, en zo ja, welke van de voorgenoemde manieren om deze natuur te versterken inmiddels zijn ingezet bij Uilenbos?

Dennis Groenewold
D66
Leonie Gerritsen
Partij voor de Dieren


Indiendatum: 5 jul. 2024
Antwoorddatum: 27 aug. 2024

De gemeenteraadsleden, de heer Groenewold en mevrouw Gerritsen hebben op 5 juli 2024 een brief met daarin zeven vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad gericht.

Overeenkomstig artikel 30 van het reglement van orde voor vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad, beantwoordt het college deze vragen als volgt.

Begin 2023 stelden de raadsleden de heren Barker en Groenewold schriftelijke vragen over de uitbreiding van het natuurgebied bij Meijendel in het gebied Uilenbos met de titel “Kom op met dat Uilenbos!” (RIS314979). Dit was naar aanleiding van de aangenomen motie van de Partij voor de Dieren en D66 uit 2019 die opriep om het natuurgebied Meijendel uit te breiden (RIS303772).

In de beantwoording van de eerder gestelde vragen gaf het college aan dat er een onderzoeksbureau is gestart met een onderzoek naar de juridische en fysieke mogelijkheden voor natuuruitbreiding bij Uilenbos en dat dit een jaar zou duren. Inmiddels is het een jaar later en is het onderzoek nog niet met de raad gedeeld. Ook het Haags akkoord 2023-2026 (RIS316672) spreekt de ambitie uit om in gesprek te gaan met de relevante partijen om in dit gebied tot uitbreiding van het natuurgebied te komen.

1. Kan het college aangeven wat de huidige status is van het onderzoek naar de juridische en fysieke mogelijkheden voor natuuruitbreiding bij Uilenbos?

De juridische status van het Uilenbos is, dat het gebied eigendom is van Defensie en in beheer bij het Rijksvastgoedbedrijf. Een deel van het gebied wordt met overeenkomsten door het Rijksvastgoedbedrijf in gebruik gegeven aan verenigingen.

Door Witteveen en Bos zijn veldinventarisaties uitgevoerd, verder zijn peilbuizen geplaatst en bodemboringen verricht om zo de bodem- en grondwaterkwaliteit te bepalen. Het onderzoeksbureau BWARE heeft dit onderzoek uitgevoerd en de resultaten in juni 2024 naar Witteveen en Bos gestuurd. Witteveen en Bos gaat, mede aan de hand van de inventarisaties en de onderzoeken, een rapportage opstellen. Dit resultaat verwachten we eind Q3/begin Q4 van 2024.

2. Kan het college aangeven welke (voorlopige) uitkomsten dit onderzoek hebben opgeleverd?

Nee, het college heeft nog geen (voorlopige) uitkomsten ontvangen. Witteveen en Bos zijn de resultaten van het onderzoek en de inventarisatie nog aan het verwerken.

3. Indien het onderzoek nog niet is afgerond en er nog geen voorlopige uitkomsten zijn: Kan het college aangeven waarom het onderzoek nog steeds niet is afgerond en wanneer dit wel wordt verwacht?

De resultaten van het onderzoek hebben langer op zich laten wachten, omdat het onderzoeksbureau BWARE pas in 2024 capaciteit beschikbaar had om het onderzoek naar de bodem- en grondwaterkwaliteit uit te voeren.

In het Haags akkoord 2023-2026 (RIS316672) is opgenomen: “Ter versterking van het natuurgebied gaan we in gesprek met de eigenaren van het naastgelegen gebied Uilenbos. Daarnaast gaan we in overleg met de (sport)verenigingen over verplaatsing met als doel te komen tot natuuruitbreiding.”

4. In hoeverre heeft het college deze gesprekken inmiddels gevoerd en wat zijn hiervan de uitkomsten?

Het college heeft met het Rijksvastgoedbedrijf overleg gehad en aangegeven graag aanspraak te willen maken op de vrijgekomen tennisbanen in het Uilenbos, om deze grond te gebruiken voor natuuruitbreiding. Het Rijksvastgoedbedrijf wist bij deze overleggen te melden dat zij in gesprek zijn met de hondenverenigingen, om de gebruiksovereenkomsten van deze verenigingen om te zetten naar erfpachtovereenkomsten en dat dit proces zich in een afrondende fase bevindt. Daarbij werd door het Rijksvastgoedbedrijf opgemerkt, dat het terrein dat is vrijgekomen door de verwijdering van de tennisbanen onderdeel uitmaakt van de erfpachtovereenkomsten, waardoor er geen ruimte meer is om dit deel van het gebied toe te voegen aan de natuur. Het Rijksvastgoedbedrijf heeft wel aangeboden om te onderzoeken of een bestaande groenzone van het Uilenbos toegevoegd kan worden aan het Natura2000-gebied. Of dat mogelijk is, hangt mede af van het standpunt dat Defensie als eigenaar van het gebied gaat innemen.

5. Wat voor inzet pleegt het college verder op dit moment om tot natuuruitbreiding in het gebied Uilenbos te komen?

Het college was verrast door de reactie van het Rijksvastgoedbedrijf. Mede omdat in de reactie van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, mede namens de staatssecretaris van Defensie, in 2021 op schriftelijke vragen in de Tweede Kamer (Kamervragen 2020-2021, nr. 1548) was geantwoord:

“In opdracht van het ministerie van Defensie kijkt het Rijksvastgoedbedrijf met de gemeente, samen met provincie en andere stakeholders, hoe de belangen van natuur en maatschappij op deze voormalige defensieterreinen het best gediend kunnen worden.”

“In opdracht van Defensie onderzoekt het Rijksvastgoedbedrijf samen met de gemeente Den Haag of overdracht van het betreffende stuk grond dat Defensie wil afstoten mogelijk is, waarbij tevens rekening wordt gehouden met de belangen van de sportverenigingen die momenteel gebruik maken van dit terrein en hoe en in welke mate het natuurgebied Meijendel kan worden versterkt. Het streven is hier in september 2021 duidelijkheid over te hebben.”

Dit aangekondigde onderzoek is nooit uitgevoerd en daarom is de Tweede Kamer daar ook niet over geïnformeerd. Het college heeft er bij het Rijksvastgoedbedrijf op aangedrongen nu geen onomkeerbare stappen te zetten en eerst na te gaan hoe natuuruitbreiding in het Uilenbos kan worden gerealiseerd. Daarnaast overweegt het college dit onderwerp te agenderen voor een bestuurlijk overleg met de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, de minister die gaat over het Rijksvastgoedbedrijf.

6. Kan het college bevestigen dat de Rijksoverheid (nog steeds) bereid is om mee te werken aan de realisatie van de toevoeging (van een deel van dit gebied) aan de natuur?

Zie de beantwoording op vraag 4 en 5.

In de beantwoording van de schriftelijke vragen (RIS314979) “Kom op met dat Uilenbos!” wordt ook gesproken over alternatieve manieren om de natuur te versterken: “Het is ook mogelijk om natuur te versterken door de kwaliteit van lucht, bodem en water te verbeteren, invasieve soorten te bestrijden, gebieden toegankelijker en geschikter te maken voor doelsoorten en door het beheer en gebruik te optimaliseren.”

7. Kan het college aangeven of, en zo ja, welke van de voorgenoemde manieren om deze natuur te versterken inmiddels zijn ingezet bij Uilenbos?

Bij de beantwoording van de schriftelijke vragen (RIS314979) “Kom op met dat Uilenbos!” is inderdaad aangegeven dat er ook andere manieren zijn om de natuur te versterken. Deze (beheer)maatregelen moeten dan wel uitgevoerd worden door de beheerder van het gebied. Omdat het Rijksvastgoedbedrijf de beheerder van het gebied is, kan de gemeente daar zelf niet op sturen. Bij de gemeente is ook niet bekend in hoeverre het Rijksvastgoedbedrijf maatregelen daartoe heeft ingezet.

Het college van burgemeester en wethouders,

de secretaris,de burgemeester
Ilma Merx Jan van Zanen